Fusiegemeente van 521 hectare met een bevolkingsdichtheid van 9740 inwoners (1976) ten noordwesten van de stad Gent. Ten noorden grenzend aan Evergem, in oostelijke richting aan Wondelgem, ten zuid-zuidoosten aansluitend bij Gent en tenslotte ten westen begrensd door Drongen en Vinderhoute.
De Kale en de Rietgracht vormden eertijds de natuurlijke begrenzingen ten westen, werden circa 1965 gedempt na de aanleg van de Ringvaart, de Lieve verdween bij de ophoging van het industrieterrein. In zuidoostelijke en noordwestelijke richting wordt de gemeente doorkruist door de Brugse Vaart, gedurende eeuwen de belangrijkste verkeersader.
Mariakerke bevatte dertien heerlijkheden. De heerlijkheid Mariakerke was afhankelijk van de kasselrij van de Oudburg te Gent en kerkelijk van de Sint-Pietersabdij. In de vroege middeleeuwen en in de 16de eeuw vermoedelijk onder het geslacht van Raas van Gavere. Bij de afschaffing der heerlijkheden in 1787 was Theresia Maria de Coninck de laatste "vrouwe" van Mariakerke.
Nadat door de Vrede van Antwerpen in 1609 de Schelde voor Scheepvaart uit Vlaanderen werd gesloten, vatte men het plan op tot de aanleg van de Brugse Vaart. De uitgraving, begonnen in 1613, werd voltooid in 1619-22; vanaf 1623 bevaren door de bekende zogenaamde bargies, zij vormde de beste en grootste verkeersader van Gent naar Brugge. De bebouwing was vanaf de 17de eeuw dan ook geconcentreerd aan weerszijden van de vaart. De rechterzijde is echter totaal afgezonderd van de eigenlijke dorpskern met parochiekerk op de linkerzijde. De parallel lopende Rijksweg
Gent-Brugge werd in 1952 verbreed tot een snelle verbindingsbaan met de kust. Een tweede belangrijke ingreep vond plaats in de jaren 1960 met het graven van de Ringvaart, thans de noordelijke begrenzing van de gemeente. Deze vaart moest een betere verbinding verzekeren van de Gentse haven met het waterwegennet van het binnenland meer bepaald de Brugse Vaart. De hangbrug op de grens met Vinderhoute dateert van 1960; onder leiding van prof. D. Vandepitte construeerde men hier de eerste hangbrug in voorgespannen beton. Ten zuiden van de Ringvaart bracht de vestiging van een industrieterrein (textiel) grondige veranderingen mee in het landelijke karakter.
Nog tot 1965 bedroeg de landbouwgrond 50% van de totale oppervlakte, voornamelijk gesitueerd in het noordelijk deel. Dit percentage verminderde drastisch bij de aanleg van het industrieterrein aan de in 1969 geopende Ringvaart.
De bevolkingsdichtheid die sedert de Eerste Wereldoorlog geleidelijk toenam, groeide in de tweede eeuwhelft in versneld tempo: verdubbeling van de bevolking in het laatste eeuwkwart. Thans voornamelijk woongemeente voor forenzen naar Gent. Van de vele lusthoven en kastelen die de gemeente rijk was, bleven er een tiental bewaard, doch veelal met ingekrompen en verkaveld park.
- BRAEKELEIRS J. 1977: Heemkundige sprokkelingen over Mariakerke, Mariakerke.
- DE POTTER F. en BROECKAERT J. 1864-1870: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent.
- Marka, notulenblad van de heemkundige kring Marka van 9910, Mariakerke.