Appartementsgebouw in een art-decostijl met neotraditionele referenties, omstreeks 1938 opgetrokken voor aannemer Joannes Matthias Henricus Janssen-Suykerbuyck, die er ook zelf gevestigd was. Het oorspronkelijke bouwdossier is niet bewaard, waardoor de ontwerper niet met zekerheid gekend is. Zeer waarschijnlijk echter stond de aannemer-bouwheer zelf in voor het ontwerp. Volgens de kadastrale bronnen is het in 1947 ten gevolge van oorlogsschade ‘geheel hersteld’, en is omstreeks 1949 de achterbouw van de toegangstravee uitgebreid.
Het behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. Het ontwerp voor het nummer 5 maakt deel uit van een rij appartementsgebouwen (nummers 1 tot 9), die zich in de straatwand typologisch of in het aantal bouwlagen onderscheidt van de oostwaarts gesitueerde burgerhuizen en meergezinswoningen. Het nummer 5 valt op door een meer uitgesproken art-decovormgeving, waarin de puntgevel en de bescheiden toepassing van witte natuurstenen elementen aansluiting zoeken met het historiserende architecturale kader.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat het appartementsgebouw vier bouwlagen onder een plat dak. De gevel is centraal beëindigd met een vrijstaande, louter decoratieve gepunte top. Boven de in de naoorlogse periode met geglazuurde oranje en bruine tegels herbeklede winkelpui heeft de gevel een parement uit rode platte baksteen in staand verband met bescheiden Dudokvoeg (dieperliggende lint- of schaduwvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen), en een contrasterende toepassing van witte natuursteen voor de deur- en vensterlateien, de dorpels, de erkerlijst en -basis, en in de fries.
Op de begane grond is de drie traveeën brede winkelpui, oorspronkelijk wellicht met gespiegelde toegang in de uiterst linkse travee, rechts geflankeerd door een smalle toegangstravee voor de appartementen op de verdiepingen. Het geheel is afgelijnd door de oorspronkelijke witte natuurstenen en licht geoorde lateien, die ook toegepast zijn voor de openingen in de bovenbouw. Horizontaal geleed door witte natuurstenen banden, beantwoordt de opstand van laatstgenoemde aan een regelmatig schema van vensteropeningen. De eerste en tweede verdieping zijn gemarkeerd door een centrale tweezijdige erker op driehoekige plattegrond, aan elke zijde geopend met een rechthoekige vensteropening, en waarvan de basis, de centrale hoek en de bovenzijde benadrukt zijn door witte natuurstenen banden of dekstenen. Het verhoogde entablement van de erker fungeert als balustrade voor het balkon van de derde verdieping, ontsloten door twee smalle, gekoppelde openingen. De spiegeling van de smalle vensters in de uiterst rechtse toegangstravee aan linkerzijde van de erker, bewerkstelligt verder een evenwichtige gevelcompositie. Onder de met kunststof beklede kroonlijst, waaronder mogelijk nog het oorspronkelijke houten exemplaar, is deze beëindigd met een witte natuurstenen band. In de puntgevel, de centrale erker en het balkon bekronend, volgt het de getrapte lijn van een baksteendecoratie in haaks gemetste strekken.
De wit geschilderde beglaasde toegangsdeur met lijnvormig en in vier-, vijf- en zeshoeken verdeeld rooster dateert uit de naoorlogse periode; het schrijnwerk in de winkelpui is nadien bijkomend vervangen door een exemplaar in aluminium. Het vensterschrijnwerk is meer recent volledig vernieuwd. Door het ontbreken van een oorspronkelijk of verbouwingsplan, zijn over de indeling van het appartementsgebouw geen archiefbescheiden voorhanden. Van de gevels en het bouwvolume kan worden afgelezen dat de begane grond met handelsruimte over de hele perceeldiepte overdekt is. De verdiepingen in de bovenbouw met L-vormige plattegrond, huisvesten telkens één appartement ontsloten door een traphal in de rechtse toegangstravee.
- Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 6766.
- Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1938/77.