erfgoedobject

Burgerhuis

bouwkundig element
ID
307216
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307216

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Dit burgerhuis in eclectische stijl met art-nouveaugetinte decoratie werd in 1908 ontworpen door architect Urbain Crommen. De opdrachtgever was varkensslachter Jules Lippens-De Wachter, die toen in de Brabantdam 88 in Gent woonde.

Urbain Crommen ontwierp verschillende burgerhuizen in een typerend art-nouveaugetint eclecticisme in de wijk. Voorbeelden hiervan bevinden zich in de Bouwmeestersstraat (9, 19, 31 en 57) en in de Scheldestraat (56-58, 95 en 107-113). Deze woningen, die tussen 1906 en 1909 gebouwd werden, worden gekenmerkt door een uitgewerkte detaillering van de decoratieve elementen in de gevel. Het oeuvre van Urbain Crommen bevat hoofdzakelijk decoratieve eclectische woningen met verwijzingen naar de art-nouveaustijl. In deze wijk getuigen de ontwerpen van een overgangsfase, waarbij nog vastgehouden wordt aan de traditionele gevelindeling maar tegelijkertijd al geëxperimenteerd wordt met decoratieve elementen uit de art nouveau. Van zijn hand is verder ook het ontwerp uit 1909 voor zijn eigen woning in de Prinses Clementinalaan nummer 20 in Gent. Na dit project kreeg hij een aantal belangrijke opdrachten, waaronder de statige burgerhuizen in de Tentoonstellingslaan in Gent (nummers 34 en 95).

Dit gedeelte van de Aannemersstraat wordt gekenmerkt door een zeer heterogene bebouwing, waarbij vroeg-20ste-eeuwse realisaties worden afgewisseld met recentere baksteenarchitectuur en hedendaagse constructies. Nummer 126 vormt in dit versnipperde straatbeeld een herkenbaar restant van de oudere bebouwing.

De rijwoning is twee traveeën breed en telt drie bouwlagen boven een souterrain, onder een mank pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde en geschilderde lijstgevel staat op een hardstenen plint en is bovenaan afgelijnd door een vernieuwde kroonlijst op klossen en een tandlijst. Het gevelvlak wordt verlevendigd door gegroepeerde parallelle banden en tal van opvallende in de bepleistering uitgewerkte art-nouveaugetinte versieringen boven en onder de gevelopeningen. In het gevelontwerp is een opmerkelijk contrast zichtbaar tussen het gebruik van progressieve organische art-nouveauvormentaal, kenmerkend door de opvallende versieringen rond de vensteropeningen, en het voorkomen van klassieke elementen, zoals de geprofileerde lijsten, smeedijzeren balkonbalustrade, gecanneleerde deurornamenten en houten kroonlijst. Het gevelontwerp voorziet twee ongelijke traveeën, waarbij alle gevelopeningen verschillend uitgewerkt zijn. In de brede linkertravee vervangt een recente garagepoort onderaan het originele souterrainvenster, waarboven een rondboogvenster achter een fraaie gebombeerde gietijzeren balustrade de bel-etage verlicht. Rechts daarvan is in de smalle deurtravee een rechthoekige deuropening uitgewerkt onder een gescheiden vierkant bovenlicht, waarbij de geaccentueerde deurlatei geflankeerd wordt door twee trigliefconsoles. De overgang tussen de bel-etage en de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een geprofileerde waterlijst, waarboven zich twee vensters bevinden. De bovenzijde van deze vensters is gevat tussen een doorgetrokken geprofileerde omlijsting. Op de penanten is telkens een rozet aangebracht. Op de tweede verdieping is in de rechtertravee een rechthoekig venster aanwezig, links daarvan een drielicht. Al het schrijnwerk is recent. Het uitgevoerde gevelontwerp wijkt af van de bouwplannen die verschillen in de versieringen en vormgeving van de muuropeningen laat zien. Ook was de linkertravee voorzien als risaliet, dat zou bekroond worden met een piron boven een uitgewerkte kroonlijst.

De ontwerper gaf de woning volgens de bouwplannen een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal vanwaar twee korte steektrappen uitgeven op het souterrain en de bel-etage. De linkerzijde van het souterrain wordt ingenomen door een eetplaats langs de straatzijde die in verbinding staat met een keuken. Achter de traphal is naast de koer een smallere lage aanbouw aanwezig waarin het schotelhuis, toilet en bergruimte ingericht zijn. De linkerzijde van de bel-etage wordt ingenomen door twee salons die met elkaar in verbinding staan, met daarnaast de traphal. Van de bovenverdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar. Verder is de woning deels onderkelderd.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1909/52.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1908-0132.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307216 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.