Burgerhuis in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1896, gebouwd in 1897. Opdrachtgever was de geldwisselaar P.J.R. Suys fils, eigenaar van het aanpalende, uit 1875 daterende hotel. Begin 1897 volgde een tweede bouwaanvraag voor een identiek pand in spiegelbeeld aan de andere zijde van het hotel, waardoor een symmetrisch geheel van drie woningen ontstond. Dit laatste pand (nummer 34) is in 1977 gesloopt.
Actief vanaf omstreeks 1885, geldt Joseph Hertogs als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen. Zijn loopbaan in dienst van de vermogende, overwegend liberale mercantiele burgerij, leverde een vijfhonderdtal bouwprojecten op, vooral burger-, heren- en landhuizen, winkels- en warenhuizen, kantoor- en bankgebouwen. Deze evolueren van eclecticisme en neorenaissance, naar een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Vroeg in zijn loopbaan liet hij zich al opmerken met de synagoge Shomre Hadass uit 1891-1893 in de Bouwmeestersstraat. Omstreeks de eeuwwisseling, zijn rijpe eclectische periode, drukte hij met monumentale bouwwerken als het Hansahuis uit 1897/1901 op de hoek van Suikerrui en Ernest Van Dijckkaai en Grands Magasins Leonhard Tietz uit 1900 aan de Meir, zijn stempel op het Antwerpse stadsbeeld.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op geblokte pui uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, en asymmetrisch van opzet, let de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt in de pui gemarkeerd door een korfboogdrielicht, en op de eerste verdieping door een driezijdige houten erker met afdak. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen in geriemde omlijsting. Een gebogen fronton met palmetsleutel markeert het portaal, een entablement of sluitsteen en een onderdorpel de bovenvensters. De gevelbeëindiging wordt gevormd door een klassiek hoofdgestel met gekorniste kroonlijst op klossen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1896#1709 (nummer 30) en 1897#33 (nummer 34).