De Sint-Elisabethkapel ligt in het noordoosten van Meerhout op de grens met Balen, in het gehucht Lil op de hoek van de gelijknamige straat met de Brigandstraat. Dit is het kruispunt van de oude weg vanuit Meerhout naar Mol en de weg naar Hulsen (Balen). Het bakstenen gebouw klimt op tot de 16de eeuw en werd in de 18de eeuw uitgebreid.
Historiek
Volgens de volksoverlevering gaat de oorsprong van de kapel terug op een melaatsenkapel, een bidplaats voor leprozen, gelegen op een plek op afstand van het centrum, op de grens van het grondgebied. Een leprozerij bestond meestal uit een kapel met rondom de hutten voor de melaatsen. De kapellen werden veelal toegewijd aan de heilige Elisabeth of de heilige Lazarus en Sint-Job. Vanaf de 14de eeuw nam de verspreiding van lepra af, onder meer door de toenemende hygiëne maar ook door de pest waaraan vele melaatsen stierven. De kapel groeide dan uit tot een bedevaartsoord tegen de pest, in de 18de eeuw werd ze de wijkkapel van het gehucht Lil.
De huidige kapel, die vermaard was om haar wonderbaarlijke genezingen, klimt op tot de 16de eeuw, naar aanleiding van een inscriptie "1527" in de vroegere klok wordt in de literatuur de bouwperiode rond dat jaar gesitueerd. De kapel is toegewijd aan Elisabeth van Thüringen (1207-1231), een van geboorte Hongaarse prinses die zich inzette voor caritatief werk, zij werd heilig verklaard in 1235. In de 18de eeuw, het vaak geciteerde jaartal is 1725, werd de kapel vergroot zoals blijkt uit de bouwnaden in de langsgevels en het materiaalgebruik, namelijk het verschil in baksteen.
De kapel werd gerestaureerd in 1978 ter gelegenheid van het 'Jaar van het Dorp'.
Beschrijving
Het bouwwerk van vier traveeën op een rechthoekige plattegrond en onder een leien zadeldak met aandaken en klokkentorentje met bekronend smeedijzeren kruis, is evenwijdig aan de straat ingeplant. De kapel is opgetrokken in baksteen en heeft een gecementeerde plint. De lijstgevels worden afgelijnd door overhoekse baksteenfriezen en vertonen bouwnaden tussen de tweede en de derde travee. De verankerde tuitgevels hebben schouderstukken, muurvlechtingen en een zandstenen topstuk. De rechthoekige vensters in gecementeerde omlijsting zijn inwendig betralied. Het korfboogdeurtje met ernaast twee X-vormige ankers bevindt zich in de zuidgevel. De noordgevel heeft slechts één rondboogvenstertje, de westgevel een rechthoekig en de oostgevel is blind.
Interieur
Het vernieuwde interieur is grotendeels bepleisterd en beschilderd met een tongewelf en balken op sloffen met zaagtand. De waardevolle kunstvoorwerpen van de kapel, zoals een 17de-eeuws schilderij van de Heilige Elisabeth, gepolychromeerde houten beelden van de heilige en van Onze-Lieve-Vrouw uit de 16de eeuw en de 18de-eeuwse kandelaars, werden door de gemeente in bewaring genomen.
GEYBELS H. 1997: Langs deze weg zet gene voet...De kapellen van de provincie Antwerpen, Laakdal, 65-66.
PALS J. 1964: De Sint Elisabethkapel te Meerhout, Toerisme Provincie Antwerpen, X, 5, 78-79.
S.N. 1989: Meerhoutse kapellen. De Sint-Elisabeth kapel, Heemkundige Kring Meerhouts Patrimonium, VI, 25, 21-24.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002442, 5 kapellen en een kruisweg kanton Mol Auteurs: Steyaert, Rita Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)