Meergezinswoning in art-decostijl, in 1933 opgetrokken voor 'handelaar' Constant Floren, die er ook zelf woonde. Het oorspronkelijke bouwdossier is niet bewaard, waardoor de ontwerper niet gekend is. In 1935 is de achterbouw op de eerste verdieping verhoogd, en in 1957 zijn de vensteropeningen in de pui verlaagd.
De meergezinswoning behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. Het ontwerp voor het nummer 21 valt in de gevelwand op door de toepassing van een meer uitgesproken art-decostijl, die in het materiaalgebruik en met de vormelementen in de pui, aansluiting zoekt met het omgevende historiserende architecturale kader.
Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een met mechanische pannen gedekt zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat gesitueerd is. Links is het brede standvenster uitgewerkt als verankerde puntgevel. Boven de hoge blauwe hardstenen plint met kwarthol geprofileerde sokkel, waarin de in 1957 verlaagde dorpels opgenomen zijn, heeft de gevel een parement uit bruin baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, en een contrasterende toepassing van witte natuursteen voor de omlijsting van de openingen in toegangstravee, de negblokken en het entablement van de pui, de erker en de gevelbeëindiging.
In de brede, als lijstgevel uitgewerkte rechtse poorttravee, is de met getrapte witte natuursteen omlijste rondboogpoort bekroond door smalle rechthoekige vensters op de verdiepingen en een rechthoekige dakkapel. In de flankerende, even brede venstertravee rechts, op de begane grond geopend door twee met negblokken omlijste rechthoekige en in 1957 aangepaste vensteropeningen, ligt de nadruk op de eerste en tweede verdieping, gekenmerkt door een driezijdige en volledig in witte natuursteen uitgevoerde erker. Rustend op een centrale console met geciseleerde lijnen en rozenknoppen, is de met getande lijst versierde erkerbasis bijkomend benadrukt door een brede witte natuurstenen band omheen de puilijst, de overgang tussen de begane grond en eerste verdieping markerend. De erker met centrale dubbelvleugelige en door enkelvoudige lichten geflankeerde vensteropeningen, is bekroond met een puntgevel waarin een smal liggend rechthoekig venster. De fries is bekleed met getrapt geplaatste witte natuursteen, ter hoogte van de schouders en in de punt met florale motieven in een conventionele art-decostijl, en boven de poorttravee doorlopend in een getande lijst. De diepe kroonlijst is bekleed met kunststof, waaronder mogelijk nog het oorspronkelijke houten exemplaar bewaard bleef. Het poort- en vensterschrijnwerk is volledig vernieuwd.
De oorspronkelijke plattegrond kan worden afgeleid uit het verbouwingsplan uit 1935. Naast de inrij, uitgevend op een open koer met achteraan een garage, zijn in de diepere venstertravee achtereenvolgens een woonkamer, keuken met daklicht en een washuis geschikt, ontsloten door een traphal in de hoek van de inrij en koer. De eerste verdieping, waarvan de indeling op de bovengelegen verdieping wellicht herhaald is, heeft op het middenplan boven het daklicht van de begane grond een verlichtingskoker, met daarnaast de trap met portaal, en een ‘koer’ (terras) met bergplaats. Aan straatzijde bevinden zich in de erkertravee twee aansluitende kamers, en in de poorttravee een badkamer en een keuken. Reeds in 1935 is op de verdieping een achterbouw toegevoegd met boven het washuis en de koer op de begane grond een kamer, voorafgegaan door een bijkomende badkamer. De woning is te oordelen aan de verluchtingsgaten in de gevel met zekerheid onderkelderd, waarvan evenwel geen plattegrond beschikbaar is.
- Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 5328.
- Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1933/127, 1935/116.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 103#5935 & 103#7283.