erfgoedobject

Godshuis

bouwkundig element
ID
81232
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/81232

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Godshuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Godshuis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Godshuis en omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Godshuis
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Het Godshuis werd opgericht in 1843 door juffrouw Antonia Van Damme van Sint-Laureins, die haar omvangrijk fortuin gebruikte om een hospice voor ouderlingen, een tehuis voor wezen en een hospitaal voor zieken te laten bouwen. Architect Justin Bruyenne uit Doornik tekende de plannen van dit, voor het platteland vrij uitzonderlijk monumentaal en indrukwekkend neoclassicistisch complex. Een gedenkplaat onder het hoogaltaar in de kapel vermeldde vroeger: "XI Juli MDCCCXLIII ill. Dom. Lud. Jos. Episc. Gand. Opt.ma Dom.a Ant.a Bern a. Van Damme ex hae, sub titulo Sti Joseph. Archit. Dom. Justino Bruyenne, Tornaci". De kapel werd gewijd op 25 september 1849. Klooster bediend door de zusters van de Kindsheid Jezus, die aan de Dorpsstraat in 1879-80 eveneens een meisjesschool oprichtten. Het godshuis werd bij testament na de dood van juffrouw Van Damme, in 1879 geschonken aan de Commissie voor Openbare Onderstand van de gemeente. Tijdens beide wereldoorlogen boden de immense kelders een schuilplaats aan de lokale bevolking. Vanaf de jaren 1970 in verval. In 1990 werd een nieuw Sint-Jozefrustoord opgericht ten zuiden van het oude complex dat toen verlaten werd. In 1999 verkocht en sindsdien in restauratie met herbestemming als feestzaal en congrescentrum en in een latere fase ook hotel.

Achterin gelegen gebouwencomplex, oorspronkelijk omgeven door 15 hectare landerijen en boomgaarden, die in de jaren 1970 verkaveld werden, heden toegankelijk via twee doorgangen in de Dorpsstraat en aan de Leemweg. Een 150 meter lange, recent aangeplante dreef, gesponsord door particulieren, vanaf de Leemweg, vormt heden de hoofdtoegang. Imposant neoclassicistisch gesloten bakstenen complex op rechthoekige plattegrond met verschillende, symmetrische vleugels gegroepeerd rondom twee binnenhoven, oorspronkelijk een afdeling voor mannen en vrouwen, aan de oostzijde gemarkeerd door een uitspringende kapel met neorenaissancekoepel en belvedère. Opgetrokken uit donkere baksteen (Scheldesteen), enkel in de kapelgevel in combinatie van rode baksteen voor decoratieve elementen, met twee bouwlagen boven een souterrain met halfronde vensters en afgedekt met leien en pannen zadeldaken.

Meest monumentale heden reeds gerestaureerde oostgevel met centraal uitgebouwde kapel van vijf traveeën met attiek en koepelbekroning, geflankeerd door zijvleugels van elk acht traveeën. Kapelgevel met strakke neoclassicistische opbouw met middenrisaliet van drie traveeën gemarkeerd door kolossale Toscaanse pilasters op hoge hardstenen sokkels die een klassiek hoofdgestel en driehoekig fronton ondersteunen. Centrale monumentale rondboogdeur onder geprofileerde booglijst op imposten van rode baksteen, vooraf gegaan door bordes met twee trappen. Mooie houten dubbele paneeldeur en rechthoekige spiegel erboven. Twee rondboognissen onder gelijkaardige booglijsten en met bekronende omlijste oculi flankeren de ingang. Zijtravee met rechthoekig deurvenster onder waterlijst en omlijst vierkant bovenvenstertje. Vernieuwde leien koepel en sierlijke beglaasde belvedère. Vrijstaande zijgevels van de kapel met één centraal rechthoekig blind venster onder driehoekig fronton en blinde omlijste oculus. Symmetrische zijvleugels met sterk horizontale vensterregisters en een identieke opstand met halfronde keldervensters, rondboogvormige benedenvensters en rechthoekige bovenvensters, nieuw grijs schrijnwerk. Halfronde keldervensters zonder ijzeren roedeverdeling. Gelijkaardige nog niet gerestaureerde noord- en zuidvleugels van elk zeventien traveeën gemarkeerd door een middenrisaliet met bekronend driehoekig fronton en bordestrap, en zijrisalieten van drie traveeën. De westvleugel telt drieëntwintig traveeën met een gemarkeerd middenrisaliet van vijf traveeën met attiek en centrale bordestrap en zijrisalieten van één brede travee met omlijste rondboogdeur, eveneens met bordestrap en ijzeren leuning, heden nog niet gerestaureerd; nog enkele originele deuren en ramen. De gevels aan de binnentuinzijde en de middenvleugel waren oorspronkelijk voorzien van open rondbooggalerijen op de verhoogde begane grond en rechthoekige bovenvensters. De later geplaatste ijzeren ramen zijn reeds deels vervangen door grijze aluminiumramen. Blinde oculi in de zwikken. Centrale bordestrappen aan de noord- en zuidgevels geven toegang tot de binnentuinen. De halfronde keldervensters hadden oorspronkelijk waaiervormige roeden, die bij de restauratie verdwenen.

Reeds deels gerenoveerd interieur, onder meer de kapel herbestemd als inkomhal. Centraalbouw met gerestaureerde koepel en open belvedère, heden lichtblauwgeschilderd met vergulde sterren en lijstwerk in wit, geel en rood, aansluitende halfcirkelvormige apsis met gelijkaardige halve koepel en omlopend balkon op de bovenverdieping. Rondboogdeur en dito doorgangen in de zijgevels gemarkeerd door een onderbroken gebogen fronton ondersteund door gekoppelde Ionische zuilen (nog te restaureren) en Toscaanse zuilen in de vier hoeken. Linker zijbeuk herbestemd als vestiaire, in de rechter beuk werd een ijzeren spiltrap geplaatst voor de bereikbaarheid van de toegevoegde bovenverdieping. Zijvleugels verbouwd tot grote zalen met gedecapeerde muren, nieuwe vloeren en plafonds.

Nog te restaureren noord- en zuidvleugel met centrale toegangen met overwelfde hal op vier zuilen en telkens twee houten bordestrappen naar de bovenverdieping; grotendeels verdwenen balusterleuningen en trappalen. Een ingewerkt wenteltrapje in de noordoosthoek aan de binnentuinzijde verzekert de inwendige circulatie van de kelder tot de zolder.

  • Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Cel Monumenten en Landschappen, archief.
  • Rijksarchief Gent, Modern gemeentearchief Sint-Laureins, nummer 164.
  • BERNAERT R., Uit de kronieken van Sint-Laureins voor 1900, II, Sint-Laureins, 1971, p. 430-437.

Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Godshuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/81232 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.