In de eerste helft van de 19de eeuw reeds vermelding van een brouwerij in bezit van L. Peutte, in 1849 verkocht aan J. Desclée en ingeplant tussen de Priestersstraat, de steeg naar het achterin gelegen voormalige kapittelhuis (confer Poppkaart eveneens in bezit van Desclée, thans museum) en de Molenbeek. Volgens archiefdocumenten vergroting van de brouwerij in 1864-1866, 1882, 1892 door inpalming van aanpalende woonhuizen. In 1896 oprichting van de maatschappij "Declée Frs & sr". In 1903 vergroting en verhoging van de brouwerij. In 1904 "Société Desclée & Cie" genoemd en nieuw vennootschap opgericht met M. Desclée, E. De Keyser, Ch. en A. Snoeck, P. D'Hauwer en J. Bocquet. Vanaf 1907 zogenaamd "De Keyser & Cie" en aanpassing van de voorgevel en bouwen van aanhorigheden in 1912, stopgezet in 1959. Aangekocht door de stad in 1989. Renovatie voor sociaal-culturele activiteiten onder leiding van architect L. De Bonte aan de gang.
Voorbouw in eclectische decoratieve baksteenarchitectuur uit eind 19de-begin 20ste eeuw, zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen) met houten dakkapellen en hoger oplopend dakvenster met puntgevelbekroning in rechts poortrisaliet. Oranjerode en witte baksteen verwerkt met arduinen speklagen, waterlijsten, dorpels en dekstenen. Dito plint met keldergaten. Travee-indeling door bakstenen lisenen, onder houten kroonlijst verbonden door boogfriezen; uitgewerkte sierankers op de penanten. Getoogde spaarvelden doorbroken door dito venstertjes, op het gelijkvloers onder waterlijst. Centrale laaddeur met smeedijzeren hijsbalk bovenaan. Rechts risaliet met korfboogpoort onder arduinen waterlijst; bekronende cartouche met brouwerssymbolen. Topgevel met vensters onder boogveld, schouderstukken en verdwenen topbekroning. Aflijnende houten kroonlijst op uitgesneden modillons. Dakkapellen met overstekende dakschilden op houten consoles. Vrijstaande linker zijpuntgevel afgewerkt met uitgesneden houten windveren. Arduinen schamppaal op de hoek. Getoogde deur in rechter travee, kleine vensters en laaddeuren op de bovenverdieping uiterst links. Bovenste laaddeur met gietijzeren balkon en bekronend houten luikkapje met nokbekroning en ophaalwiel.
Achteraan, tegen het hoofdgebouw aanleunende voormalige koeltoren met laat 19de-eeuwse kern, volgens bouwplan van 1937 verbouwd en hoger opgetrokken met betonnen ringbalken met gebogen vorm en bekronende verluchtingskap. In de oksel, ronde vlak afgedekte traptoren, opgetrokken uit bak- en natuursteen met traditionalistische kenmerken.
Interieur met per verdieping behouden bakstenen troggewelven, de achtergevel wordt volledig vernieuwd. Infrastructuur reeds lang verdwenen.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief.
- Stadhuis Ronse, Archief Huisvesting-Ruimtelijke Ordening, Bouwaanvragen, Doos 1937. 1.10-31.12.
- Stadhuis Ronse, Archief Huisvesting-Rimtelijke Ordening, Inningsregister van de bouwbelasting, 1910-1914.