is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tabaksfabriek Stanislas Pauwels
Deze vaststelling is geldig sinds
Tabaksfabriek en -pakhuis in eclectische stijl gebouwd naar een ontwerp door de architect Jean-Jacques Winders uit 1875. Opdrachtgevers waren de tabakshandelaars Stanislas Pauwels (Antwerpen, 1839-Antwerpen, 1920) en Hippolyte Pauwels (Antwerpen, 1842-Antwerpen, 1897). Beide broers zetten de zaak verder van hun vader Pierre-Joseph Pauwels-Pypers en grootvader Marcus Pauwels, die sinds de vroege 19de eeuw aan de Melkmarkt gevestigd was. Voor de bouw werden een bestaande woning en een aanpalend pakhuis gesloopt. De broers Pauwels plaatsten In 1884 een replica tegen de gevel van het “Melkboerinneke”, het voormalige pompbeeld van de Melkmarkt. Haaks op het hoofdgebouw lieten zij in 1890 door de aannemer Alexis Winders een ondiepe achterbouw van twee traveeën en drie bouwlagen optrekken. In opdracht van Stanislas Pauwels bouwde de architect Ernest Pelgrims op het aanpalende perceel een winkelhuis in art-nouveaustijl. Het gebouw werd in opdracht van Luc Peeters samen met de achter aanpalende panden in de Moriaanstraat gerenoveerd tot wooncomplex, naar een ontwerp door de architect Hugo Kinnaer uit 1988. Het “Melkboerinneke”, nog aanwezig omstreeks 1975, is sindsdien verdwenen.
De tabaksfabriek M. Pauwels behoort met het Entrepôt Steenackers uit 1873 in de Sanderusstraat, tot het vroege oeuvre van Jean-Jacques Winders, wiens carrière vermoedelijk omstreeks 1870 van start was gegaan. Op 24-jarige leeftijd had hij in 1873 met een neobarokke compositie de architectuurwedstrijd gewonnen voor het monument “Schelde Vrij” op de Marnixplaats. Zes jaar later behaalde de architect met Frans Van Dijk de gedeelde eerste prijs in de architectuurwedstrijd voor het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten op de Leopold de Waelplaats. Winders, die aanvankelijk een klassiek eclectisch idioom hanteerde, profileerde zich naar het einde van de jaren 1870 als één van de boegbeelden van de neo-Vlaamserenaissance in Antwerpen, met name door zijn eigen woning “De Passer” uit 1882-1885 in de Tolstraat.
Een opmerkelijk kenmerk van de tabaksfabriek M. Pauwels is de eigentijdse versmelting van neoromaanse en neogotische stijlkenmerken. Verder laat het gebouw zich opmerken door zijn polychrome materiaalgebruik. In het tijdschrift L’Emulation werd de architectuur in 1882 als volgt omschreven: “La façade traitée d’un style néo-roman, néo-gothique, presque entièrement en briques apparentes, rehaussées de quelques pierres judicieusement placées, présente un cachet de simplicité auquel on pourrait difficilement se tromper. C’est bien une fabrique.”. Een kleurplaat van het gebouw was al in 1881 door Pierre Chabat gepubliceerd in La brique et la terre cuite, een naslagwerk over het gebruik van baksteen door de eeuwen heen, vergezeld van een platenalbum met eigentijdse toepassingen van polychrome baksteenarchitectuur. Daarvan waren de tabaksfabriek M. Pauwels, de Brusselse architectenwoning van Pierre Victor Jamaer en twee panden door Antoine Menessier in de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk, de enige voorbeelden van buiten Frankrijk.
Gebouw van drie traveeën en vier bouwlagen onder een tentdak (pannen). De lijstgevel heeft een parement uit baksteenmetselwerk in in kruisverband met knipvoegen, uitgevoerd in drie tinten rood, en geaccentueerd door smeedijzeren sierankers met spiralen. Opvallend is het contrast tussen de lisenen uit lichte papesteen en de spaarvelden uit donkere klampsteen, Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de plint, en van witte natuursteen voor de pui, de puilijst met naambord, de kruiskozijnen, lateien, dorpels, hoekblokken, sluit- en dekstenen. Horizontaal geleed door de puilijst en axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de hoger opgetrokken middenas die doorloopt in een dakvenster. Een hoge rondboogarcade met tussendorpels op korbelen en smeedijzeren traliewerk in de bovenlichten vormt de pui. Oorspronkelijk werd het portaal in de linker travee, geflankeerd door twee getraliede, later verlaagde vensters. De pui wordt in de middenas bekroond door een naambord met de inscriptie “M. Pauwels” tussen postamenten, steunend op colonnetten en kraagstenen. De eerste verdieping en de middenas van de hogere verdiepingen onderscheiden zich door kruiskozijnen met een colonnet en een zware latei op kraagstenen. Vanaf de tweede verdieping zijn de zijtraveeën gevat in kolossale, keperbogige spaarvelden, geopend door een kloosterkozijn en een keperboogvenstertje. De gevelbekroning wordt aan beide zijden van het dakvenster gemarkeerd door kepervormige hoekpostamenten met sierbol, en een meerledige muizentandfries in twee tinten baksteen onder de natuurstenen waterlijst. In het tuitvormige dakvenster met schouderstukken, doorbreekt een ronde oculus het spitsbogige spaarveld.
Oorspronkelijk huisvestte het onderkelderde gebouw een drietal werkplaatsen gegroepeerd rond een ‘moteur’ en , stapelruimte, ontsloten door een zijdelings ingeplante vestibule en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Wijngaardstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tabaksfabriek M. Pauwels [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4699 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.