is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Hemel
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Hoeve De Hemel
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Hemel
Deze vaststelling was geldig van tot
Hoeve "De Hemel", vroegere namen "Trente" en "'t Nieuwhof", één van de grootste en oudste goederen van het Brugse Sint-Janshospitaal, met gaaf bewaarde hoevegebouwen op een omwald erf.
De eerste bronnen die de hoeve vermelden dateren van 1300: zowel een renteboek van het Sint-Janshospitaal als een oorkonde bewaard in het Rijksarchief in Brugge vermelden "den hove te Trenten" en "ten hove van Terenten". In die tijd werd Trente rechtstreeks uitgebaat door het Sint-Janshospitaal en was samen met het nabijgelegen Schoeringe de grootste door het hospitaal beheerde hoeve. Vanaf circa 1400 wordt deze rechtstreekse uitbating ten gevolge van de landbouwcrisis opgeheven en wordt de hoeve verpacht. Vanaf dat moment wordt de hoeve steeds vaker "Nieuwenhove" of "Nieuwhof" genoemd: "... noordoost vander kerke ende bezuuthalf den Nieuwen hove dat men heet 't hof van Trenten der kinderen Boudin (...) met gheheel den walgracht rontsomme". Vanaf de 16de eeuw wordt de naam Trente niet meer gebruikt. Een beschrijving van 1545 luidt als volgt: " 't goet ten Nieuwerhove toebehoorenden der van Sint Janshuus in Brugghe (...), hofstede met alle de huusen ende boomen diere up staen, daer Lauwereins Dicx nu up woendt met gheheel den walgracht rontsomme ende een cleen bogaerdeken ten zuudoosthoucke, rontsomme de walgracht".
Een belangrijke bron voor de hoeves van Zuienkerke is een ommeloper van 1690-1691, tot ons gekomen in de vorm van een 18de-eeuwse kopie. De afbeelding toont ons de hoeve, gelegen te midden andere gronden in eigendom van het Sint-Janshospitaal. Er worden twee langwerpige volumes getekend, in elkaars verlengde, ten zuiden van een omwald erf; deze zijn te identificeren als de huidige boerenwoning. Het erf is rechthoekig, met een uitbreiding in de zuidoosthoek waar de boomgaard is gesitueerd. Het erf is toegankelijk via een poort aan de noordkant. Toen had de hoeve een erfoprit naar de "Sintjanshuysdreve", de huidige Groenstraat, waarlangs ook hoeve "Spetelyncxwerve" is te situeren. Na de aanleg van de Blankenbergse Steenweg in 1723 wordt een nieuwe erfoprit getrokken, recht naar de zuidelijk gelegen steenweg. De pijlers van de oorspronkelijke erfingang zijn bewaard, net als de nieuwe van de oprit naar de steenweg.
In het archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn zijn gedetailleerde, ingekleurde kaarten bewaard van 1765 waarop de hoeve is weergegeven. Daarop zijn beide erftoegangen zichtbaar, de boomgaard is nog steeds aanwezig in de zuidoosthoek, met middenin een vijvertje. De 17de-eeuwse boerenwoning blijkt daar aangevuld met een lange haaks geplaatste stalvleugel, eindigend in een brede schuur (ten westen van het erf). Ten oosten daarvan enkele kleinere bijgebouwen, wellicht stallen en bakhuis. De Ferrariskaart van 1770-1778 geeft dezelfde gebouwen weer, opvallend is dat hier de zuidoostelijke omwalde boomgaard niet meer aangeduid is (deel omwalling gedempt).
In de 19de eeuw kan de bouwgeschiedenis van de hoeve nauwkeurig gevolgd worden aan de hand van mutatieschetsen in het archief van het kadaster en bestekken bewaard in het archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Op het Primitief Kadasterplan van 1830 zijn het L-vormig hoofdvolume en enkele bijgebouwen bewaard, aangevuld met een westelijke aanbouw van de stalvleugel, een groot vierkant volume ten noorden van de schuur en enkele bijkomende gebouwtjes. Twee van de aangeduide volumes zijn de restanten van de zuidelijke toegangspoort. De erfoprit naar de Blankenbergse Steenweg heeft hier zijn huidige tracé aangenomen. Op de Atlas der Buurtwegen van 1844 wordt de hoeve "Den Hemel" genaamd, de naam die nog steeds op enkele kaarten wordt vermeld. Dit is een historisch foutieve naam, en verwijst naar de ligging van de hoeve in een 'jeghenode' (omliggend land) genaamd 'Hemelricke'. Een mutatieschets van 1864 geeft de verruiming van de boerenwoning en de schuur weer; er worden enkele kleine bijgebouwtjes gesloopt. In 1886 wordt de schuur uitgebreid tot een groter volume, met ten oosten daarvan een manege of rosmolen. In 1897 wordt de uitbouw achter de stalvleugel verlengd. In 1910 wordt een ossenstal gebouwd met zes varkenshokken en voederplaats opgericht ten oosten van de schuur; in het archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn zijn de bouwtekeningen van deze stal bewaard, gedateerd 1909. Midden 20ste eeuw wordt naast deze ossenstal een nieuwe paardenstal opgetrokken, ten zuidoosten van het erf worden eind 20ste eeuw loodsen gebouwd, op de plaats van de vroegere boomgaard.
Beschrijving van de hoeve anno 2002. Rechthoekig, nog deels omwald erf waarop een hoeve die gedomineerd wordt door een L-vormig geheel van boerenwoning, stallen en bergschuur, aangevuld met losse stalgebouwen. Het roodgeschilderde schrijnwerk herinnert aan het Sint-Janshospitaal dat tot in de jaren 1990 eigenaar van de hoeve was.
Ten zuiden van het erf zijn bakstenen pijlers bewaard, restanten van de voormalige poorttoegang tot het erf, die zich voor 1723 op die plaats bevond. De pijlers gaan wellicht minimaal tot de 17de eeuw terug.
De boerenwoning ten zuiden van het erf is in kern eveneens minimaal 17de-eeuws; de bakstenen zijpuntgevel van het oostelijke gedeelte waar zich nu de garages bevinden, is gedateerd "1856" (uitbreiding). De boerenwoning is een laag bakstenen gebouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen), met witgekalkte gevels met gepekte plint. Het meest westelijke gedeelte van de boerenwoning bevat twee opkamertraveeën met zadeldak onder hogere nok, door twee steunberen gestut. Door de aanbouw in de 18de eeuw van een haakse stalvleugel is het typisch opkamersilhouet niet meer duidelijk zichtbaar aan de erfzijde. Rechthoekige muuropeningen, voorzien van luiken, vernieuwd schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Interieur van de boerenwoning is gemoderniseerd; achtergevel doorbroken door vensterdeuren.
De stalvleugel is haaks op de boerenwoning aangebouwd in de eerste helft van de 18de eeuw. In de 20ste eeuw deels omgebouwd tot woning, aansluitend bij de boerenwoning. Boven de deur die zich in de oksel van de gebouwen bevindt, is een sluitsteen aangebracht met het monogram "OOB", Openbare Onderstand Brugge. Lage koeienstal onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op huis), doorbroken met kleine rechthoekige vensters en staldeuren; twee opklimmende dakvensters. In de stal is de traditionele aankleding bewaard, zijnde "diltepersen", bakstenen vloer en arduinen slieten. Over de hele lijn van de stal en de boerenwoning is de gootlijst met een getrapte bakstenen fries afgewerkt.
Sinds midden 18de eeuw bevindt zich ten noorden aan de stalvleugel een breed schuurvolume. De huidige schuur is een bakstenen hoog gebouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan de stal), gebouwd in de 19de eeuw op de plaats van de 18de-eeuwse. In de zuidelijke zijpuntgevel is boven het ronde uilengat de datum "1847" vermeld, een pijler van het gebinte geeft "1868" weer; in het kadaster wordt de verbouwing tot het huidige volume in 1886 aangegeven. Driebeukige schuur met vijf getelmerkte gebintes, rustend op bakstenen sokkels. De schuur wordt nu als koeienstal gebruikt.
Ten oosten van de schuur, een ossen- en varkensstal gebouwd in 1909-1910. Rode baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan huis). Er is gebruik gemaakt van ijzeren trekkers in het gebinte zie bouwtekeningen in het archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn.
Ten noorden van het erf duiden twee bakstenen pijlers de huidige toegang van het erf aan, te bereiken via een lange erfoprit vanaf de Blankenbergse Steenweg.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Blankenbergse Steenweg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Hemel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58066 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.