In het tweede kwart van de 19de eeuw opgetrokken enkelhuizen van drie à vier traveeën en twee à drie bouwlagen onder pannen zadeldaken, met eenvoudige lijstgevels in classicistische stijl die oorspronkelijk alle verankerd en bepleisterd of gekaleid waren en gekenmerkt worden door natuurstenen plinten en rechthoekige muuropeningen met hardstenen lekdrempels. Typerend zijn de decoratieve parapets in smeedijzer ter hoogte van de tweede bouwlaag in de nummers 4 en 16. Geen van de panden behield zijn oorspronkelijke, houten kroonlijst.
Nummers 1-3: werden volgens archiefgegevens gebouwd in 1837. Het geheel was in oorsprong één travee breder - heden opgenomen in nummer 5 - en werd gebouwd op de plaats van een ommuurde tuin en een klein éénlaags diephuis. Het nummer 3 behield zijn oorspronkelijke luiken ter hoogte van de begane grond.
Nummer 4 werd in 1856 verhoogd door omvorming van de mezzanino tot een volledige derde bouwlaag.
Nummer 7 werd in 1947 naar ontwerp van K. Poot grondig aangepast door verlaging van de deur en vensters en wijzigingen in het interieur.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)