erfgoedobject

Architectenwoning Daniël Craet

bouwkundig element
ID
300888
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300888

Juridische gevolgen

Beschrijving

Architectenwoning van Daniël Craet, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1955, ingediend in naam van zijn echtgenote, ontwerpster Frida Burssens. Het huidige uitzicht van de woning wordt bepaald door uitbreidingen aan de voor- en achterzijde, waarvan de bouwplannen dateren van 1965, 1975 en 1991.

De woning is één van de vroegste realisaties van Craet, die in 1951 afstudeerde als architect aan het Sint-Lucasinsitituut van Gent. Deze witgeschilderde bakstenen villa etaleert al zijn voornaamste architecturale principes, die aansluiten bij het modernisme naar Scandinavisch model, meer bepaald een aandacht voor de oriëntatie, een eerlijke vertaling van het interieur aan de buitenzijde, evenals een eenvoudig, consequent en traditioneel materiaalgebruik. Ze vertoont in haar vroegste vorm gelijkenissen met andere woningen die Craet realiseerde in de omgeving, zoals de op het aangrenzende perceel gebouwde woning met museum voor zijn schoonvader Amaat Burssens en in de Korte Rijakkerstraat de atelierwoning voor zijn schoonbroer Jan Burssens, beide eveneens ontworpen in 1955. De familie Burssens woonde sinds 1949 in deze wijk, meer bepaald in het eigendom van de familie Nowé-Vander Stegen aan de naburige Veldstraat (thans Rijakker), dat vanaf 1955 stelselmatig werd verkaveld voor de bouw van een modelwijk bestaande uit vooruitstrevende, moderne woningen, voornamelijk naar ontwerp van architecten Olivier Nowé en René Heyvaert, en Dan Craet. Daarnaast representeert de woning inclusief de latere uitbreidingen de evolutie binnen het oeuvre van Craet.

Het ontwerp van 1955

De oorspronkelijke woning was opgevat als een breed volume onder een vlinderdak met een L-vormige plattegrond, bekomen door een kleine uitbouw aan de achterzijde ten zuidoosten. Het zuidelijke deel van de woning was bereikbaar via stapstenen en bestond uit één bouwlaag, met op dat niveau de ingang en de leef- en slaapruimtes. Het noordelijke gedeelte omvatte daarentegen twee verspringende niveaus, namelijk een souterrain met garage, en daarboven het professionele gedeelte met Craets bureel en archiefruimte. De bouwplannen van 1955 en beeldmateriaal uit 1957 en 1962 geven een beeld van dit oorspronkelijke ontwerp, dat vandaag enkel nog zichtbaar is in de zijgevels, bijvoorbeeld in de noordgevel die is afgewerkt met zichtbare, vervormde baksteen.

Het ontwerp van de architectenwoning representeert de typische elementen uit zijn vroege oeuvre, namelijk het gebruik van split levels met een garage in het souterrain, een dynamische gevelopbouw ontstaan door het terugspringen van de voorgevel ten opzichte van de zijgevels en het dak, de combinatie van witgeschilderde bakstenen gevels op een zwart geschilderde plint met vervormde, hardgebakken baksteen in de zijgevel en hout voor de dakoverstek. De oorspronkelijke toestand van de voorgevel vertoont gelijkenissen met het uitzicht van de gelijktijdig gebouwde kunstenaarswoning van Jan Burssens en de oorspronkelijke voorgevel van woning Claeys. Opvallend is ook dat het toenmalige – vermoedelijk betonnen – gevelvlak in de twee linkertraveeën van de architectenwoning, ter hoogte van de garage en het bovenliggend atelier, op de bouwplannen was aangeduid met een blauwe afwerking. Kleurgebruik in de gevels, en bijkomend in het interieur, is een typisch element uit Craets oeuvre, waar voornamelijk Frida Burssens als vormgeefster verantwoordelijk voor was. Daarnaast waren ook de houten garagepoort met typische metalen klink aanwezig, evenals het meubel- en interieurontwerp dat hij voor zijn vroege ontwerpen realiseerde in samenwerking met de Gentse meubelfirma Van den Berghe-Pauvers.

Huib Hoste nam de architectenwoning van Craet in 1957 op in een artikel over moderne architectuur. Het artikel betrof in hoofdzaak voorbeelden uit West-Vlaanderen, maar aangezien Craets realisaties in Torhout nog niet waren voltooid, illustreerde hij Craets oeuvre aan de hand van de architectenwoning. Hij had de woning bezocht en prees de nieuwe opvatting van het ontwerp ten opzichte van een gebruikelijke, banale omgang met de typologie: “zij is ten andere gans op de zon ingesteld en is zodanig opgevat dat zij eventueel kan uitgebreid worden zonder het karakter ervan te schaden.” Deze uitbreidingen werden ook effectief uitgevoerd in de decennia nadien, waardoor het oorspronkelijke volume vandaag niet langer herkenbaar is vanaf de straatzijde.

De latere uitbreidingen (1965, 1975, 1991)

In een eerste uitbreidingsfase omstreeks 1965 werd het volume uitgebreid vóór de zuidwestelijk georiënteerde straatgevel, in het verlengde van het professionele gedeelte. Dit uitspringende volume onder een lessenaarsdak, met inwendig vier niveaus, bepaalt het huidige uitzicht vanaf de straat. Het volume behoudt het typische materiaalgebruik van witgeschilderde baksteen met donkere, contrasterende elementen, zoals de zwart geschilderde metalen toegangsdeur, die mogelijk gerecupereerd werd van het oorspronkelijke volume. Er trad een versobering van de vormgeving op ten opzichte van het vroegste ontwerp, wat versterkt wordt door de grote vensters, ingevuld met houten schrijnwerk en niet-onderverdeelde glaspartijen. Het nieuwe volume breidde in het souterrain de garage uit en daarboven het architectenbureau. Zo werd het niveau van het toenmalige woongedeelte uitgebreid vóór de toenmalige ingang met een nieuwe hal, een wachtplaats en een ontvangstruimte voor cliënteel. Op de hogere split level werd een tekenbureau voorzien en bijkomend een bureel op het hoogste niveau, dat aan de zuidzijde werd geflankeerd door een terras boven de nieuwe portiek. Rechts naast de oprit, aan de straatzijde, is een typische metalen brievenbus bewaard, die geplaatst is op een donker geschilderd bakstenen muurtje en mogelijk ook uit deze bouwfase dateert.

In 1975 vervolgens ontwierp Craet een uitbreiding van de woning aan de achterzijde, in het verlengde van de keuken. De oude keuken werd gesupprimeerd, waardoor de eetplaats werd uitgebreid, en er kwam een nieuwe, grotere keuken tot stand die uitkeek op de tuin. Het nieuwe volume was L-vormig, waarbij het noordelijke gedeelte twee niveaus omvat en afgedekt wordt door een tentdak. Dat deel omvat een souterrain met garage en een bovenverdieping met een slaap- en badkamer. Door deze uitbreidingsfase kreeg het woongedeelte een U-vormige inplanting. Het verbindende gedeelte tussen de parallelle vleugels, gesitueerd ter hoogte van de oorspronkelijke keuken en een deel van de toegevoegde keuken, werd volgens bouwplannen van 1991 bekroond met een nieuw dakvolume met een zolder- of studioruimte. Deze was toegankelijk vanuit een overkoepelde trap in de binnenkoer. De koer werd later verder overkapt en tot een binnenruimte omgevormd, waardoor een heterogeen, aangesloten bouwvolume ontstond.  

De planindeling en het interieurontwerp

Het grondplan van de oorspronkelijke woning is grotendeels herkenbaar bewaard. In het noordelijke deel was in het souterrain de garage voorzien, terwijl op de verdieping hierboven het atelier van de architect was ondergebracht samen met een archiefruimte. Deze functies bleven behouden en werden vergroot op meerdere split levels in de recentere voorbouw. Op tuinniveau ontvouwt zich nog steeds de voormalige inkomhal, die ten zuidwesten wordt voorafgegaan door de later toegevoegde ontvangstruimtes en die ten oosten in verbinding staat met de leefruimte met haard. Oorspronkelijk bevond zich ten oosten de keuken in een uitbouw samen met de wasplaats. De oorspronkelijke keuken verdween bij de uitbreidingswerken, de ruimte werd geïntegreerd bij de eetplaats in de living en een nieuwe keuken met zithoek kwam tot stand ten noordoosten van het oorspronkelijke volume. Ten noordoosten van de inkomhal zijn nog twee kamers voorzien, met daartussen de bewaarde badkamer. Daarachter bevinden zich de latere uitbreidingen van 1975 en 1991.

Architect Craet ontwierp voor zijn eigen woning vast en los meubilair, dat vervaardigd werd door de Gentse firma Van den Berghe-Pauvers. Archiefdocumenten in het bedrijfsarchief maken melding van onder meer een slaapkamerensemble in kerselaar, een doorgeefkast tussen living en keuken, kasten voor de keuken en eetplaats, evenals meerdere (kleer)kasten. Ondanks de verbouwingswerken aan de keuken is de doorgeefkast bewaard en opgesteld in de recentere keuken. Het meubel vertoont sterke gelijkenissen met onder meer de doorgeefkast in Woning Burssens en wordt gekenmerkt door schuifdeurtjes met gestroomlijnde, driehoekige handvaten. Volgens archiefdocumenten is de kast deels uitgevoerd in sapelli voor de zichtbare delen aan de zijde van de eethoek, die contrasteren met witte panelen. Aan de zijde van de keuken is de kast – typisch voor het kleurgebruik van Frida Burssens – afgewerkt met wit, okergeel en blauw. Ook zijn er anno 2017 ingemaakte kasten bewaard en in het architectuuratelier opvallende, zwevende houten treden, die gevat zijn in een metalen kader en afgewerkt zijn met rode accenten.

  • Beeldarchief Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie, Ten Huize van… Amaat Burssens, 1962, aflevering 58.
  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Gent, afdeling XXIX (Mariakerke), 1955/27 en 1977/49.
  • Stadsarchief Gent, BA Mariakerke, 1955-033 (doos 42), 1965 MA 95 en 1975 MA 16.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1991/40041.
  • Stadsarchief Gent, Fonds Van den Berghe-Pauvers, nummer 504, Dossier inzake de productie van meubels naar ontwerp van architect Craet-Mariakerke (1956-1959).
  • BOLLAERT A. 1997: Kunst in het Land van Nevele (I): Jan Burssens, Land van Nevele 3.
  • HOSTE H. 1957: Hedendaagse woningbouw, Moderne woningen in West-Vlaanderen, West-Vlaanderen 4, 235-244.
  • Mondelinge informatie verkregen van Frida Burssens, weduwe van de architect (4 juni 2015 en 19 juli 2017).

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Daniël Craet [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300888 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.