Voormalig stationsgebouw van het type R5 gebouwd in 1892 (Standaardstation uit de periode 1881-1895 genaamd stationstype R5).
Station gelegen ten zuiden van de dorpskern, langs de spoorweg Kortrijk-Brussel. Station gesloten in 1984 en thans leegstaand. De verbinding Denderleeuw-Kortrijk werd in 1868 geopend door de "Chemins de fer de l'Ouest de la Belgique" die de concessie van de regering kreeg in 1863, maar de aanleg in handen gaf van "Société Belge de chemins de fer". De uiteindelijke exploitatie was in handen van de "Société Générale d'Exploitation".
De aanleg van de spoorweg in 1868, gevolgd door de bouw van een station in 1892, vormde de aanzet tot de aanleg van de huidige Stations- en Pladijsstraat en het ontstaan van het gelijknamige gehucht.
Hoofdgebouw bestaande uit een hoger gedeelte van twee bouwlagen en drie traveeën en twee lagere vleugels van respectievelijk vijf traveeën aan de rechterzijde en drie traveeën aan de linkerzijde. Rode baksteenbouw (sierankers) onder leien zadeldak met sierlijke houten dakranden. De linkervleugel onder plat dak. Verticale gevelritmering door lisenen verbonden door muizentandfries. Arduinen plint doorbroken door rechthoekige keldermonden. Rondbogige benedenvensters onder druiplijst doorlopend in arduinen muurband. Getoogde bovenvensters. Tussen de twee bouwlagen een arduinen lijst. Bewaard schrijnwerk met roedeverdeling. Aan de perronzijde, boven de centrale deur, witgeschilderd naambord in bakstenen omlijsting. Zijpuntgevel met aflijnende fries. Verdiept witgeschilderd casement in bakstenen omlijsting, voorheen met opschrift "DEERLIJK" met erboven oculus.
De deur in het hoofdgebouw gaf oorspronkelijk toegang tot de hal van de dienstwoning. De trap leidde naar de slaapvertrekken. De twee venstertraveeën dienden als loket en kantoor. In de lage vleugel bevonden zich de lokettenzaal voor de reizigers en ruimtes voor goederen en bagage.
- DEBOT H., Stationsarchitectuur in België, deel I: 1835-1914, Turnhout, 2002, p. 80, 128.
- DEFRAYE L., Deerlijk in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972, afb. 38.