is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Stamper
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Hoeve De Stamper
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Stamper
Deze vaststelling was geldig van tot
Indrukwekkende 18de-eeuwse hoeve "De Stamper", thans deels herbestemd tot uitbating met gastenkamers. Gelegen in de wijk "Stampaertshoucke", waaraan de hoeve haar naam aan ontleent, oorspronkelijk een leengoed met hofstede en "kasteel" binnen het ambacht van Moerkerke met eerste vermelding in een Brugs charter van 1292; later geëvolueerd tot een gehucht aangeduid op Ferrariskaart (1770-1778).
De hoeve "De Stamper" gaat terug op een oudere hoeve, zie weergave op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571) van een groot gebouw parallel met de straat en een bijgebouw ten noordwesten ervan. Circa 1760 worden de oudste, nog bestaande hoevegebouwen opgetrokken, zie jaartal "1759" op trekbalk in schuur. Dit gebeurt in opdracht van kanunnik Johannes Van der Stricht, proost van het Onze-Lieve-Vrouwkapittel te Brugge (1742-1775) en tevens eigenaar van het huis "De Grote Sterre" en de "Sint-Christoffelhoeve". Een kopie (1763) van een kaart van 1760 geeft de configuratie van de hoeve weer: een omwalde site omringd door diverse kreken, met onder meer toegangspoort aan noordzijde en dieper gelegen hoevegebouwen, zijnde woonhuis met ten zuiden evenwijdige monumentale schuur en klein bijgebouw aan westzijde (waterput). Tevens aanduiding van poel en moestuin aan oostzijde, boomgaard ten noorden en dreef ten zuiden van het erf; laatst genoemde vermoedelijk een vroegere toegangsweg tot de site. De pachthoeve is eind 18de eeuw-begin 19de eeuw eigendom van jonkheer Van (den) Hecke. 19de-eeuwse kaarten tonen, behalve een kleine uitbreiding van de schuur met een muurtje aan de westkant, een ongewijzigd gebouwenbestand; bijkomende omhaagde moestuin aan de zuidzijde. Eerste vermelding van hoeve "De Stamper" in de Atlas der Buurtwegen (1845). Het kadaster registreert circa 1861 verbouwingen aan oost- en westzijde van het boerenhuis, die echter reeds meer dan tien jaar ervoor gerealiseerd zijn. In 1941 worden centraal op het erf en aan de westzijde ervan drie kleinere bijgebouwen opgetrokken. Circa 1986 wordt een nieuwe vleugel aangebouwd aan de zuidzijde van de schuur; tevens afbraak van onder meer een klein bijgebouwtje en inplanting van een grote loods centraal op het erf.
Hoeve met losstaande bestanddelen, toegankelijk via poortgebouw aan de straat en lange erfoprit afgezoomd door knotwilgen. Restanten van omwalling rondom het onverhard erf, met poel ten noordoosten en (nieuwe) boomgaard ten oosten.
Imposant poortgebouw bestaande uit vierkante hekpijlers aan weerszijden van erfoprit met aansluitend concaaf uitgewerkte vleugelstukken waarop vaasbekroning. Witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint; pijlers bovenaan uitkragend met natuurstenen afdekking; licht gedrukte spiegelboogvormige nissen. Opschrift op pijlers "HOFSTEDE"-"DE STAMPER". Aan weerzijden van ingang lage schamppaaltjes.
Woonhuis met aansluitend stalgedeelte (voormalige paardenstal) aan noordzijde van het erf; gekasseide stoep. Boerenhuis afgescheiden van rest van het erf door middel van laag gemetst U-vormig muurtje, waarbinnen nieuw geplaveide stoep. Witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint, net als de schuur voorzien van imposant mansardedak met dakoverstek, aan erfzijde rustend op fraaie houten, ongescoorde kardoezen of "hondjes" (nok evenwijdig met straat; zwarte en rode Vlaamse pannen). Oorspronkelijk één klimmend dakvenster met laadluik aan oostgevel, thans enkele nieuwe gelijkaardige dakvensters aan zowel oost- als noordgevel, allen uitgewerkt als dakvenster met kleine roedeverdeling. Muurankers. Getoogde en beluikte muuropeningen waarin grotendeels vernieuwd schrijnwerk na oorlogs- en stormschade. Enkel aan erfzijde nog oorspronkelijk (keuken-)venster met schuifraam en kleine roedeverdeling; betegelde onderdorpels. Naar dit model nieuwe vensters, onder meer in noordgevel van voormalig stalgedeelte, waar tevens een laadvenster met luik behouden bleef. Opkamervensters in oostgevel voorheen voorzien van diefijzers; arduinen onderdorpels.
Getoogde deuren in erfgevel met gedeeld bovenlicht; westgevel van voormalig stalgedeelte met behouden tweedelige getoogde staldeurtjes en laadluiken. Mosegaten (meegepekt) aan westgevel.
Tegen zuidwestelijke hoek lage aanbouw onder lessenaarsdak.
Interieur. Inrichting en aankleding in functie van uitbating, evenwel met respect voor bestaande structuren en materialen. Deels vernieuwde balkenzolderingen en houtwerk van plankenvloeren en binnendeuren. Nieuw gekalkte muren. Centrale gang met decoratieve cementtegelvloer (ster- en ruitmotief). Ten westen, aan erfzijde, keuken met cementtegelvloer (ruitmotief), grote schouw met getrapte bakstenen wangen en houten haardbalk; aan noordzijde voorkamer met onder meer veelkleurige cementtegelvloer en nieuwe bakstenen schouw met zwarte bakstenen haardwand en rood bakstenen haardvloertje in visgraatmotief. Vanuit gang houten voutetrap en opgeklampte deur als toegang naar in twee gedeelde opkamer met onder meer rode (noord-) en grijze (erfzijde) tegelvloer, centraal eenvoudige schouwmantels met gebogen haardwanden in zwarte baksteen. Aan westzijde, deels tot eetzaal heringerichte paardenstal, gescheiden van boerenhuis door gang met natuurstenen tegelvloer; gelijkaardige bakstenen schouw als in de keuken. Zolderverdieping ingedeeld in slaapkamers. Recente aankleding van onderzijde van mansardekap met "imitatievakwerk" (bepleisterde betonstenen tussen balkenroostering). Bewaard 18de-eeuws schaar- en nokgebinte met steekschoren.
Kelder afgedekt door groot tongewelf (haaks op straat); witgekalkte afwerking en rode tegelvloer.
Ten zuiden van het erf en evenwijdig met woonstalhuis, monumentale dwarsschuur met geïncorporeerde (koe-)stal en tweeledig wagenhuis onder gelijkaardig monumentaal mansardedak met dakoverstek (Vlaamse en mechanische pannen), vermoedelijk opgetrokken in 1759 zie jaartal in trekbalk. Verankerde en witgekalkte baksteenbouw op gepekte plint; brede steunberen tegen oostgevel. Luchtspleten. Centrale inrit onder sleepdak, voorheen met rechthoekige poort, thans met rondboogpoort gereconstrueerd overeenkomstig sporen van oorspronkelijke poortopening. Inritten van wagenhuis thans voorzien van nieuwe poorten en hekwerk. Erfgevel met sporen van getoogde deur aan oostzijde; tweedelig staldeurtje aan westzijde. Tweebeukige schuur van zes traveeën en hooizolder. Schaar- en nokgebinte met steekschoren en ankerbalkverbinding; pen- en gatverbinding en gebeitelde telmerken. Aanbouw aan westzijde onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen); nieuw aangebouwde evenwijdige loods aan zuidzijde.
Aan westzijde van het erf losstaande recentere bijgebouwen. Naar verluidt voormalig "koetshuisje", thans garage, deels beplankte baksteenbouw onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met boerenhuis), lager uitlopend aan noordzijde. Tevens witgekalkt bijgebouw op gepekte plint onder mank zadeldak (nok loodrecht op boerenhuis; Vlaamse pannen) en aansluitend bakhuis/zomerkeuken. Openheid van het erf verstoord door inplanting van recente loods op het erf. Ten noordoosten van het erf losstaand hutvormig hondenhok.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Zuiddijk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Stamper [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78752 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.