Burgerhuis in beaux-artsstijl in 1927 ontworpen door de architecten Henri Franck en Zoon in opdracht van de ijzerhandelaar G. Detienne.
Over het leven van de architecten Henri Franck en zijn zoon Leopold Franck is tot dusver weinig bekend. Actief vanaf het begin van de jaren 1920, was hun bureau op het moment van de bouw van de woning Detienne gevestigd op Elisabethlaan 79 in Berchem. Vader en zoon Franck promootten zich ook als gezworen landmeters en hypotheekverstrekkers voor het bouwen van woningen. De woning Detienne sluit qua stijl en vormgeving aan bij de reeds gekende ontwerpen uit het oeuvre van het architectenduo, dat voornamelijk uit stadsvilla's en burgerhuizen bestaat waarvan verschillende in Berchem. Vader en zoon Franck beoefenden zeer uiteenlopende stijlen, gaande van beaux-arts en art-deco tot cottagestijl en het eclecticisme.
De woning onderging in 1938 een verbouwing door de aannemer V. Merckx-Verellen. De achterbouw werd op de gelijkvloerse verdieping uitgebreid met een toilet en ter hoogte van de tweede verdieping verhoogd met een badkamer. In 2001 werd een vergunning aangevraagd voor de verbouwing van de woning naar een ontwerp door architect Frank Van Laere. Het betrof een grondige inwendige verbouwing tot kantoor- en woonruimte met een volledig nieuwe achterbouw en toevoeging van een derde verdieping opgevat als pseudo-mansarde. In 2003 volgde een functiewijziging tot kantoren.
De woning Detienne beantwoordt aan de typologie die de architectuur van de Koninklijkelaan kenmerkt. Het gaat om een bebouwing van overwegend burgerhuizen uit de jaren 1920 en 1930. Zoals de bouwvoorschriften opleggen, zijn de voortuintjes telkens afgesloten door een ijzeren hekwerk. Het hekwerk is hier echter verloren gegaan bij de heraanleg van de voortuin. De woning sluit qua bouwhoogte aan bij de aanpalende woningen maar springt in het oog door haar brede gevelfront uit rode baksteen, sterk contrasterend met de overwegend in witte natuursteen uitgevoerde parementen in deze gevelwand. De woning toont qua stijl en ornament gelijkenissen met een aantal andere woningen in het straatbeeld, wat getuigt van de populariteit van de beaux-artsstijl omstreeks de jaren 1930. Desalniettemin zijn er diverse verschillen terug te vinden in gevelopbouw en materiaalgebruik van deze woningen, wat tezelfdertijd de verscheidenheid van de stijl aantoont. Ook de woningen Koninklijkelaan 9 en 49 werden ontworpen door Henri Franck en Zoon, zij het met een uitgesproken neorococo-inslag, evenals de woningen op nummers 20, 40, 73 en 76. Dat het architectenduo in deze periode zo veel opdrachten van kapitaalkrachtige bouwheren wist te verkrijgen in de wijk, duidt op een gevestigde reputatie in de betere kringen.
De onderkelderde rijwoning met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën omvat drie bouwlagen oorspronkelijk onder een plat dak. De leien pseudo-mansarde werd toegevoegd na 2001. De voorgevel bestaat uit een combinatie van rood baksteenmetselwerk in kruisverband en witte natuursteen gebruikt voor speklagen, omlijstingen en dorpels, op een dubbele plint van blauwe hardsteen en witte natuursteen. De lijstgevel, horizontaal geleed door de puilijst, wordt bekroond door een klassiek hoofdgestel, bestaande uit een architraaf, een fries en een houten kroonlijst op klossen en consoles. Het ingehouden geveldecor bestaande uit rolwerk, bloem- en bladmotieven eigen aan de beaux-artsstijl, is ontleend aan de klassieke Franse architectuurstijlen. In overeenstemming met de opdeling in hoofd- en nevenruimten in het interieur, legt de asymmetrische compositie van de gevel de klemtoon op het brede zijrisaliet rechts, benadrukt door kolossale pilasters en oorspronkelijk bekroond door een blinde attiek. De bow-window op de eerste verdieping, geopend door een arcadevormend drielicht met een smeedijzeren borstwering in de middenas, rust op een decoratief uitgewerkte console. Het bekronende balkon heeft een balustrade van hetzelfde sierlijke smeedwerk, gevat tussen postamenten. Korfboogopeningen doorbreken het onderste register, rond- en korfboogvensters de bovenbouw. Sluitstenen accentueren de eerste twee bouwlagen, waterlijsten de bel-etage, daar waar de vensters van de topgeleding zijn uitgewerkt als twee- en drielichten. In de linkertravee na 2001 aangepaste inkomdeur met nieuw schrijnwerk. Het betrof oorspronkelijk een smallere deur met zijlicht, onder de behouden doorlopende latei tussen voluutconsoles en het bovenlicht. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk van de vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard.
De plattegrond van de woning beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen bood de gelijkvloerse verdieping in de linkertravee ruimte aan de inkom- en traphal, met daarachter een wc, office en keuken gelegen aan de tuinzijde van de woning. Daarnaast een enfilade van zit- en eetkamer met daarachter een veranda en terras. Op de eerste verdieping strekte zich aan straatzijde een salon uit over de volledige breedte van de woning, en daarachter een slaapkamer met balkon uitgevend op de tuin; verder was er nog een badkamer aan de achterzijde van de woning. De tweede verdieping was onderverdeeld in vier slaapkamers en een zoldertje.
Auteurs: Ventriglia, Melisa; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Koninklijkelaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307611 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.