Ensemble van gebouwen met neotraditionele of cottage reminiscenties uit de eerste helft van de 20ste eeuw, gelegen ten noordwesten van de voormalige priorij van Groenendaal en ten zuiden van de voormalige oefenrenbaan.
Historiek
Uit bekommernis om de voortdurende daling van het bosbestand kwam in 1854 het Belgisch Boswetboek tot stand (openbare bossen), gevolgd door de oprichting van de Hoge Bosraad in 1893, in 1896 aangevuld door de 'Speciale Dienst voor Opzoekingen en Raadgevingen'. Deze dienst met wisselende benamingen vestigde zich in 1919 in Groenendaal en kreeg in 1951 de naam van 'Proefstation van Waters en Bossen', de voorloper van het huidige INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek). Vandaag is het de zetel van ANB (agentschap Natuur en Bos) Regio Groenendaal.
Beschrijving
Het huidige nummer 16 werd kadastraal geregistreerd in 1901 als 'nouvelle construction', vermoedelijk een boswachterswoning, in eigendom van 'de Domeinen van den Staat'. Het betreft een cottage-getinte kleine villa op T-vormige plattegrond met torenvormig volume als inkom in de oksel. Het bakstenen gebouw heeft verspringende volumes van één à twee bouwlagen onder haaks in elkaar gewerkte, leien zadeldaken, het torenvormig volume onder ingesnoerde naaldspits met smeedijzeren bekroning. De bedaking is sterk overkragend en afgewerkt met sierlijke windborden en decoratieve kroonlijsten, in de toren op schoorstukken. Natuursteen werd gebruikt voor de gebosseerde onderbouw, muurbanden en hoek- en sluitstenen. De gevels worden overwegend geopend door steekboogvormige muuropeningen, rondboogvormig in de geveltoppen en toren. Het schrijnwerk werd, met uitzondering van de deuren, vernieuwd naar oud model. Het torenvormige volume wordt bovenaan afgelijnd door een boogfries met vlieggaten.
Ten westen van de villa ligt een L-vormig bijgebouw, waarvan het uitzicht in vereenvoudigde vorm aansluit bij het hoofdgebouw.
Ten oosten ligt nummer 14 dat kadastraal pas werd ingetekend in 1981 als 'administratief gebouw' waar voorheen een boomkwekerij stond geregistreerd. Voortgaande op het uitzicht, moet het gebouw wellicht dateren uit het interbellum, mogelijk omstreeks 1919 toen de toenmalige dienst zich hier kwam vestigen.
Het gaat om een eenvoudig bakstenen gebouw met verspringende volumes van één bouwlaag met verhoogde begane grond en afgedekt door overkragende leien zadeldaken met wolfseinden, klimmende dakkapellen en decoratieve windborden. Witte baksteen werd aangewend voor de contrasterende muurbanden en ontlastingsbogen. De muuropeningen zijn variërend met in de zuidgevel rechthoekige vensters, geaccentueerd door bredere, vierdelige bovenlichten met hardstenen tussenstijlen. Ook de lateien en lekdrempels zijn van hardsteen. Het schrijnwerk werd vernieuwd. Later toegevoegde garage in de noordoosthoek.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Hoeilaart, 1901/111 (nummer 16), 1981/105 (nummer 14).