Diephuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd zadeldak. Oude kern, zie hoge beluikte kelderopening. Aangepaste classicistische lijstgevel van arduin uit de tweede helft van de 18de eeuw, oorspronkelijk met enkelhuisopstand: in 1879, verplaatsen voordeur van vierde naar derde travee en plaatsen balkon met gietijzeren leuning op consoles; 1885: verhogen van de gevel met attiek van gesinterde baksteen. Licht gemarkeerd, gevelbreed risaliet met eenvoudige kroonlijst en bekroond met driehoekig fronton met ovalen oculus voorzien van een stervormige roedeverdeling; bekronende sfinx van terracotta. Eén beluikte en één betraliede kelderopening. Rechthoekige vensters onder doorgetrokken druiplijst; trapezoïdale sluitsteen; uitgewerkte ijzeren vensterleuningen. Behouden deuromlijsting in de vierde travee.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 0028/W.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 26/1879, nr. 73/1885.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 147-148.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)