is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Museum Nottebohm
Deze vaststelling is geldig sinds
Gebouw in neorenaissancestijl op de hoek van Mutsaardstraat en Lange Noordstraat, naar een ontwerp door de architect Joseph Antoine Hompus uit 1866. Het pand werd als privé-museum opgericht door Diederich Wilhelm (Guillaume) Nottebohm (Bielefeld, 1787-Berchem, 1871), voor de kunstcollectie die hij in 1866 had geërfd van zijn overleden oudere broer Johann Abraham Nottebohm (Bielefeld, 1783-Delfshaven, 1866). Beide broers hadden zich in 1811 vanuit het Duitse Westfalen in Antwerpen gevestigd, en er in 1817 de firma Nottebohm Frères opgericht. Deze firma waarvan de hoofdzetel de aanpalende percelen besloeg (Mutsaardstraat 3-11, gesloopt in 1889), legde zich toe op de koloniale handel met name in graan, rijst, koffie en leder, beschikte sinds 1852 over een rijstpellerij, en was betrokken was bij de uitbouw van trans-Atlantische pakketbootdiensten. Zij werd in 1882 overgenomen door Albert de Bary & C°. Diederich Wilhelm (Guillaume) Nottebohm, echtgenoot van Marianne Primavesi (Münster, 1792-Berchem, 1870) met wie hij drie zonen en een dochter kreeg, werd in 1861 in de Belgische adelstand verheven met de titel van baron, was voorzitter van de Antwerpse Kamer van Koophandel en consul-generaal van Denemarken. Na zijn overlijden werd het Museum Nottebohm vermoedelijk voortgezet door zijn zoon Edouard Nottebohm (Antwerpen, 1813-Antwerpen, 1886). Na het overlijden van deze laatste, liet diens schoonzoon graaf Horace van der Burch (Brussel, 1848-Brussel, 1945), gehuwd met enige dochter Olga Nottebohm (Antwerpen, 1855-Brussel, 1921), in 1889 door de architect Ferdinand Hompus de vleugel aan de Lange Noordstraat verhogen met een extra verdieping, en op de aanpalende percelen zijde Mutsaardstraat een vastgoedproject optrekken, dat uit vijf burger- en winkelhuizen bestond. Het Museum Nottebohm was toen al opgeheven, over het lot van de collectie is niets bekend.
Het Museum Nottebohm behoort tot het latere oeuvre van Joseph Antoine Hompus, van wie in Antwerpen een groot aantal bouwprojecten zijn teruggevonden uit de jaren 1858 tot 1878. Gezien zijn leeftijd valt het niet uit te sluiten dat de architect al sinds midden jaren 1830 actief was. De productie van Hompus bestaat hoofdzakelijk uit burgerhuizen, die in stijl evolueren van de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1860, naar een conventioneel neoclassicisme tijdens de jaren 1870. Tot zijn meest prestigieuze realisaties behoren naast het Museum Nottebohm het hotel Van Noten in de Leguit, waarvan het ontwerp eveneens uit 1866 dateert. Zoon Ferdinand Hompus volgde zijn vader vanaf 1875 op met een eigen praktijk.
Oorspronkelijk bestond het Museum Nottebohm uit de voorbouw met pronkgevel aan de Mutsaardstraat, en een lagere achterbouw aan de Lange Noordstraat. Deze vijf traveeën brede vleugel met een bepleisterde en beschilderde lijstgevel van oorspronkelijk twee bouwlagen en een mezzanine, in 1889 verhoogd tot drie bouwlagen, kreeg later een nieuwe gevelbekleding met verlies van het stucdecor. De voorbouw met een gevelbreedte van drie bij één traveeën, omvat drie bouwlagen onder een lessenaarsdak. Monumentaal van opzet, onderscheidt de lijstgevel zich door een parement uit witte natuursteen, op een geboste pui met plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en met de klemtoon op het portaalrisaliet in de middenas, beantwoordt de opstand aan een klassiek drieledig schema. Dit laatste is opgebouwd uit de als sokkel geaccentueerde pui, de bovenbouw met bel-etage en mezzanine, en het hoofdgestel met attiekbalustrade. In de pui flankeren rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, het centrale rondboogportaal dat in een breed geprofileerde omlijsting met bewerkte voluutsleutel en neuten gevat is. De bel-etage wordt gemarkeerd door hoge, rondboogvensters met een geprofileerde waterlijst, sluitsteen, imposten en pilasters. Deze zijn gevat in aan de Italiaanse renaissance ontleende aedicula-omlijsting, samengesteld uit gecanneleerde Korinthische flankeerzuilen, een blinde borstwering van palmetten met rozetten op de postamenten, en een entablement met metopen-trigliefenfries waarop een fronton, gebogen in de midden- en driehoekig in de zijtraveeën. De liggende, rechthoekige mezzaninevensters hebben een geriemde omlijsting met oren, neuten en voluutjes. Het klassieke hoofdgestel bestaat uit een gelede architraaf, een fries met bewerkte casementen en het wapen van de familie Nottebohm in de middenas van beide gevelzijden, en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst, gekornist op gekoppelde voluutconsoles in het risaliet; een attiekbalustrade met postamenten vormt de bekroning. Het houten schrijnwerk van de vensters en de fraai bewerkte inkomdeur is bewaard, deze laatste met een colonnette als makelaar en in de waaier het wapen van de familie Nottebohm tussen eikenlof en lauwertakken; smeedijzeren venstertralies in de pui.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Lange Noordstraat
Is deel van
Mutsaardstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Museum Nottebohm [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5573 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.