"Kasteeltje Ter Laecke", heden "Ter Leie". Kasteeltje aan de Leiebocht omheen de Coleghemham in een boomrijk park toegankelijk via een smeedijzeren hek tussen bakstenen pijlers. Huidig gebouw daterend van 1841 met latere aanpassingen en behouden kern met overwelfde kelders van het vroegere feodale heerlijke verblijf van "Ter Laecke", afhankelijk van de heren van Nevele en reeds vermeld in de 15de eeuw, toen eigendom van de Gentse patriciërsfamilie Utenhove. Volgens De Potter en Broeckaert in de 17de en 18de eeuw beschreven als "steepen huys van plaisance, met brouwerij, duyvokeete en poort", gelegen op een omwalde motte. Circa 1841 verbouwd tot neoclassicistisch landhuis op vierkante plattegrond naar ontwerp van architect L. Minard en walgrachten gedempt. Vermoedelijk eind 19de eeuw voorzien van zijpaviljoentjes, een centraal terras, aan de straatkant met een glazen afdak rustend op een ijzeren takkenimitatie en een nieuw gevelparement met imitatievakwerk en faiencetegeltableaus.
Lijstgevel van vijf traveeën en drie bouwlagen afgelijnd door bepleisterde geblokte hoekpilasters en een overstekende houten kroonlijst op uitgelengde consoles. Rechthoekige vensters gevat in een imitatievakwerkconstructie met ertussen faiencetegels. Bovenvensters met ijzeren traliewerk van imitatietakken. Links en rechts flankerende vleugels van respectievelijk één en twee bouwlagen onder plat dak. Centraal overluifeld gedeelte met terras. Haast blinde zijgevels en aanvankelijk gelijkaardige achtergevel met imitatievakwerk, uitziend op de Leie. Heden gecementeerde gevel met vensters in geriemde omlijsting en gevelbreed terras met centrale trap naar de tuin.
Interieur met overwelfde kelder met centrale vierkante pijler (minstens 17de eeuw), inkomhal in 18de-eeuwse stijl en vermoedelijk nog 18de-eeuwse trap en een neo-Lodewijk XVI-salon vooraan links.
Ten noorden van het kasteel, voormalige stallen en koetshuizen, aangepast begin 20ste eeuw en heden gedeeltelijk omgebouwd tot woonhuis (nummer 85).
- Rijksuniversiteit Gent, Fonds Vliegende Bladen, I, Deurle.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten in de Provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 2, Gent, 1868-70, p. 20-21.
- VAN DEN HEEDE U., De lenen van de voormalige heerlijkheid Nevele te Deurle, in Heemkring Scheldeveld, Jaarboek XV, 1986, p. 17-40.