Overblijfselen van het voormalig cellebroedersklooster. Gelegen op het Begijnenkerkhof en heden gedeeltelijk zonder bestemming. De oorspronkelijke ingang bevond zich in de Groenendaelstraat, sinds 1578 Cellebroedersgang.
De cellebroeders verschenen voor de eerste maal in Mechelen omstreeks het midden van de 14de eeuw en vestigden zich in 1448 op het later zogenaamde Begijnenkerkhof tot in 1614, toen zij naar het Hof van Nassau verhuisden. Het klooster werd afgestaan aan de begijnen die zich binnen de stadsmuren kwamen vestigen. Volgens J. Schoeffer later lange tijd gebruikt als jongensschool Sint-Catherina.
Heden onregelmatig complex bestaande uit een oost- en noordvleugel haaks op elkaar gesteld, hoekgebouw (in het noordoosten) en kleine centrale binnenplaats.
Oostvleugel. Best bewaarde vleugel is de oostvleugel in traditionele bak- en zandsteenstijl; twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Voorgevel (westelijk georiënteerd) van zeven traveeën. Deels gedichte en deels bewaarde kruis- en bolkozijnen. Bewaarde rondboogdeurtjes, waarvan twee in zandstenen omlijsting; bolkozijn als bovenlicht.
Achtergevel (oostelijk georiënteerd) van negen traveeën. Voormalige kruiskozijnen, gedicht of aangepast. Zandstenen muurbanden en kordons; steigergaten; twee eenvoudige dakkapellen. Geknikte zijpuntgevel gemarkeerd door zandstenen speklagen; links bolkozijn en houten laadluik onder luifel in top. Oostelijke bijbouw onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen).
Interieur: onversierde gotische schouwen en witgeschilderde stucplafonds (18de-eeuws); oorspronkelijk en goed bewaard dakgebint.
In het verlengde ten noorden: deels witgekalkt bakstenen gebouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen en leien). Voormalige kruis- en kloosterkozijnen.
Noordvleugel. Eertijds drie vleugels onder zadeldaken (Vlaamse pannen), U-vormig geschikt rondom een rechthoekige binnenplaats, heden bijna volledig dichtgebouwd tot een geheel en aangepast als woning. Huidig binnenplaatsje nog gemarkeerd door voormalige kruis- en kloosterkozijnen. Huidige voorgevel (zuidelijk georiënteerd) uitziend op Begijnenkerkhof met volledig nieuwe gevelordonnantie. Rechts van deur: witbeschilderde ijzeren lichtarm met lantaarn. Bewaarde dakkapellen en links aandak. Gevel (noordelijk georiënteerd) aan de Cellebroedersstraat: nagenoeg blinde muur op gecementeerde plint gemarkeerd door blinde korfbogen op zandstenen kraagsteentjes; rechts gotisch deurtje in zandstenen tudorboogomlijsting met kwartholbeloop.