erfgoedobject

Domein Les Sophoras

bouwkundig / landschappelijk element
ID
307472
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307472

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Les Sophoras
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

De villa Les Sophoras, gebouwd in eclectische stijl met cottage-invloeden, is ingeplant op een ruim perceel gelegen op de hoek van de Ellestraat en de Bruidstraat in het centrum van Gistel. Het perceel is ommuurd en toegankelijk via een ijzeren openzwaaiend hek met geometrische invulling, hierbij aansluitend aan de Ellestraat een eenvoudige afsluiting op bepleisterde muurtjes.

Op de site bevinden zich een villa, die opgetrokken is op een bunker uit de Eerste Wereldoorlog, de voormalige paardenstallen, een bunker uit de Tweede Wereldoorlog en een parkaanleg met groentetuin en serres.

Historiek

De huidige villa Les Sophoras werd gebouwd in de jaren 1920. Volgens het primitief kadasterplan van circa 1835 was oorspronkelijk tegen de straat een vrijstaand volume te situeren, dat gekend was als Kasteel Langhelis of Chateau de Fils Valcke. Volgens oude postkaarten en kadasteronderzoek was dit kasteeltje dichter tegen de straat gelegen dan de bewaarde villa. Rond de eeuwwisseling was het kasteeltje bewoond door Joris de Brandner, die volgens het kadaster een advocaat uit Elsene was.

Gistel vormde tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijk logistiek centrum in het hinterland achter het kustfront en het IJzerfront. Onder meer de voormalige spoorlijn 62, tussen Oostende en Torhout, vormde hierbij een belangrijke verbinding. Tijdens de oorlog werd een buurtspoorweg aangelegd tussen Brugge en het front bij Sint-Pieterskapelle, via Gistel. In en rond Gistel legden de Duitsers heel wat infrastructuur aan, waaronder pionierparken, een hospitaal, een vliegveld en hoofdkwartieren. Ook het kasteeltje, dat door de Duitse troepen als Beverschloss werd aangeduid, werd gebruikt als Duits hoofdkwartier. In het park bouwden de Duitsers een bunker.

Op 28 mei 1921 verkocht de Brandner het domein aan Leonce Van Wynendaele, een bankier uit Oostende. Deze liet vervolgens de bestaande woning afbreken. De huidige villa werd opgetrokken op de bunker uit de Eerste Wereldoorlog. De villa werd Les Sophoras genoemd, wellicht naar de Japanse honingboom, met als vroegere wetenschappelijke naam Sophora japonica (tegenwoordig Styphnolobium japonicum).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Gistel opnieuw Duitse hoofdkwartieren ingericht ten behoeve van achtereenvolgens de 306de infanteriedivisie (augustus 1941 – november 1942), de 39ste infanteriedivisie (november 1942 - februari 1943), de 171ste reserve infanteriedivisie (februari 1943 - januari 1944) en de 48ste infanteriedivisie (januari 1944 - augustus 1944). Ook villa Les Sophoras werd als hoofdkwartier ingericht: de onderliggende bunker uit de Eerste Wereldoorlog kon hierbij als schuilplaats functioneren. In het park werd een nieuwe bunker opgetrokken, die mogelijk bedoeld was als communicatiebunker (Nachrichtenstand). Ook elders in Gistel werden betonnen bunkers opgetrokken. Gistel werd op 7 september 1944 bevrijd door het 12de Manitoba Dragoons. Bomen in het park vertonen naar verluidt nog steeds sporen van een Duitse aanval met brisantbommen tijdens deze bevrijding, toen Les Sophoras vanuit de omgeving van Jabbeke werd beschoten.

Beschrijving villa

Vrijstaande villa in eclectische stijl met cottage-invloeden, gebouwd in de jaren 1920 op een bestaande bunker van 1914. De villa heeft een onregelmatige plattegrond gevormd door de erkeruitbouwen, de toegangstrappen en het trappenhuis. Volume van drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een pannen schilddak met brede dakoversteken. De baksteen lijstgevels zijn bepleisterd en voorzien van imitatievoegwerk in combinatie met bepleisterde panelen voorzien van afgeronde of uitgespaarde hoeken. De begane grond is deels opengewerkt en aan de zuidzijde voorzien van penanten die overgaan in de gaanderij op de verhoogde begane grond. De opengewerkte begane grond is afgesloten door hekwerk en de vloeren zijn voorzien van terrazzo. De sokkel bestaat uit rode baksteen in combinatie met bepleisterde gevelvlakken die zorgen voor een verticale ritmering die doorloopt tot op de eerste verdieping. De niet bepleisterde penanten lopen visueel over in de gekoppelde pilasters van de gaanderij. De verhoogde begane grond is toegankelijk via twee bakstenen buitentrappen afgewerkt met terrazzo. Op de verhoogde begane grond bevindt zich aan de zuidzijde een gaanderij, halfrond en gevelbreed uitgewerkt. De gaanderij is voorzien van gekoppelde zuilen van de Dorische orde waarop oorspronkelijk een licht hellend dak rustte. Boven de gaanderij bevindt zich links een recentere veranda uitbouw die tegen de oorspronkelijke puntgevel is gebouwd. De geveltop is voorzien van een ovale vensteropening en een brede dakoversteek. In de uiterste rechtertravee is tegen het hoofdvolume een torenachtig, vijfhoekig volume gebouwd. Volgens postkaarten was de torenuitbouw oorspronkelijk hoger en afgewerkt met een naaldspits. De torenuitbouw is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van behouden schrijnwerk getypeerd door de kleine roedeverdeling en sierlijke rolluikkasten. Oorspronkelijk waren die ook voorzien van een soort uitklapbaar zonweringsysteem annex rolluik ter hoogte van de tweede verdieping. De overdekte gaanderij is toegankelijk via een bakstenen trap vanaf de tuin en via portes fenêtre vanuit het groot salon. Deze portes fenêtre zijn voorzien van behouden schrijnwerk bestaande uit kleine roedeverdelingen en sierlijke rolluikkasten. De noordgevel is een bijna blinde gevel. De sokkel is voorzien van een bepleistering in combinatie met rode baksteen die zorgen voor de verticale belijning van de massieve sokkel. Op de verhoogde begane grond opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van behouden schrijnwerk, getypeerd door kleine roedeverdelingen. De oostgevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen, waarvan sommige zijn opgevat als een driezijdige erkeruitbouw. Behouden schrijnwerk met kleine roedeverdelingen en rolluikkasten. Tegen de westgevel is een torenvormig volume gebouwd waar het trappenhuis is onder gebracht. Dit volume onder plat dak is voorzien van rechthoekige en ovale muuropeningen voorzien van behouden schrijnwerk getypeerd door kleine roedeverdelingen. Dit volume wordt horizontaal belijnd door het imitatievoegwerk en de kordons ter hoogte van de onderdorpels. Op de bovenste verdieping zijn de penanten voorzien van panelen met uitsparingen in de hoeken. Links van het torenvormig volume bevindt zich een toegangstrap van baksteen met terrazzovloer. Boven de deur een gietijzeren afdakje.

De villa bewaart de oorspronkelijke plattegrond, planindeling en deels de oorspronkelijke interieuraankleding. De inkomhal is voorzien van een parketvloer, een schouw opgebouwd uit twee massieve schouwwangen met voluten. Een rondboogvormige doorgang geeft toegang tot een vestibule afgewerkt met een parketvloer en lambrisering, waarop de verschillende ruimtes uitkomen. Aan de zuidzijde van de vestibule bevindt zich het groot salon toegankelijk via een rondboogdoorgang. Dit salon is afgewerkt met een parketvloer en enerzijds een bepleisterde plafonds met neo-empire elementen en anderzijds een cassette plafond. De ruimte aan de oostzijde, de huidige keuken, wordt gekenmerkt door de kleine roedeverdelingen van de vensters die verder doorlopen over de wanden en ook kenmerkend zijn voor de deur die toegang geeft tot het groot salon. De toegang tot de traphall is rondboogvormig uitgewerkt. De bordestrap is voorzien van een balusterleuning en de toegang op elke verdieping wordt geflankeerd door zuilen. Op de verdieping is een beperkte interieuraankleding bewaard gebleven, namelijk een kamer met eenvoudig lijstwerk en een centraal rosace in neo-empirestijl.

Beschrijving van de bunker uit de Eerste Wereldoorlog

Halfondergrondse betonnen militaire constructie met rechthoekig grondplan van min of meer 13 op 11 meter, waarop later een villa is opgetrokken. De betonnen muren en plafonds zijn gegoten tegen houten beplanking. In de noordoostelijke ruimte zitten er stalen profielen in het plafond.

De toegang tot de bunker aan westelijke zijde verloopt hoekig: via een dergelijke ‘gebroken’ toegang werden de binnenruimtes beschermd tegen het rechtstreeks binnendringen van projectielen en explosieve druk. Deze toegang mondt uit in een gang, waarop aan oostelijke zijde haaks een tweede gang loopt. Deze laatste gang was vermoedelijk oorspronkelijk aan beide zijden toegankelijk.

De eerste gang verdeelt de bunker in twee delen. Elke bunkerhelft is op haar beurt onderverdeeld in aan westelijke zijde een grote (circa 500 op 250 cm) en aan oostelijke zijde een kleinere (ca. 200 op 250 cm) rechthoekige ruimte. Deze ruimtes staan ook onderling via deuropeningen in verbinding. Doorheen de zuidelijke en westelijke (oorspronkelijke) buitenmuur zitten kleinere rechthoekige openingen. Vele deur- en muuropeningen zijn naderhand gedicht. Verder zijn er ook nog haken, houten deuromlijstingen, deurduimen en mogelijk ook nog originele houten deuren bewaard.

Beschrijving van de bunker uit de Tweede Wereldoorlog

Vrijstaande halfondergrondse betonnen bunker in een bomenrijke zone in het park, ten noorden van de villa. De bunker heeft een min of meer rechthoekig grondplan, met een uitspringend gedeelte aan de noordelijke toegangszijde (met ingangsverdediging) en in de zuidwestelijke hoek (nooduitgang). De maximale afmetingen van de bunker zijn bij benadering 15,40 op 12,60 meter. De buitenmuren zijn 80 tot 100 cm dik. Deze bouwsterkte werd Verstärkt feldmässig genoemd. Ten noorden van de toegangszijde is een aarden wal bewaard, als bijkomende bescherming.

Toegang met vier treden. In de vloer van de eerste ruimte zit een vierkante afwateringsput. Tegenover de toegang zit een getrapte rechthoekige opening, met een bewaarde stalen luik aan de andere muurzijde. In de uitbouw ten westen van de toegang zit een grotere ingangsverdediging. Beide schietopeningen verkleinen trapsgewijs naar het midden toe. Openingen voor buizen en overdrukventielen bij de deuropeningen ter hoogte van de toegang verwijzen naar een gaszuiveringsinstallatie.

De bunker telt een tiental ruimtes. De (meeste) binnenmuren zijn uit baksteen opgetrokken. Het kruipgat naar de nooduitgang is met een stalen luik afsluitbaar. In de koker van de nooduitgang, maar ook bovenaan de nooduitgang (op het dak) zijn (klim)ijzers bewaard. In vele muren en plafonds zitten houten latten, soms met nagels. Onderaan de muren, maar ook doorheen het plafond zitten openingen. In enkele ruimtes zijn kachelbuizen bewaard. De meeste muren zijn gewit, op enkele muren en plafonds zijn sporen van zwarte teer te zien. Enkele ruimtes zijn naderhand beschilderd of met tekeningen voorzien.

Beschrijving paardenstallen en koetshuis

De paardenstallen en het koetshuis bevinden zich te westen van de villa. Het witgeschilderde bakstenen volume van één bouwlaag hoog onder een pannen zadeldak telt zes traveeën. De lijstgevel is ter hoogte van de tweede en de vijfde travee voorzien van een puntgevel opengewerkt met een rondboogvormige muuropening. De muuropeningen bewaren het originele schrijnwerk. De voederbakken zijn bewaard.

Beschrijving tuinaanleg

De villa is ingeplant in een tuin met een oppervlakte van ongeveer 1,5 hectare en bewaart kenmerken van een 19de-eeuwse parkaanleg, herwerkt en aangevuld in de loop van de 20ste eeuw. Van de oorspronkelijke tuinaanleg resteren vermoedelijk enkel de twee toegangen vanaf de Ellestraat, een noordelijke bakstenen afsluitmuur en een aantal oudere parkbomen waaronder enkele omvangrijke bruine beuken, tamme kastanjes en een zilverlinde. Het later aangevulde bomenbestand is gevarieerd met onder meer een haagbeuk, een bomencirkel met zes bruine beuken, diverse linden, een geënte vederbeuk, een geënte zilverlinde, een olm, een plataan, een Japanse honingboom (?), een aantal tamme kastanjes, witte paardenkastanjes en gewone esdoorns, een moerascipres en enkele Italiaanse populieren. Ook de struiklaag is gevarieerd met soorten als gewone hulst, bonte hulst, boerenjasmijn, hortensia, liguster, taxus, sneeuwbes, aucuba, bonte kardinaalsmuts en hazelaar.

De hoofdtoegangen aan de Ellestraat zijn telkens geflankeerd door twee gekandelaarde welkomstlinden (tot 2,11 meter). Een derde toegang vanaf de Bruidstraat ontsluit een klein koetshuis en paardenstallen en later de garage. In de voortuinstrook bevinden zich nog een opmerkelijke bruine beuk (3,41 meter), een meerstammige gewone esdoorn en een haagbeuk. De centrale structuur is recent dichtgegroeid. In deze zone is ook een tuinbeeld bewaard. De lange afsluiting aan de straatzijde, oorspronkelijk met verticaal smeedijzeren hekwerk gevat tussen bakstenen pijlers, is later vervangen door een verlaagde betonnen afsluiting met horizontale liggers.

De zone ten westen van de villa, wellicht vroeger met een zichtlijn op een ronde vijver in de noordwestelijke hoek van het tuinperceel, is eveneens recent dichtgegroeid. In deze gazonpartij werden sierkersen ingeplant. Enkele oorspronkelijke solitaire parkbomen bleven wel bewaard; waaronder een tamme kastanje (2,70 meter) en een opmerkelijke bomencirkel met zes bruine beuken (2,25 tot 3,31 meter). De oostzijde van het tuinperceel is ingenomen door een bouwvallig serrecomplex met restanten van kweekbedden, aansluitend op een voormalige moestuin. Deze zone, deels ook met spontane boom- en struikenopslag, is dicht geplant met fruitbomen, waaronder appel, peer, kers en okkernoot, alsook een exemplaar kweepeer. Een oorspronkelijke afsluitmuur, tegelijk fruitmuur, is bewaard, samen met een lage tuinberging. De ganse noordelijke en westelijke zone van het tuinperceel is ingenomen door een parkrand doorsneden door slingerende wandelpaden. Het reliëf in deze zone is enigszins gemodelleerd, met als hoogste punt de zone onmiddellijk ten noorden van de ronde parkvijver.

In de dichte parkbosrand staan meerdere opmerkelijke parkbomen waaronder een linde (+ 4 meter), een tamme kastanje (3,55 meter), een geënte vederbeuk (2,44 meter, ent op 50 cm), een bruine beuk (3,33 meter), een olm (1,84 meter), een plataan (1,76 meter), een geënte zilverlinde (2,69 meter, ent op 250 cm), nog een bruine beuk (3,25 meter), een witte paardenkastanje (2,80 meter), een zilverlinde (5,25 meter) en een moerascipres (2,57 meter). Voorts resteert er vermoedelijk ook één exemplaar van een Japanse honingboom (1,59 meter), wat eventueel kan verwijzen naar de naam van de villa Les Sophoras. De vroegere wetenschappelijke naam voor deze boom is immers Sophora japonica.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Gistel, afdeling I, 1881/38, 1922/11.
  • Domein Raversijde Oostende, Collectie militaire stafkaarten Eerste Wereldoorlog: Leffinghe, Target Map No. 4, 1/9/1917 [Britse stafkaart]; Nieuport (Plan Directeur Armée Belge), 1/6/1918.
  • Militärarchiv Freiburg, RM121-I-92, Munition (Marine-Vermessungs-Abteilung), 1/12/1917; Pionierparks (Marine-Vermessungs-Abteilung), 1/12/1917.
  • Topografische kaart van België 12/7, tweede editie (1883) en derde editie (1911).
  • DEBAILLIE F. 2018: Snaaskerke, Zevekote, Moere, Gistel 1940-1944 Bezet en bevrijd, Brugge.
  • DENDUYVER N. 2018: Villa Sophoras en park, Gestella krantje, 40.4, 106-109.
  • ROLF R. 2008: Atlantikwall-Typenheft Atlantic Wall Typology, Typologie du Mur de l’Atlantique,
  • SAKKERS H. & HOUTERMAN J.N. 1991: Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen gedurende opbouw en strijd 1942 – 1944, Middelburg.
  • VANSEVENANT M. 2015: Gistelse verhalen uit de Groote Oorlog, Gistel.
  • Opmetingsplannen van de bunkers, door T. Cools en P. Nowak, 10 juni 2016.
  • Informatie meegedeeld door Pierre Nowak (22 september 2018).
  • Le château de Mr. Valcke et le hameau dit “de Stuiver”. Les environs d’Ostende – Ghistelles, Bruxelles, Ed. V.G. 42, verstuurd in augustus 1903; Chateau, de Brandneer, Ghistelles, Ed. F. Van Honsebrouck, verstuurd in augustus 1909 ; Gistel “Les Sophoras”, Van Honsebrouck-Deschuytter, verstuurd in juli 1947; [prentbriefkaarten], www.delcampe.be (geraadpleegd op 8 augustus 2019).

Auteurs: Decoodt, Hannelore; Himpe, Koen; Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De villa werd gesloopt. De overige elementen (paardenstallen/koetshuis, serre, parkaanleg, bunker WOI en bunker WOII) zijn bewaard en zijn opgenomen in het nog uit te voeren ontwerp voor het park en zouden dus ook in de toekomst behouden blijven. Het park werd hernoemd tot Dokter Egide Defever park. De ommuring van het domein bleef bewaard, met uitzondering van de kant van de Ellestraat en hier en daar kleine doorbrekingen.

  • Informatie verkregen van de Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst Polderrand (28 oktober 2022).
Auteurs: Jacobs, Els
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Les Sophoras [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307472 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.