erfgoedobject

Prinsenhof

bouwkundig element
ID
29612
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29612

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Prinsenhof
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Prinsenhof
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Prinsenhof
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalige grafelijke residentie met kern uit 14de-15de eeuw doch met 19de-eeuws uitzicht. Complex met hoofdvleugel (nok loodrecht op de straat) op L-vormige plattegrond, links en rechts geflankeerd door latere vleugels in neostijl. Domein met uitgestrekte tuin tot aan Moerstraat.

1369: eerste vermelding van een nieuwe grafelijke residentie ter vervanging van de tot dan gebruikte "Love" op de Burg.

In de loop van de 15de eeuw: verschillende uitbreidingen door de hertogen van Bourgondië na aankoop van aanpalende percelen, zie kaart van Marcus Gerards (1562) en A. Sanderus (1641). De gebouwen vormen een luxueuze residentie met dienstvleugels en verblijven voor hovelingen, ambtenaren en gasten - onder meer Thomas More -, een privé- paleis voor de hertog met slottoren, kapel, kaatsbaan, boomgaard, badhuis, verschillende tuinen en een dierentuin. Het grondgebied strekt zich uit van de Noordzand- tot de Moerstraat - onder meer met het zogenaamde "Hôtel Charolais" - en van het Muntplein/ Geerwijn- tot de Ontvangersstraat. De gevelwand in laatstgenoemde is vrij eenvoudig en gesloten. Aan de Noordzandstraat bevindt zich op de binnenplaats een opengewerkte galerij die loopt tot aan de Geldmuntstraat en daar wordt voortgezet in een vleugel, straat. Via een imposante ingang in de Noordzandstraat bereikt men een staatsieplein, waar zich in het noordwesten het eigenlijke paleis bevindt, bestaande uit een 14de-eeuwse(?) woontoren en een gebouw van twee bouwlagen; tweede ingang aan de Moerstraat. Archiefstukken vermelden onder meer J. de Maech, C. Cauwe, M. Goeghebeur en W. van de Kerckhove als meester-metselaars.

Circa 1576: Filips II verkoopt het domein en vanaf dan raakt het geleidelijk versnipperd.

1662-1663: afbraak van de panden aan de Noordzandstraat en aankoop van de overblijvende gebouwen door de Engelse Zusters van de Derde Orde van Sint-Franciscus die er een meisjespensionaat stichten.

1888-1988: het paleis wordt eigendom van de Dames de la Retraite du Sacré-Coeur uit Boulogne die meerdere grondige verbouwingen laten uitvoeren voornamelijk in een vermoedelijk Franse neogotische stijl onder meer in 1893 en na een brand van 1913, uitbreidingen naar ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge).

1977: consoliderende "Kunstige Herstelling" van de toren.

Hoofdvleugel. Toegankelijk via smeedijzeren poort tussen arduinen pijlers waarop gevelsteen, ingehuldigd in 1982, met opschrift "Hertogin Maria van Bourgondië / stierf in het voormalige Prinsenhof / op 27 maart 1482 / ter gelegenheid van de / 500e verjaardag van haar overlijden / werd deze gedenkplaat geschonken / door Dr. Carl Vossen".

Zeven traveeën en vier bouwlagen onder leien schilddak op L-vormige plattegrond met een ronde traptoren met kegeldak. Gecementeerde lijstgevel met imitatievoegen. Begane grond met licht getoogde vensters. Op de bovenverdieping, kruiskozijnen met accoladebogige bekroning met kruisbloem en hogels. Zware uitspringende kroonlijst op klossen. Uitgewerkte dakvensters met krulgevels tussen postamenten en maaswerk in het boogveld; vorstkam en windvaan. Bepleisterde achtergevel met imitatievoegen en ankers op de eerste twee bouwlaag; rechthoekige vensters met grote roedeverdeling; voornamelijk 19de-eeuwse dakkapellen met windborden.

Interieur. Ingang in oksel van L-vormig hoofdgebouw. Kelder met 17de-eeuwse graatgewelven.

Begane grond. Trappenhal met vierzijdige, neoclassicistische brede, opengewerkte bordestrap van wit gemarmerd hout; aanzet op twee Ionische zuilen; balusterleuning van de derde verdieping bekroond door twee toortsdragende engelen. Gang overkluisd met graatgewelven op gordelbogen; plafondbepleistering - onder meer palmetten en eierlijsten - en schouwen in Second Empirestijl in de drie aansluitende salons.

Tweede bouwlaag. Kamers met aankleding in Lodewijk XIV-stijl onder meer zogenaamde "Kamer van Maria van Bourgondië" met grijsmarmeren Lodewijk XV-schouw waarboven ingewerkt schilderij met voorstelling van de Heilige Franciscus en deurstukken met landschappen en scenes uit het Nieuwe Testament; salon in neorococo met lambriseringen; landschappen van de deurstukken geschilderd door C. Cools.

Rechts, bakstenen dwarsvleugel uit 1893 in neogotische bouwtrant. Drieledige vensters met glas-in-lood-opvullingen (ter hoogte van de trappenhal) onder meer met wapenschilden in verband met de congregatie. In zuidwesthoek, ronde arkeltoren. Leien zadeldak met drie dakkapellen met houten geveltjes met drielobversiering. Uiterst rechts, lagere aanbouw van drie bouwlagen met uitkragende kantelen op een bogenfries; op rechter hoek, verguld Sint-Michielsbeeld.

Interieur. Voormalige neoclassicistische kapel, nu concertzaal.

Links, bakstenen dwarsvleugel onder drie zadeldaken (Vlaamse pannen), in 1913 verbouwd en verhoogd. Begane grond met renaissancistische arduinen galerij; 17de-eeuws steenhouwersmerk te identificeren met A. Wincqz (Arquennes).

Interieur. Begane grond, kant Ontvangersstraat, drie kruisribgewelven met gordelbogen op uitgewerkte kraagstenen in overgangsstijl tussen Renaissance en barok. Voormalige trap-, nu lifttoren met lift van OTIS (jaren 1920 ?). Art-deco-geïnspireerde trap van 1954 leidt naar verdiepingen. Op de bovenverdieping, neogotische huiskapel van 1913 naar ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge) onder meer met houten tongewelf, uitgewerkte trekstangen, muurschilderijen met afbeeldingen van de mirakelen.

Aan tuinzijde, nutsgebouwen uit de 19de en 20ste eeuw onder meer met ingewerkte grafstenen van de congregatiezusters.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 594.
  • Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 11 december 1998.
  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 148/1913.
  • BEERNAERT B., Open Monumentendag. Negentiende eeuwse architectuur in de binnenstad, Brugge, 1990, p. 13-17.
  • De geschiedenis van het Prinsenhof, s.n., s.d.
  • RYCKAERT M., Historische stedenatlas van België. Brugge, Tielt, 1991, p. 165.
  • VANHOUTRYVE A., Brugse gedenkstenen en herdenkingsplaten. Historische analyse en retrospectieve, Brugge, 1990, p. 92-99.

Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Prinsenhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29612 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.