Gemeente gelegen op de overgang van de Kempen naar Vochtig Haspengouw, aan Demer en Albertkanaal.
In 1078 vermeld als Curinge (Germaans "Kuringum", bij de lieden van Kuri). Reeds vermeld in de "Acta Sanctuorum" als de plaats van een der hoeven van de Pepiniden waar Sint-Gertrudis van Nijvel een deel van haar jeugd doorbracht. De Karolingische burcht werd, na de verwoesting van de burcht van Borgloon, de vaste residentie der graven van Loon temeer door de centrale ligging in het graafschap tussen de stad Hasselt en de in 1182 opgerichte abdij van Herkenrode.
De dorpskern (Luiks recht sinds 1240) ontwikkelde zich tussen de Demer en de oude handelsweg Diest - Hasselt (Grote Baan - Diepstraat - Larestraat - Heerstraat), thans onderbroken door de autosnelweg E5 en van verkeer ontlast door de Kuringersteenweg. In het dorp, eertijds geconcentreerde bewoning ten zuiden van het Prinsenhof en de Sint-Gertrudiskerk, aan de Diepstraat en de Joris van Oostenrijkstraat (Dorpsstraat), met bij de kerk het Sint-Gertrudis- of Pastoorshof, de huidige pastorie; verdere woonconcentratie aan de Grote Baan. Thans voornamelijk 20ste-eeuws uitzicht; door haar ligging als randgemeente ten opzichte van Hasselt ontstaan van nieuwe woonwijken na de Tweede Wereldoorlog ten noorden en zuiden van de Larestraat en zeer recent bij de Rode-Rokstraat en Van Groesbeekstraat.
Het gehucht Overdemer (ten noorden van de Demer) had ook reeds een vrij geconcentreerde bebouwing aan de Gebrandestraat en de Overdemerstraat (oude kernen vrijwel alle door nieuwbouw vervangen); thans met recent aangelegde straten met halfopen bebouwing uitgebreid. Bij de Demer lag ook het Loonse Squadenhof of Laathof van Kuringen, de huidige watermolen.
Het gehucht Heide, door het Albertkanaal van Overdemer gescheiden ontwikkelde zich pas na de Tweede Wereldoorlog evenals het gehucht Schimpen aan de overzijde der Kuringersteenweg en autosnelweg, dat buiten enkele verspreide hoeven aan de Stevoortse Kiezel onder meer de Herkenrodeboswinning en de voormalige stokerij Claes, bij het Herkenrodebos, pas zeer recent de ontwikkeling kende van een aantal woonwijken bij de Stevoortse Kiezel, met lintbebouwing aan de Kuringersteenweg.
Het gehucht Tuilt vormde eertijds een afzonderlijke gemeente (onder de parochie Kermt en de rechtspraak van Kuringen) met tot in de 19de eeuw verspreide hoeven in de driehoek Beyenstraat (Kapelstraat) - Zolderse kiezel - Rijkelstraat, met de Sint-Janskapel als centrum op het kruispunt Schouterveldstraat (Kleinstraat) en Beyenstraat (Kapelstraat). De hoeven zijn thans verdwenen voor geconcentreerde nieuwbouw uit de 20ste eeuw; zeer recente verkavelingen ten westen van de Herkenrodedreef.
Met uitzondering van Schimpen en enkele losstaande hoeven evolueerde Kuringen van landbouwgemeente naar woonforenzengemeente door haar ligging ten opzichte van Hasselt; vrijwel alle supermarkten van het grondgebied Hasselt liggen aan de Kuringersteenweg.
DE CORSWAREM G.J., Anciennes Limites et Circonscriptions, Brussel, 1857, p. 238-240.
DE DIJN C.G., Monumentenroutes 1975 (Kunst en Oudheden in Limburg), Hasselt, 1975, p. 37-38.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)