is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Heilige Familie
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Heilige Familie: orgel
Deze bescherming is geldig sinds
Georiënteerde kruiskerk in nieuwe zakelijkheid, gebouwd naar ontwerp van S. Leurs; omringd door een parking aan de noordzijde, graspartijen aan de zuidzijde. Voor context, zie inleiding Witgoor. Bij Koninklijk Besluit van 25/5/1932 werd het gehucht Witgoor een afzonderlijke kapelanie. Aanvankelijk werd een tijdelijke kapel ingericht in de school van de zusters annonciaden. In 934 werd de bouw van een nieuwe kerk aanbesteed. De uitvoering wijkt ietwat af van het ontwerp. De inzegening vond plaats in september 1935. In 1958 werd Witgoor bevorderd tot parochie. In 1967-1969 onderhouds- en herstellingswerken naar ontwerp van F. Schoeters (Turnhout).
Vroeg voorbeeld van modernistische religieuze architectuur in België; aan de ontwerper "opgelegde" wijzigingen - onder meer het aanbrengen van een kroonlijst- doen echter afbreuk aan het "modern" uitzicht van het gebouw. Alle onderdelen van een klassieke kruiskerk zijn aanwezig; de architecturale vormgeving kan gedefinieerd worden als baksteen-modernisme met referenties aan het kubisme en de "pakketbootstijl", zie de Sint-Antoniuskerk van S. Leurs te Seraing (1930).
Kenmerkend voor zowel exterieur als interieur zijn het bescheiden materiaalgebruik en de naakte bouwmaterialen. De sobere uitvoering houdt tevens verband met de toenmalige economische crisis: met eerder beperkte middelen realiseert men op vraag van kardinaal Van Roey toch nog een vrij grote kerk.
Eén brede hoofdbeuk van vijf traveeën met zijbeuken herleid tot lage aanbouwen; een uitspringende westelijke inkompartij met een op de noordwestelijke hoek voorstaande toren van zes geledingen; een vlak transept van één travee met in de westgevel een kleine uitbouw voor de biechtstoel; een koor van één travee met halfronde koorsluiting, met onderkelderde sacristie aan de noord- en berging aan de zuidzijde. Afgewolfde leien zadeldaken en platte daken; smeedijzeren kruis boven koorgedeelte. Baksteenbouw; hoofdbeuk met omlopende kroonlijst. Overwegend metalen ramen, oorspronkelijk met een donkere afwerking, heden witgeschilderd. Hoofdbeuk, transept en koorsluiting met lange smalle rechthoekige vensters, zie koorsluiting met twee partijen van elk vijf vensters; zijbeuken, westgevel en rechte koortravee met patrijspoorten. Sacristie en berging met in de oostgevel een getraliede rechthoekige vensterpartij met houtwerk. Inkompartij met patrijspoorten en rechthoekige houten poorten. Toren met in de west- en oostgevel kleine smalle rechthoekige vensters; bovenste geleding met rechthoekige galmgaten en een monumentaal smeedijzeren kruis.
De oorspronkelijk laag ommuurde stoep met trappartij vóór de westgevel werd inmiddels heraangelegd en gewijzigd.
Draagconstructie met balken en kolommen van gewapend beton; bakstenen muren, ter hoogte van koor en transept geritmeerd door lisenen. De zijbeuken zijn tot gangen herleid. Vlak houten plafond met samengestelde balklaag; zijbeuken met kinderbalken. Stalen dakconstructie. Tegelvloer. Sterke lichtbeheersing: de gele glaspartijen van het koor geven een grote lichtinval terwijl de patrijspoorten en smalle vensters in het schip voor getemperd licht zorgen. Inkompartij met ten westen en ten zuiden een portaal, ten noorden oorspronkelijk een doopkapel. De biechtstoelen in het transept zijn als nissen in de muur uitgespaard; het noordelijk transept werd als winterkapel ingericht met een vouwdeur waarboven een beglazing.
Beeldhouwwerk: gekruisigde Christus, circa 1935, hout, door P. Raaymakers; gekruisigde Christus, 19de eeuw, geschilderd hout.
Meubilair: zij-altaar met tabernakel, tweede kwart van de 20ste eeuw, natuursteen. Doksaal met orgel: oudste delen klimmen op tot de eerste helft van de 19de eeuw, vermoedelijk oorspronkelijk van elders afkomstig; circa 1787 overgeplaatst naar de Sint-Martinuskerk van Retie wat gepaard ging met een grondige verbouwing, vermoedelijk door L.F. Verbuecken; nogmaals verplaatst in 1898 door orgelbouwer J. Wouters (Geel); in 1936 overgebracht naar Witgoor en hersteld door J.B. d’Hondt en van een nieuwe kast voorzien door J. Goris (Retie).
Varia: klokje, 1663, door De Clerck, afkomstig van de voormalige 17de-eeuwse kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Gedurige Bijstand; klok, 1935, door F. Sergeys (Leuven).
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Arendonk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n6, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Meistraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Heilige Familie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75566 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.