Ten zuiden van Kermt bij Hasselt ligt een netwerk van grachten die samen een oude bosgrens vormen rond het bosbezit van de voormalige abdij van Herkenrode, een 12de-eeuwse cisterziënerinnenklooster in het nabijgelegen Kuringen. De abdij bezat er een uitgestrekt domein van ruim 760 ha dat van de Demer in het noorden tot een bos in het zuiden reikte. Daar lag een groot aaneengesloten boscomplex tussen de dorpskernen van Kermt, Spalbeek, Berbroek, Stevoort en Kuringen, waarvan de abdij ruim 180 ha in eigendom had. Om duidelijk te maken waar haar bezit begon, liet de abdij grachten uitgraven. Aan het hoekige verloop van de beken is het duidelijk dat ze door de mens zijn gegraven. Ze waren nodig voor de drainage van deze natte zandleembodems. De grachten hadden dus een dubbele functie: de grens van het abdijbezit markeren en ontwatering.
Bovendien liet de abdij op een aantal punten van haar domein grenspalen plaatsen, waarvan er sommige bewaard zijn gebleven. De ligging van deze grenspalen is bekend van een kaart van het abdijdomein uit 1730. Omdat de Herkenrodeabdij al van in de middeleeuwen met allerlei voordelen was begiftigd, had ze een domein bij elkaar weten te puzzelen waarop helemaal geen feodale rechten golden, een zogenaamd allodium. In het zuiden van haar abdijdomein vielen de grenzen van dit allodium samen met de bosgrens. Recent plaatste de stad Hasselt een nieuwe paal op de bosgrens in het natuurreservaat Herkenrodebos. Een tweede grenspaal bevindt zich daar even ten zuiden van. De Atlas der Buurtwegen vermeldt deze als ‘grande borne’ op de rand van het bosperceel.
Nadat de abdij van Herkenrode op het einde van de 18de eeuw op aangeven van de toenmalige Franse overheid werd ontbonden en haar goederen genationaliseerd, verloor de bosgrens aan betekenis. Het Herkenrodebos wisselde enkele keer van eigenaar en kwam uiteindelijk in handen van de gebroeders Claes die er onder andere een stokerij inrichtten en percelen naar graslanden begonnen om te zetten, waarschijnlijk om het draf, restproduct van de stokerijen, aan het vee te voederen. Door de ontginningswoede in de tweede helft van de 19de en de 20ste eeuw kromp de beboste oppervlakte sterk in (32 ha) en raakte het bos versnipperd tot de twee overblijvende oudbosrelicten die nu bekend staan als natuurreservaat Herkenrodebos.
De bosgrens bestaat uit een diep uitgegraven, smalle gracht (Kermterbeek, Busselkesbeek, Garebeek, Sterrebeek) met steile wanden en een doorgaans hoekig tracé op de perceelsranden. Enkel langs het Burchelbos is de gracht minder diep en door erosie deels opgevuld. Langs de grachten komt meestal een walletje voor, dat waarschijnlijk is ontstaan door de opstapeling van geruimd slib uit de grachten. Historische houtkanten komen er niet op voor. De oude bosgrens met grenspalen geeft nog altijd de contouren van het historische abdijbezit aan, een getuige van het landgebruik uit het verleden.
- Bisschoppelijk Archief Luik, G I, nr. 5, kaart H en G: Kaartboek van de abdij van Herkenrode door landmeter Peter Meysman, 1669 [online], http://www.evequesdeliege.be/evl2/index.php (geraadpleegd op 26 juni 2020).
- Bisschoppelijk Archief Luik, G II, nr. 15: Kaart van het allodium van de abdij van Herkenrode, door landmeter Charles Lecomte (1730).
- Atlas van de Buurtwegen 1843-1845: Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500, gemeente Stevoort, Kermt, Kuringen.
- DTM 2013-2015: Informatie Vlaanderen, Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM, raster, 1 m, afgeleid van LiDAR-hoogtegegevens, 2013-2015.
- VERBOVEN H. 2006: De hoorn des overvloeds. Over landschappen en landgebruik op het abdijdomein van Herkenrode, onuitgegeven rapport in opdracht van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed en Stichting Vlaams Erfgoed, Leuven.
- WILLEMS M. 2004: Afpaling van het allodium Herkenrode door Charles Lecomte in 1730, onuitgegeven tekst op aanvraag te verkrijgen bij de auteur, Kuringen.