Het Couthof is gelegen langs de Couthoflaan 50 (verlengde van de Provenseweg), op circa 1400 meter ten zuidwesten van Kasteel De Lovie. De barak is binnen het domein gelegen, aan de kant van de Canadaweg. De omgeving is landelijk en bosrijk.
Historische Achtergrond
Het neoclassicistische kasteel 't Couthof werd gebouwd als zomerverblijf in 1763 door Jean François de Sales Mazeman. Het was vooral baron Jules Joseph Thimothee Mazeman, die in de 19de eeuw zijn stempel drukte op het domein.
Aan de achterzijde van het Couthof, langs de Canadaweg, was in de weide het 'Elisabeth Hospitaal Couthove' ondergebracht. Reeds in augustus 1914 had de toenmalige bewoner van kasteel Couthof, Baron Mazeman de Couthove, toelating gegeven om hier een hospitaal voor de Belgische militairen te laten inrichten. Het Belgisch militair hospitaal kwam er op initiatief van burgemeester Van Merris. De baron stelde zelfs zijn twee auto's ter beschikking om de gewonden aan het station te Poperinge af te halen. Toen vanaf april 1915 het Poperingse Onze-Lieve-Vrouw Gasthuis en het hospitaal gevestigd in het Kasteel D'Hondt (Château Elisabeth) niet langer veilig waren door de bombardementen op de stad, werd beslist om het burgerhospitaal over te brengen naar 't Couthof. Een reeks grote barakken werd gebouwd op de weide achter het kasteel. Het hospitaal bleef in gebruik van 21 mei 1915 tot 25 november 1918. Vanaf 1917 was dit slechts enkele honderden meters verwijderd van het grote nieuwe spoor dat aangelegd werd van Hopoutre (een nieuwe halte tussen Remy Siding en De Leene) op de spoorweg Poperinge-Hazebrouck. De spoorlijn liep tussen de kastelen Couthof en De Lovie door en sloot bij Proven aan op de lijn Haringe-Boezinge. Ook deze annexe van het Elisabethhospitaal in Poperinge werd bestuurd door de dames van 'l'aide civile et militaire belge'. Vandaar dat er ook Belgische militairen verpleegd werden, en dat het leger bijgevolg ook verplegers en brancardiers leverde. Eén van het was de Provense onderwijzer Emile Butaye, die later volksvertegenwoordiger voor de Frontpartij zou worden. Van het hospitaal Couthof rest nu enkel één kleine barak in het bos langs de Canadaweg.
Kenmerken
Kleine, groen geschilderde barak, met regelmatige verticale geledingen uit rechtopstaande houten latten, opgevuld met platen. Rechthoekig grondplan. Aan de voor- en achterkant een deur. Aan verschillende kanten vensteropeningen (vermoedelijk twee aan de noordoostkant, één aan de zuidoostkant, één aan de zuidwestkant en één aan de noordwestkant). Het zadeldak bestaat uit golfplaten. Binnen zijn er twee ruimtes, verbonden door een deur en een tussenmuur die niet tot in de nok van het zadeldak reikt. Houten gebint in de dakruimte. De binnenmuren zijn met lichtkleurige houten planken beslagen. Er zijn legplanken bevestigd bovenaan de muren. De eerste ruimte heeft drie vensteropeningen: één aan de noordoostkant, één aan de zuidoostkant en één aan de zuidwestkant. Er is één deur naar buiten toe aan de zuidoostelijke muur. Aan de zuidwestelijke muur is er een stuk van de muur uitgebroken zodat de barak hierlangs betreden kan worden. De tweede ruimte heeft zeker twee vensteropeningen: één aan de noordwestkant en één aan de noordoostkant. Er is ook een deur naar buiten toe. In het interieur wordt bovendien een schouw gesuggereerd (via een legplank), met daarboven een schilderijtje van een verpleegster die twee militairen te drinken geeft. Er zijn sporen van vloerbekleding (linoleum?) met meandermotief.
Circa 6 meter lang en 5 meter breed.
- CHIELENS P. s.d.: De POP.Route. Fietsen achter het front, Poperinge.
- VANSUYT M. & VAN DEN BOGAERT M. 2001: De militaire begraafplaatsen van WOI in Vlaanderen. Deel 5: De Belgische en Duitse militaire begraafplaatsen, België in oorlog 27, Erpe.