is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Ensemble van villa's
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Ensemble van villa's
Deze bescherming is geldig sinds
Dit ensemble van villa's, gebouwd in de periode circa 1900-1925, vormt als het ware een staalkaart van het burgerlijk landhuis omtrent de eeuwwisseling, waarin afwisselend een bescheiden neotraditionalisme al dan niet in combinatie met een getemperd eclecticisme, cottagereminiscenties of art-nouveau-invloeden de hoofdtoon voeren. Qua schaal en vormgeving individueel sterk verschillend blijft de grote variëteit in vormen, kleuren, materialen en detaillering een algemene constante. Van de meesten is de ontwerper onbekend. De vormgeving blijft dan ook conventioneel en dit in tegenstelling tot de twee villa's van Emiel Van Averbeke die duidelijk in het oog springen.
Rond de eeuwwisseling oefende het gezonde buitenleven in de groene omgeving van stadsrand of platteland een grote aantrekkingskracht uit op de welgestelde burgerij en adel.
De neveneffecten van een voortschrijdende industrialisatie maakten de stad steeds minder aantrekkelijk als woonplaats. De voldoende kapitaalkrachtigen kochten dan ook oude buitenplaatsen op of lieten zich een nieuw landhuis bouwen te midden van veel groen. De lage grondprijzen en gemeentebelastingen in de plattelandsgemeenten vormden hierbij een extra stimulans. Naarmate de algemene welvaart steeg en trein- en tramverbindingen een vlotte bereikbaarheid verzekerden tekende zich een steeds verdere verburgering af van het buiten wonen. Naar het voorbeeld van de gevestigde hogere klassen en vanuit de behoefte het pas verworven prestige naar buiten te etaleren creëerde de nieuwe middenklasse, gevolgd door de dorpsnotabelen zich ook een eigen Arcadië.
Tijdens deze periode ontwikkelde Kortenberg zich, op amper vijftien kilometer van de hoofdstad en op tien kilometer van Leuven, tot een bij de stedelingen geliefd 'lieu de villégiature'. Hierbij speelde de vlotte bereikbaarheid via het in 1866 aangelegde spoor een beslissende rol. De aanwezigheid van een toeristische infrastructuur in de vorm van een viertal hotels en de fraaie bossen in de richting van Everberg verhoogden de aantrekkingskracht.
De eerste landhuizen, of althans hun voorlopers, verschenen tijdens de eerste helft van de 19de eeuw.
Begin 19de eeuw had de adellijke familie de Grave de toon gezet met de aankoop van de voormalige benedictinessenabdij, waarvan het abdisverblijf werd omgebouwd tot landhuis.
In 1841 verrees op de Curtenberg de neo-Palladiaans geïnspireerde villa Eikelenhof ontworpen door de bekende Brusselse architect J.-P. Cluysenaer (1811-1880) als buitenverblijf voor de familie Verheyden.
In 1858 ontstond ook door samenvoeging van twee pachthoven op de grens met Erps het zogenaamde kasteel Redelborght, een imposante, van spie- en hoektorens voorziene eclectische creatie, die de Eerste Wereldoorlog niet zou overleven.
Lokale notabelen, vaak rijke pachters of brouwers die het tot burgemeester hadden gebracht, volgden het voorbeeld. In eerste instantie werden bestaande complexen, hetzij boerderij of afspanning, door middel van enige kunstgrepen zoals elegant smeedwerk, bepleistering en pittoreske torentjes omgevormd tot villa's. Een mooi voorbeeld hiervan was het ingestorte pachthof 'De drie Koningen' of het Torenhof langs de Leuvensesteenweg.
Parallel hiermee verschijnen om en nabij het station talrijke nieuwe villa's die het uitzicht van deze plattelandsgemeente voorgoed en ingrijpend zouden veranderen.
Dit komt manifest tot uiting langs de circa 1860, op een reeks pachthoven en afspanningen na, amper bebouwde Leuvensesteenweg. Akkergronden werden in snel tempo verkaveld ten voordele van een residentiële bebouwing, waarbij vrijstaande villa's op royaal bemeten percelen de hoofdmoot vormden.
Bijzonder illustratief voor dit fenomeen is de tot dan onbebouwde zuidzijde van de steenweg, ter hoogte van abdij en Sint-Jozefskliniek en meer bepaald het landbouwperceel nummer 266 op de Poppkaart. Het werd opgedeeld in brede, diepe kavels die tot aan de Minneveldstraat reikten en in de periode 1890-1925 bebouwd werden met riante villa's. Binnen de sterke variatie in schaal en individuele vormgeving vormt de inplanting te midden een park of tuin, van de steenweg afgesloten met hagen, muren en smeedijzeren hekkens een algemene constante.
In feite werd de aanzet tot bebouwing gezet met de oprichting tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw van het hoekpand 'Grand Hôtel' van Oscar de Smet en de aangrenzende rijwoning Chabot op de hoek met de Karterstraat. De eerste villa in de reeks werd gebouwd in 1889 door dokter E. Vrebos, hoofdgeneesheer van het Sint-Jozefsinstituut. Deze villa werd in 1987 gesloopt en vervangen door twee appartementsgebouwen.
Rond de eeuwwisseling ontstonden de stilistisch nauw verwante nummers 320 en 326, beide eclectisch, het eerste met een predominantie van neogotische, het tweede met neotraditionele elementen. Het decoratief meest uitgewerkt en best bewaard is de villa Elisabeth (nummer 326), het huidige "de Venkel", gebouwd in opdracht van brouwer Camille Schuermans, van 1921 tot 1944 burgemeester van Kortenberg. In deze villa wordt de klassieke opzet en symmetrie verdoezeld door een picturaal materiaalgebruik van rode en witte baksteen, door overvloedig gebruik van smeedwerk voor balkons en nokversiering en door een pittoreske dakafwerking met puntige dakkapellen en een spietorentje.
De villa's nummers 330 en 332 werden begin deze eeuw gebouwd in opdracht van de Duitse handelaar H.E. Lurmann. Ontwerper was Emiel Van Averbeke (1876-1946), algemeen beschouwd als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de art nouveau in Antwerpen. Het nummer 330, bekend als de villa Lurmann, die er tot 1912 zou wonen, dateert van 1903 en getuigt van de geometrisch georiënteerde art nouveau, eigen aan Van Averbeke. Het nummer 332, gebouwd als opbrengstwoning, was in 1919 verhuurd aan de Gentse hoogleraar professor Swartz en nadien aan notaris E. de Creeft, die er verbleef tot 1925 toen hij verhuisde naar zijn nieuwe villa "Le Manoir". Deze tweede villa van Van Averbeke toont, alhoewel amper enkele jaren later, vermoedelijk rond 1906 opgetrokken, een algemene versobering en verstrakking van de ornamentiek en dit niettegenstaande een nog duidelijke verwantschap in de steile spitse zadeldaken, hoge schoorstenen en vakwerkimitatie in de geveltop. Gevels en interieur werden in 1974-75 volledig verbouwd. Op basis van oude foto's kan onder meer worden afgeleid dat de villa oorspronkelijk was afgewerkt met een cementbepleistering met schijnvoegen die grote bouwblokken suggereerden. Karakteristiek waren eveneens de rondbogen van vensters en ingangsportaal. Uiteindelijk bleef enkel het algemeen silhouet met de steile leien daken, bescheiden dakkapellen, de hoge, geprofileerde bakstenen schoorsteen in de westgevel en de uitspringende ingangspartij onder zadeldakje bewaard. Van het fraaie, ijzeren toegangshekken met typerende parallel lijnen en cirkelmotief bleven enkel de hardstenen pijlers in situ aanwezig.
De villa nummer 334, waarvan enkel is bekend dat ze kort voor de oorlog werd opgericht, getuigt met haar grillige bedaking, de forse dakoversteek op decoratief uitgewerkte houten schoorstukken en de bepleisterde geveltop met vakwerkimitatie van cottage-invloeden.
De villareeks wordt afgesloten met de fameuze villa de Creeft (nummer 338) volgens een gevelsteen in 1925 gebouwd. Opdrachtgever notaris de Creeft opteerde voor de oerdegelijkheid van de neorenaissance met traditionele materialen en het geijkte vocabularium van kruisvensters, hoektorentjes, arcadenportiek en volutengevel en dit in combinatie met een grillige dakvorm.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002108, Ensemble van villa's
Auteurs: Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Villa Lurmann
Is deel van
Kortenberg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van villa's [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302702 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.