Dit burgerhuis in art-nouveaustijl werd in 1909 ontworpen door bouwkundige Eduard Rigelle. Opdrachtgever was Camiel Focquet-Fassart. Deze bezat een aannemersbedrijf dat gevestigd was in Sint-Amandsberg, met een hoge tewerkstellingsgraad van wel 55 werknemers in 1903. Het bedrijf heeft verschillende gebouwen in de wijk gebouwd, waaronder woningen in de Aannemersstraat (nummers 16, 36, 58-60 en 74), Bouwmeestersstraat (nummer 29) en Scheldestraat (nummers 107-113). Rigelle maakte voor het aannemersbedrijf ook het ontwerp van het eclectische ensemble van acht woningen in de Scheldestraat nummers 14-28.

Dit gedeelte van de Aannemersstraat wordt gekarakteriseerd door een gevarieerde vroeg-20ste-eeuwse rijbebouwing van middelhoge, voornamelijk bepleisterde woningen, verlevendigd door erkers of balkons. Nummer 72 sluit qua stijl, materiaalgebruik en volumetrie perfect aan bij de woning aan de linkerzijde, maar contrasteert met zijn geglazuurde parement met de woning aan de rechterzijde.

De rijwoning telt drie bouwlagen boven een souterrain, onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat, onderaan afgelijnd met een zware geprofileerde kroonlijst op modillons. De lijstgevel op een hardstenen plint is opgebouwd uit een parement van witte geglazuurde baksteen, horizontaal geritmeerd door parallelle banden van blauw geglazuurde stenen en hardstenen lekdrempels. Het gevelvlak bevat uitsluitend recent raamschrijnwerk, en is ingedeeld in een brede venstertravee aan de linkerzijde en een smalle deurtravee rechts daarvan. Onderaan is het originele souterrainvenster vervangen door een recente garagepoort, naast een rechthoekige houten voordeur tussen hardstenen stijlen, met smeedijzeren roosters voor de beglazing. Naast de deur is een gietijzeren voetschraper geplaatst en boven de gecanneleerde hardstenen latei is een keramisch tegeltableau aangebracht in plaats van een bovenlicht. De bel-etage heeft getoogde gevelopeningen, bovenaan versierd met een rollaag van afwisselend blauwe en witte geglazuurde stenen op hardstenen aanzetten. In de rechtertravee is een venster aangebracht met hardstenen cordon waarboven een fries van geglazuurde reliëftegels met bloemenpatroon aangebracht is. In de linkertravee is een hardstenen balkon op centrale console met smeedijzeren balustrade uitgewerkt, waarbij de vensterdeur geflankeerd wordt door geglazuurde reliëftegeltableau’s met bloemenpatroon. Het gevelontwerp wordt gedomineerd door een monumentale driezijdige houten erker in de linkertravee van de tweede verdieping. Deze steunt op een hardstenen plaat en op twee smeedijzeren consoles en is bovenaan afgelijnd met een geprofileerde houten kroonlijst. De drie zijden zijn volledig opengewerkt met gekoppelde ramen, waarbij zowel de borstwering, tussenstijlen en bovenpanelen versierd zijn met houtsnijwerk. Rechts daarvan is een venster onder stalen latei versierd met rozetten uitgewerkt. Boven de latei is een ontlastingsboog in het parement uitgewerkt, bestaande uit een rollaag van afwisselend witte en blauwe geglazuurde stenen op hardstenen voetstukken. Bovenop de erker schermt een ijzeren balustrade het balkon af dat toegankelijk is via een balkondeur, geflankeerd door keramische tegels. In de rechtertravee is een rechthoekig venster aangebracht met geglazuurde reliëftegels in de borstwering. Een doorlopende geprofileerde hardstenen druiplijst vormt de bovenzijde van de gevelopeningen, waarboven een fries van geglazuurde reliëftegels aangebracht is.

De ontwerper gaf volgens de bouwplannen de woning een conventionele enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de inkomhal met trap. Waar de gevelopstand het voorkomen van een souterrainverdieping laat vermoeden, betreft het in werkelijkheid een laag uitgevoerde gelijkvloerse verdieping waarvan het vloerniveau zich gelijk met het maaiveld bevindt. In de linkerzijde van deze verdieping staat een eetkamer in verbinding met de keuken die op de koer uitgeeft. Achter de traphal is een smallere lage aanbouw aanwezig waarin een bijkeuken, toilet en bergruimte ingericht zijn. Op de verdieping geeft de traphal uit op een gevelbrede salon langs de straatzijde die in verbinding staat met een smallere eetkamer met terras. Van de bovenliggende verdiepingen is geen planmateriaal beschikbaar, vermoedelijk hebben deze dezelfde indeling als de eerste verdieping en zijn hier de slaapkamers ingericht.