is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Bouwelhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Kasteeldomein Bouwelhof
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kasteel Bouwelhof: gebouwen
Deze bescherming is geldig sinds
Kasteel Bouwelhof, met huidig uitzicht van circa 1820, gelegen op een volledig omgracht domein.
Bouwel, voorheen één geheel met Grobbendonk, zie gemeente-inleiding, werd zelfstandig in 1487; de eerste heer van het onafhankelijke Bouwel was Huybrecht Brant, die enkele jaren nadien een kasteel oprichtte dat als "praetorium van Bouwel" de geschiedenis zou ingaan; een afbeelding in Le Roy (1696) toont ons veeleer een omgrachte hoeve dan een kasteel. Voor de aanleg van de warande met de vermaarde waterwerken was ridder van Roosendael verantwoordelijk; hij was als militair ingenieur, gespecialiseerd in vestingbouw, in dienst van de Spaanse gouverneur in ons land en werd aldus in 1666 belast met het ontwerp voor de uitbouw van de vesting Charleroi aan de Samber. Ridder van Roosendael, toenmalige heer van Bouwel, bootste het fort van Charleroi met zijn acht bolwerken en vesten in 't klein na binnen zijn goed te Bouwel; hoewel het geheel op bevel van de Spanjaarden moest afgebroken worden, tekenen de omtrekken van de bolwerken zich nog gedeeltelijk af in de vesten rondom en in het binnenbos.
Het oude kasteel verdween begin 19de eeuw; de toenmalige eigenaar, de familie Bosschaert de Bouwel, die het goed in bezit kreeg in 1789, liet het circa 1820 vervangen door het huidige complex in classicistische stijl naar ontwerp van della Faille de Leverghem, neef van bouwheer Paulus Josephus Bosschaert de Bouwel. De fundamenten van het praetorium zouden naar verluidt bewaard zijn in het grasveld vóór het kasteel. Het park werd vermoedelijk in 1818 als Engelse landschapstuin aangelegd; in 1859 moest een deel van de aanleg opgeofferd worden voor de spoorlijn Antwerpen-Herentals. In de periode 1836-1866, onder August Bosschaert werden de verschillende dienstgebouwen opgericht, onder meer paardenstallen en koetshuis, hovenierswoning en boswachterswoning ( Stationlei nummer 44).
Het kasteel is gelegen aan het einde van een lange toegangsdreef; deze driedubbele beukendreef werd volgens mondelinge overlevering aangelegd in 1791 en verbreedt zich voor het kasteel tot een cirkelvormig voorplein. Het oorspronkelijke poortgebouw werd in 1873 vervangen door een ijzeren hek. Bepleisterde en beschilderde constructie op rechthoekige plattegrond; zeven traveeën en drie bouwlagen in verkleinende ordonnantie onder schilddak (nok loodrecht op dreef, leien). Symmetrisch opgebouwde lijstgevel afgelijnd door een klassiek hoofdgestel op gekoppelde consoles. Midden- en zijrisalieten tussen pilasters en hogerop gegroefde lisenen, in het middenrisaliet als het ware ter ondersteuning van het bekronende, gebogen fronton. Overluifelde rechthoekige deur op de begane grond. Beluikte, overigens eenvoudige rechthoekige vensters. Meer sobere achtergevel van negen traveeën: centraal risaliet van drie traveeën, op de begane grond voorzien van rondbogige deurvensters met balkons; typisch eigentijdse V-roeden en waterlijsten op doorgetrokken imposten. Tegen de noordwestgevel werd in 1873 een gebogen houten vestibule gebouwd; deze bevat de diensttoegangen en diende ook ter verbetering van de luchtcirculatie tussen eerste en tweede verdieping.
Interieur: centrale inkomhal met trap links, waarrond diverse salons met uitgewerkte plafonds en schouwen; rechts bevond zich oorspronkelijk de kasteelbibliotheek en een klein salon; centraal achteraan de eetzaal; op de verdieping eenvoudige kamers aan weerszijden van een centrale gang in de lengteas van het kasteel.
De voormalige hovenierswoning, heden leegstaand, is gelegen ten zuidoosten van het kasteel. Ze dateert van 1851, geregistreerd op het kadaster in 1853, en omvat een woning, een kleine bergruimte en een beperkte stapelruimte. Ten noordoosten bevindt zich de omhaagde, aan noordzijde ommuurde moestuin.
Alleenstaand breedhuis met bepleisterde en oorspronkelijk okergeel, nu wit beschilderde lijstgevel op plint van gesinterde baksteen; vijf traveeën ten dele geritmeerd door lisenen, en één bouwlaag onder zadeldak (rode en zwarte Vlaamse pannen). Rondbogige muuropeningen onder druiplijst van gesinterde baksteen; deels steekbogig in de zijgevel. Deuren in tweede en vierde travee als toegang tot de centraal gelegen keuken, waar ook de trap naar de slaapvertrekken gelegen is; erachter bevindt zich de opkamer, links de woonkamer en rechts de voorraadschuur.
Rechts van de hovenierswoning ligt er nog een vrij ruim bakhuis, opgetrokken uit gesinterde baksteen onder zadeldak van Vlaamse pannen.
Koetshuis, geregistreerd op het kadaster in 1853 met bijhorende paardenstallen onder meer als latere uitbreiding van 1873, gelegen ten noordwesten van het kasteel: baksteenbouw onder gecombineerd zadeldak (Vlaamse pannen), bestaande uit een centraal gedeelte van drie traveeën met aan weerszijden een kleine haakse vleugel met brede rondboogpoorten voor het binnenrijden der koetsen, geflankeerd door lisenen; bovenplaatsen voorzien als onderkomen voor de koetsier(s). Kleurrijke verwerking van gele en zwarte baksteen voor onder meer vlechtingen, druiplijsten, plint, benedenfries met ruitmotief, aflijnende baksteenfriezen en bogen van de rondbogige muuropeningen met typische ijzeren roeden. Achtergevel met later aanbouwsel van vijf traveeën, geritmeerd door lisenen en steekbogige muuropeningen; opvallend voegwerk met ruitvormig patroon. Serliana in de zijgevels.
Het schrijnwerkershuis, geregistreerd op het kadaster in 1873, is gelegen ten noorden van het kasteel. Baksteenbouw van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen). Lijstgevel met steekbogige muuropeningen, gecementeerde muurbanden en plint.
Park met mooie beukendreven en zeldzame boomsoorten als sassafras, sequoia, ginkgo, varenbeuk en liriodendron (tulpenboom); oostelijk deel voornamelijk ingenomen door loofbos.
Ten noordoosten van het kasteel nog bewaarde 19de-eeuwse ijskelder met bakstenen paviljoentje en omringende houten bergplaatsen.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Boswachtershuis
Is deel van
Bouwel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Bouwelhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/46995 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.