Zogenaamd "Dit huys / Visitatie / ghenaemt", zie cartoucheopschrift en gevelsteen. Samenstel van één breed- en drie diephuizen van samen negen traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak, deels met oudere kern, zie kelders. Gevel is resultaat van "Kunstige Herstelling" van 1897 naar ontwerp van architect C. De Wulf (Brugge), zie cartouche met opschrift "Hersteld / in 1897"; opdracht van baron J. de Brouwer in plaats van drie trap- en een lijstgevel. 1898: verbouwing aan linker travee door toevoegen van "toren"volume.
Neobarok complex met vier trapgevels (van links naar rechts 8 + 6, 5, 7 en 7 treden + topstuk met ijzeren windvanen). Baksteenbouw met typerend gebruik van zandsteen voor hoekblokken, plint, kruis- en bolkozijnen, speklagen, gevelstenen, cartouches, oculusomlijsting, topbekroningen, erker en deuromlijstingen. Rechts tegen de linker trapgevel, vierkante, als risaliet uitgewerkt torenvolume onder leien tentdak met natuurstenen vorstkam en dakkapelletje; rechthoekige erker op de tweede bouwlaag.
Korfboogpoort met houten vleugeldeur voorzien van versierde naald in de tweede trapgevel. Muuropeningen met afgeschuinde dagkanten onder geblokte ontlastingsbogen met mascaronsluitsteen; en op tweede bouwlaag, verdiepte nissen met cartouches met opschriften "Ave / Maria" en "Elck vogel pryst zyn nest / en die is hem alderbest". Neorenaissancegetinte gevelsteen met voorstelling van Visitatie en opschrift: "Benedicta tu inter mulieres et benedictus fructus ventris"; variërende vormgeving voor de zolderluiken achtereenvolgens rechthoekig in de tweede trapgevel, rondbogig opgenomen in een geblokte, door drie oculi geflankeerde omlijsting en opgevat als bolkozijn in de derde trapgevel die bovendien is gemarkeerd door een hoekbeeld van Maria met Kind onder neorenaissancegetint baldakijn. Rechts, aansluitende zijtrapgevel (7 treden) met de hoge, op consooltjes uitkragende schoorsteen met uitgewerkte mond als topstuk. Aanbouw van drie traveeën en twee bouwlagen. Tuinmuur. Deels oude achtergevel, opgebouwd uit drie gevels waarvan de middelste een verankerde bakstenen tuitgevel is, afgeboord met vlechtingen en voorzien van steekboogvensters met afgeschuinde dagkanten.
Interieur. Deels onderkelderd onder meer ter hoogte van inkom, tongewelf (loodrecht op de straat) en verder troggewelven. Eenheidsconcept in eclectische stijl doorgevoerd in alle aspecten van het interieur onder meer lambriseringen, hang- en sluitwerk, cassettenplafonds, parket. De koetsdoorgang, geordonneerd door Dorische zuilen op roodmarmeren plint, deelt pand in twee: links, neogotische kamer met schouw met hergebruikte (?) gotische kopjes van vrouw en man, en deuren met briefpanelen; rechts, traphal met monumentale eikenhouten keizerstrap, vloer met wit en zwart marmeren tegels, houten cassettenplafond. Zogenaamd "Vlaamse Kamer" met lambriseringen waarboven wandschilderingen op doek van E. Rommelaere (1901) met taferelen uit het gezinsleven in de 16de eeuw, opschriften boven de deuren onder meer "O, Haven van de jeugd", "O, Waerden ouderdom" en "O, Winkel van beraed"; neorenaissance-geïnspireerde vleugeldeuren in omlijstingen en schouw met gepolychromeerde figuren die de schouwboezem dragen met ingewerkte kopie van Botticelli's "Madonna met Kind en Johannes de Doper", haardbalk waarop "Est autem amicus socius mensae / Eccl.-6.10"; glas-in-loodvensters waarin medaillons met bijbelse figuren; luiken met hang- en sluitwerk; tussen de vensters, geschilderde medaillons met afbeeldingen van de kunstenaars die aan het huis meewerkten: "Alphonsius Vernieuwe, ferrarius - Carolus De Wulf, architector - Emilius Rommelaere, pictor - Michael D'Hont, sculptor". Tweede salon aan tuinzijde, neobarokschouw met kariatiden, figuren en hoorn des overvloeds; consoles met schilddragende leeuwen ondersteunen schouwboezem; lambrisering met daarboven wandbespanning. Kamer aan straatzijde in neorenaissancestijl: lambrisering met onder meer vogels en mascarons in het fries; natuurstenen volutenschouw, gedateerd "1899" onder houten schouwboezem met centrale nis bekroond met schelpmotief en geflankeerd door panelen en Corinthische zuilen met renaissancemotieven op de schachten; textielbespanning en cassettenplafond.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nrs. 103, 114 en 115/1897, nr. 8/1898.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 455.