is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sociale woonwijk van 1959
Deze vaststelling is geldig sinds
Sociale woonwijk van 48 gezinswoningen en 14 bejaardenwoningen, in 1955-1959 gerealiseerd in het kader van de krotopruiming door de Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen naar ontwerp van de architecten Roger Dryhoel (Waarschoot) en Jozef E. De Coninck (Eeklo).
De wijk die gelegen is aan de rand van het dorp bestaat uit traditionele, gekoppelde woningen (met rode bakstenen gevels onder een zadeldak van rode pannen) rond een centrale groenzone met gekoppelde bejaardenbungalows. Deze laatste sluiten qua vormgeving aan bij de expo-stijl door het materiaalgebruik (breuksteen) en de dakvorm (alluderend aan een vlinderdak).
In 1955 besliste de sociale huisvestingsmaatschappij Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen te Eeklo (vanaf 1958 Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen) om haar werkgebied uit te breiden. Haar eerste project buiten Eeklo bestond uit 48 gezinswoningen en 14 gekoppelde bejaardenwoningen te Knesselare. De architecten Roger Dryhoel (Waarschoot) en Jozef E. De Coninck (Eeklo) werden aangetrokken als ontwerpers en aannemer Croene was in 1958-1959 verantwoordelijk voor de realisatie. De groenaanleg was het werk van tuinarchitect Hendrickx. Het project kaderde in de krotopruiming – het gemeentebestuur verbond zich er toe om 24 krotten te laten sluiten en ontruimen in ruil voor de bouw van deze woningen – en de bedoeling was dat de bejaardenwoningen zouden verhuurd worden door de lokale Commissie van Openbare Onderstand en eventueel ook aangekocht.
De wijk is ingeplant aan de rand van het dorp, vlakbij een klooster met school (voormalig ook bejaarden- en weeshuis). Na enkele alternatieve voorontwerpen werd er voor geopteerd om de gezinswoningen aan de rand in te planten en de bejaardenbungalows te groeperen op het centrale binnenplein waardoor deze afgeschermd zijn van het drukke verkeer in de Kloosterstraat. De groenaanleg is verzorgd met grasvelden, hagen en bomen.
De gezinswoningen zijn heel typisch qua exterieur: rode bakstenen volumes van twee bouwlagen onder een zadeldak van rode pannen, symmetrisch per twee, drie of vier gekoppeld. Ook de grondplannen zijn traditioneel met een voorplaats en woonkamer, en een werkkeuken, WC en berging in een achterbouw. Boven bevinden zich drie slaapkamers en één kleinere ‘kamer’. Een badkamer ontbreekt. De bejaardenhuisjes van één bouwlaag zijn per twee gekoppeld en evenwijdig ingeplant. Het exterieur sluit aan bij de expo-stijl door het materiaalgebruik (lichtgekleurde bepleistering in combinatie met breuksteen) en de dakvorm (lessenaarsdak dat door het schuin oplopen van de dakrand doet denken aan een vlinderdak). Deze woningen beschikken over een woonkamer, keukentje met bergplaats, een slaapkamer met minieme badplaats en een WC. Verder staat in deze wijk ook een elektriciteitscabine in een vormgeving die aansluit bij de gezinswoningen.
De erfgoedwaarde van deze wijk is hoofdzakelijk gelegen in de representatieve architectuur (architecturale waarde), en meer in het bijzonder in het contrast tussen enerzijds de traditionele rode bakstenen volumes met pannendaken en anderzijds de modernistisch ogende bungalows met typerend materiaalgebruik (breuksteen versus lichtgekleurde bepleistering) en dakvorm (pseudo-vlinderdak) anderzijds. Ook de inplanting rond een centrale groenzone met bejaardenwoningen is representatief voor sociale woonwijken uit het derde kwart van de 20ste eeuw (stedenbouwkundige waarde).
Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Knesselare
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk van 1959 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302109 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.