is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Lambertus
Deze vaststelling is geldig sinds
Excentrisch gelegen op een pleintje op de hoek met de Rhijnweg.
HISTORIEK
Waarschijnlijk was het eerste heiligdom een eenvoudig houten kerkje. Waarschijnlijk tussen de 11de en de 13de eeuw, vervanging door een romaanse kerk van veldstenen. Al vóór de 15de eeuw, bestaan van een Onze-Lieve-Vrouwealtaar. Vóór 1476, wederopbouw of vergroting van de kerk. In 1476, toelating vanwege prins Lodewijk van Bourbon voor de bouw van de kerktoren.
Eind 15de eeuw, bouw van de laatgotische oosttoren, zonder portaal. In 1516, vermelding van de altaren van het Heilig Kruis en de Heilige Maagd. In de 17de eeuw en begin 18de eeuw, herstellingswerken. In 1837, afbraak van de oude kerk en bouw van een nieuwe. Dit bedehuis omvatte drie beuken, verlicht door brede getoogde vensters en voorzien van een gezamenlijke bedaking met gracieuze dakruiter. De toren kreeg een oostportaal.
Circa 1908, herstelling van de in slechte staat verkerende toren, naar ontwerp van architect J. Gilson (Brussel, ontwerp van 1907). In 1908-13, herstelling van de kerk en haar meubilering: bevloering, kroonlijsten, orgel, communiebank, schildering van het koor enzomeer. Circa 1930, verre staat van verval van de te klein geworden kerk. In 1937, overbrenging van het weleer rond de kerk gelegen kerkhof naar de Lommelsebaan.
In 1938-39, bouw van het huidige bedehuis ten zuiden van de oude kerktoren op een deel van het kerkhof, naar ontwerp van architect F. Vandendael (Heverlee), geholpen door kanunnik R. Lemaire, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven; tevens verhoging van de torenspits en dichten van het oostportaal van de toren; gedenksteen van zandsteen in het portaal rechts van de ingang, met volgend chronogram: CVLMINA SVB VETERI TVRRE/ AEDES EXPLICAT AVCTA (1938). De ingenieur belast met de betonstudie was de Heer Charlet (Leuven). De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen gaf haar goedkeuring op 12 maart 1937, met volgende opmerking: bij de uitvoering der werken dient de ontwerper de hoogte van de hoofdbeuk te verminderen, ten einde den ouden toren meer vrij te laten. Aanbesteding en uiteindelijke toevertrouwing aan de firma gebroeders De Pessemier (Nederbrakel). Op 19 september 1939, inwijding van het nieuwe heiligdom door Moseigneur Kerckhofs, bisschop van Luik.
Tijdens de bevrijdingsgevechten van september 1944, zware schade door granaatinslagen, ook aan interieur en glasramen. Kort na de bevrijding, afbraak van de kerkhofmuur voor de kerk. In 1949, restauratiewerken.
In 1993, bij het leggen van de gasleiding in de straat, blootlegging van de fundamenten van de kerkhofmuur, opgevuld met veldkeien en afbraakmateriaal. Op 23 februari 1995, goedkeuring door de gemeenteraad van het ontwerp tot restauratie van de kerktoren.
BESCHRIJVING
De vierkante laatgotische oosttoren bevindt zich in de noordoostelijke hoek van de later aangebouwde moderne kerk van 1938-39. De plattegrond van deze oostwest-georiënteerde nieuwe kerk ontvouwt een narthex met ten zuiden aansluitende driezijdige doopkapel, een schip en uiterst smalle zijbeuken van vijf traveeën, een transept met twee armen van telkens één travee met vlakke sluiting, een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting, twee flankerende nevenkoren, een sacristie ten zuidwesten en een bergruimte (?) ten noordwesten.
Bakstenen toren; gebruik van kalksteen voor afzaat van sokkel, bovenste deel van waterlijsten en bovenafwerking van overhoekse versneden steunberen; zandsteen voor muurbanden, hoekblokken van galmgaten, steigergaten en blokken van geprofileerde daklijst; hardsteen voor afgeschuinde lekdrempels; gewone en krulankers met dito spie. Toren van drie geledingen. Eerste geleding met ten oosten en ten noorden telkens één spitsboogvenster in een getrapte omlijsting. Blinde tweede geleding met kalkstenen kruisjes ten noorden en ten westen. Derde geleding met telkens twee spitsbogige galmgaten met bekronend uurwerk. Ingesnoerde naaldspits (leien) met ten oosten dakkapel onder zadeldakje, bolbekroning; smeedijzeren kruis en gouden windhaan. Ten zuidoosten aangebouwde driezijdige, van lichtgleuven voorziene traptoren van slechts twee geledingen.
Moderne bakstenen kerk op breukstenen sokkel; gebruik van hardsteen voor afzaat van sokkel, lekdrempels, geprofileerde consoles van schouderstukken, deklijsten, afwerking van versneden, bij voorgevel van schip op elkaar gestelde en bij sluiting overhoekse steunberen en deuromlijstingen; geprofileerde betonnen kroonlijsten; verspringende zadeldaken (leien) tussen aandaken met schouder- en topstukken, sacristie onder gecombineerde schilddaken met ten oosten dakkapel, bergruimte (?) met ten westen dakschild, twee flankerende aanbouwsels van zuidelijke transeptarm onder platte bedaking; achtzijdig dakruitertje ten westen met smeedijzeren kruis, dito kruis boven sluiting; voorzetramen ter beveiliging.
Narthex met rechthoekige portaal in een vlakke omlijsting op neuten, geflankeerd door twee rechthoekige venstertjes en bekroond met vijf klimmende keperboogvensters; hardstenen kruis als topstuk; ten zuiden aansluitende, lagere doopkapel, voorzien van lichtgleuven en bolbekroning. Voorgevel van schip met oculus in geveltop. Bij zijgevels van middenbeuk en koor, alsook bij sluiting, telkens drie keperboogvensters tussen ritmerende steunberen; telkens twee analoge vensters bij zijbeuken en nevenkoren. Transeptsluiting gelijkaardig opgevat als voorgevel van narthex. Sacristie en bergruimte (?) met eenvoudige rechthoekige muuropeningen, bij de sacristie betralied.
Interieur van gele baksteen; gebruik van rode baksteen voor sokkel en banden van pijlers, spitsboogvormige gordel-, triomf- en scheibogen, eerst genoemde bogen met ronde openingen in top, die van koortravee en kruising voorzien van lisenen. Keperboogvormige, van geometrische motieven voorziene, witbeschilderde betonnen overkluizing op consoles; analoge halve overkluizing bij zijbeuken; nevenkoren met vlakke zoldering.
Mobilair: Uit de oude kerk: kruisweg in olie op doek, getekend Djef Swennen (1871-1905) en gemonogrammeerd TC, gevat in neogotische eiken omlijsting (circa 1900); houten beelden van Christus Verlosser en de apostelen afkomstig van een apostelenbank (Limburg, Hasselt, 1520, polychromie fragmentarisch en afgeloogd), dito beelden van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jan-Evangelist afkomstig van een calvariegroep (Maasland, Limburg, Meester van de Lange Figuren (groep), 1530, polychromie fragmentarisch); houten Christus op beschilderd kruis (16de eeuw of later), gepolychromeerde houten piëta (17de eeuw) en beelden van Sint-Jan-de-Doper en Sint-Jozef (tweede helft van de 19de eeuw); witbeschilderde houten Jezus in het graf (17de of 18de eeuw), circa 1937 gerestaureerd door beeldhouwer Jan Telen (Maaseik); gepolychromeerd Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdesbeeld (1883) geschonken door de echtgenoten H. Willems en E. Haenegrifs ter gelegenheid van hun vijftigjarig jubelfeest (zie inscriptie); twee classicistische eiken biechtstoelen (derde kwart van de 18de eeu), beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en begin jaren 1960 hersteld; twee houten credenstafels met marmeren blad (tweede helftvan de 18de eeuw, Lodewijk XVI); drie houten koorzitmeubelen, namelijk zetel met twee stoelen (tweede helft van de 19de eeuw) met vernieuwde zitting; twee neogotische eiken knielbankjes; zwart en rood marmeren doopvont met koperen deksel (18de eeuw of begin van de 19de eeuw); drie klokken respectievelijk van Gobelinus Moer (1493), Andreas Van der Gheyn (Averbode, 1760) en Drouot (1806).
Voor de nieuwe kerk: modern hoofaltaar, zijaltaren in nevenkoren van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Marcoen, deels bronzen communiebank met eucharistische motieven en preekstoel van wit geaderd zwart marmer (waarschijnlijk grand antique, circa 1938); modern beeld van Sint-Marcoen, wiens relikwieën nog altijd in de huidige kerk bewaard worden; hardstenen kruisjes aangebracht onder de vensters van zijbeuken en transept; decoratieve en figuratieve glasramen door firma Lou Aperslag (Heverlee, 1949) ter vervanging van de vorige die in 1944 werden vernield; uurwerk door firma Michiels (Mechelen, 1949); orgel van 1955 door E. Verschueren (Tongeren), door dezelfde in 1971 hersteld en omgebouwd.
Ten zuiden van de kerk, hardstenen standbeeld van Sint-Franciscus van Sales op dito naar boven toe versmallende sokkel met blad- en bloemwerkkapiteel, met vooraan inscriptie: HECHTEL/AAN ZIJNE/MISSIONARISSEN, waarvan de eerste, scheutist Jan Mallet (1870-1900), in Mongolië werd vermoord tijdens de Boksersopstand, zie de inscriptie links op de sokkel, ook ter nagedachtenis van Gerardus Jehoel (° 1872), gestorven te Leopoldstad in 1900, zie inscriptie rechts op de sokkel; eertijds samen met de twee volgende beelden opgesteld op het kerkplein en om werken aldaar in 1966 verplaatst. Ten noorden van transept, beeld van Onze-Lieve-Vrouw van recent witbeschilderde Savonnièresteen (1887) door beeldhouwer Janssen (Sint-Truiden), eigendom van de gemeente, vroeger, namelijk sinds de jaren 1940, opgesteld op het kerkplein, in 1944 enigszins beschadigd en in 1966 naar de speelplaats van de meisjesschool verplaatst, omwille van hoger genoemde werken. Ten noordoosten op het kerkplein, oorlogsmonument 1914-18 in de vorm van een hardstenen Heilig Hartbeeld, getekend A. Bedeur, op analoge sokkel met inscriptie: HECHTEL/ AAN/ ZIJNE HELDEN/ 1914-1918.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Twaalf septemberstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Lambertus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80466 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.