erfgoedobject

Gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
6873
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6873

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl, gebouwd in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen - Oostkwartier, naar een ontwerp door de architect Jan Vanhoenacker uit 1912. Aanvankelijk plande de maatschappij drie bescheidener burgerhuizen op dit perceel, waarvoor Vanhoenacker in februari het ontwerp tekende. Het werd gekenmerkt door een volkomen symmetrisch gevelfront, met spiegelbogige pseudo-frontons ter accentuering van de zijpanden. In juli volgde een nieuwe bouwaanvraag voor de huidige twee hotels van een voornamere allure. Voor de bouw werden twee bestaande rijwoningen uit het midden van de 19de eeuw gesloopt.

De Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen of Société Anonyme pour la construction de maisons bourgeoises werd in 1886 opgericht. Het doel was om woningen te bouwen in eigen beheer of in opdracht van privé-personen in de nieuwe wijk Zurenborg. De projecten die ze in eigen beheer realiseerden, werden ofwel onmiddellijk doorverkocht, ofwel bestemd voor verhuur. In 1894 fuseerde de maatschappij met de Société Anonyme pour la construction du quartier Est d’Anvers, in 1881 opgericht voor de urbanisatie van Zurenborg, met de families Cogels en Osy als hoofdaandeelhouders. De vennootschap leefde tot eind 20ste eeuw verder onder de naam ENGETRIM. De gekoppelde burgerhuizen in de Hemelstraat behoren tot de weinige vastgoedprojecten die de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog buiten Zurenborg tot stand bracht, en is voor zover bekend het enige waarvoor Jan Vanhoenacker als architect geëngageerd werd.

Het ontwerp behoort tot het vroege oeuvre van Jan Vanhoenacker, die vóór de Eerste Wereldoorlog vanuit Kortrijk en Antwerpen opereerde, en kort na de eeuwwisseling naargelang de opdracht zowel de art nouveau als de neotraditionele stijl toepaste. Omstreeks 1910 ontwikkelde hij voor zijn stadswoningen een klassiek, op de Lodewijk XVI-stijl geïnspireerd idioom. De hotels in de Hemelstraat zijn representatief voor deze evolutie, die ook tot uiting komt in vergelijkbare voorbeelden te Kortrijk zoals het hotel Van de Venne-Meeus uit 1909 en de brouwerswoning Vander Ghinste uit 1911 beide in de Doorniksewijk, en de Goudsmederij Beheyt uit 1913 in de Bloemistenstraat. Zijn belangrijkste realisatie uit deze periode in Antwerpen is de in 1912 ontworpen Beurs voor Diamanthandel in de Pelikaanstraat. Van 1920 tot omstreeks 1930 was Vanhoenacker geassocieerd met John Van Beurden en Jos Smolderen.

Architectuur

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels hebben een parement uit witte natuursteen, op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, beantwoordt het gevelfront aan een vrij uniform opzet, met varianten in de compositie van de bovenbouw. Horizontaal geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel met consoles, wordt de pui als sokkel geaccentueerd door bossage. Waar de bovenbouw van het linker pand (nummer 10) een symmetrisch compositieschema volgt met de klemtoon op de middenas, is deze in het rechter pand (nummer 8) asymmetrisch opgezet bepaald door het brede zijrisaliet. De eerste verdieping wordt in middenas en risaliet gemarkeerd door bow-windows met een gebuikte basis en een bekronende balustrade, en in de overige traveeën door entablementen. Het linker pand onderscheidt zich vooral door het centrale, gebogen pseudo-fronton met een ovale oculus. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van alternerend rondbogige en rechthoekige muuropeningen. De cartouchesleutels met vrouwenhoofd en eikenloof van de begane grond zijn ontleend aan de Lodewijk XIV-stijl, de guirlandes van borstweringen en oculus, de entrelacs van de balustraden, het stafwerk van het middenkalf in de portalen, en de consoles met trigliefen aan de Lodewijk XVI-stijl. Het gevernist houten schrijnwerk van de fraai bewerkte vleugeldeuren en de vensters is bewaard, evenals het sierlijke smeedijzeren traliewerk van het souterrain.

Met een identieke, gespiegelde plattegrond, beantwoorden de woningen aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen wordt de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht en terras, op de begane grond geflankeerd door de vestibule met trappenbordes, de traphal en de office annex ‘lavatory’. Het souterrain herbergt onder meer de spreekkamer en de keuken met ‘monte plats’ en ‘basse cour’. Van de bovenverdiepingen ontbreken de plattegronden in het bouwdossier.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1912#823 en 1912#1820.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6873 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.