is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stedelijke Jongensschool 1 en onderwijzerswoning
Deze vaststelling is geldig sinds
Lagere jongensschool met onderwijzerswoning in eclectische stijl, gebouwd door de stad Antwerpen, naar een ontwerp van stadsingenieur Gustave Royers uit 1881, voltooid in 1883.
De school werd opgericht ter vervanging van een neoclassicistisch schoolgebouw naar ontwerp van stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla uit 1845, voltooid in 1846. Dit laatste was de tweede vestiging van Jongensschool 1, die in 1819 als eerste stedelijke lagere jongensschool was geopend in de Sint-Jacobskapel of Broodjeskapel op de hoek van de van de Keizerstraat en de Prinsesstraat. Stadsingenieur Gustave Royers tekende in mei 1881 de plannen voor de grotere nieuwe school, die op 30 augustus de goedkeuring kregen van de gemeenteraad. De werken werden bij openbare aanbesteding op 29 december 1881 voor een bedrag 139.659 Belgische frank toegewezen aan de aannemer Jean Terneus uit de Sint-Vincentiusstraat. De voltooiing volgde In 1883, met de bouw van de turnzaal achter de onderwijzerswoning. Vandaag huisvest het complex het Centrum voor Volwassenenonderwijs Encora.
Gustave Royers, die in 1875 is dienst trad bij de stad Antwerpen, stond van 1888 tot 1907 als hoofdingenieur-directeur aan het hoofd van de dienst Werken. In die functie volgde hij Pieter Dens op als stadsbouwmeester. Jongensschool 1 behoort met de Kindertuin Allewaert in de Bervoetstraat uit hetzelfde jaar tot zijn vroegste bouwkundige opdrachten. Hierop volgden uiteenlopende realisaties als de oranjerie van de Kruidtuin uit 1883, de brandweerkazerne uit 1885 aan het Kipdorp, de vismijn uit 1891 in de Scheldestraat, de Schippersbeurs uit 1894 in de Lange Nieuwstraat, een twaalftal stadsscholen waaronder de Stedelijke Nijverheidsschool in de Rodestraat en de lagere school op het Stuivenbergplein beide uit 1898, en de ambtswoning van de hoofdhavenmeester uit 1899 aan de Oudeleeuwenrui. Van historische betekenis was het aandeel van Royers in de waterbouwkundige aanleg van de Antwerpse haven tijdens zijn ambtsperiode, met het graven van het Lefebvredok, het Amerikadok, het Eerste Havendok en de bouw van de Royerssluis.
Het complex omvat twee parallelle klassenvleugels van twee bouwlagen en vijf traveeën onder een schilddak aan de noord- en zuidzijde van de speelplaats, die ten oosten wordt afgesloten door het lage poortgebouw, en ten westen door een hoge afsluitmuur waartegen oorspronkelijk het sanitair aanleunde. Aan de zuidelijke klassenvleugel paalt de onderwijzerswoning, vier traveeën breed, twee bouwlagen en een mezzanine hoog onder een tentdak, met daarachter de eenlaagse turnzaal onder een zadeldak. De opstanden zijn grotendeels bepleisterd en beschilderd, met gebruik van blauwe hardsteen voorde geprofileerde plinten, waterlijsten, vensterposten en lekdrempels. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is grotendeels bewaard; luifels uit ijzer en glas tegen de klassenvleugels.
Het gevelfront van het schoolgebouw beantwoordt aan een symmetrisch opzet, in de middenas geaccentueerd door het poortgebouw dat wordt geflankeerd door geblokte afsluitmuren met pilasters en attiek, en de blinde kopgevels van de klassenvleugels. Het poortgebouw vormt een rondboogportaal, gevat tussen pilasters en een entablement, met lauwerkransen in de boogzwikken, en als bekroning het gepolychromeerde stadswapen van Antwerpen vergezeld van het opschrift SPQA, onder een gebogen pseudo-fronton en bolvormig topstuk. De door hoekpilasters gemarkeerde kopgevels, zijn opgebouwd uit twee gesuperposeerde registers van rondbogige blindnissen met geprofileerde waterlijst en pilasters, waarbinnen panelen met oren en neuten. Deze zijn gevat in een verdiept gevelveld uit baksteenmetselwerk (beschilderd) met smeedijzeren sierankers, op de begane grond afgewerkt met een keperfries en rozetten, op de bovenverdieping met rozetten in de boogzwikken en casementen in de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; dakkapel met rondbooglicht, voluutsleutel, pilasters, cartouche en gebroken driehoekig fronton. De opstanden van de klassenvleugels aan de speelplaats, worden symmetrisch geritmeerd door de twee inkomrisalieten, die alterneren met registers van getoogde drielichten. De puilijst en het klassieke hoofdgestel bepalen de horizontale geleding. Beide vleugels omvatten drie klassen per verdieping, ontsloten door twee inkom- en traphallen. De turnzaal, ingepast tussen de onderwijzerswoning en de zuidelijke klassenvleugel en van daaruit toegankelijk, wordt overwelfd door een houten dakspant met drie bovenlichten.
De lijstgevel van de onderwijzerswoning beantwoordt aan een axiaal-symmetrisch opzet, horizontaal geleed door de puilijst, kordonvormende lekdrempels en de gekorniste kroonlijst op klossen en consoles. Met een twee traveeën breed risaliet in de middenas, worden beide registers geritmeerd door pilasters. Rondboogdeur- en vensters met geprofileerde waterlijst op doorgetrokken imposten op de begane grond; rechthoekige bovenvensters met omlopende waterlijst op imposthoogte op de bovenverdieping, en mezzaninevensters met lekdrempel en onderdorpel. De plattegrond wordt ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal, en omvat een suite van salon, eetkamer en keuken op de begane grond, en drie slaapkamers op de bovenverdieping.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kipdorpvest
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lagere Jongensschool 1 en onderwijzerswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5179 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.