Voormalig stationsgebouw van Jabbeke op de lijn Brugge-Oostende, die in 1838 werd ingereden als enkelvoudig spoortraject. In de beginjaren waren er maar drie haltes op deze lijn, namelijk in Oostende, Jabbeke en Brugge. In 1858 werd een dubbel spoor aangelegd. In 1875 wordt een stationsgebouw gerealiseerd in Jabbeke, aan de noordzijde van de spoorweg. In 1892-94 wordt iets noordelijker het huidige gebouw opgetrokken, met een oostelijk bijgebouw. Anno 2005 staat het gebouw leeg, omdat de halte langs de spoorlijn is afgeschaft in 1984.
Een seinhuisje iets verder langs de spoorlijn in typische interbellumvormgeving, zie betonnen horizontaal doorlopende puien.
Het gebouw werd opgetrokken volgens een vast type dat door de Belgische spoorwegen tussen circa 1881 en 1895 werd toegepast, en wel volgens de eerste variant daarvan, het zgn. "Stationstype 1881". Het gebouw is in gele baksteen opgetrokken op hardstenen plint en bestaat uit drie delen met centraal een volume van twee bouwlagen en drie traveeën onder een leien zadeldak (nok parallel aan de sporen). Tot voor 1900 werd het type aan de ene zijde geflankeerd door een lage vleugel onder een leien zadeldak en aan de andere zijde een lange vleugel met een plat dak, beide van drie traveeën.
Het hoofdgebouw bevat de dienstwoning, met een woonruimte aan de kant van de sporen en slaapvertrekken op de verdieping. Een gedeelte werd als loket en kantoor ingericht. De vleugel onder plat dak bevatte de keuken, een wasplaats, een koertje en een toilet; tevens was er een toilet voor de reizigers. In de lage vleugel onder zadeldak waren twee traveeën voorbehouden als wachtzaal voor de reizigers, de rest voor goederen en bagage.
De lijstgevels in voor- en achtergevels zijn gemarkeerd door lisenen tussen de traveeën; de gedeeltes met zadeldak hebben tevens rode baksteenfriezen met muizentand. Horizontale indeling van het hoofdvolume door hardstenen cordonlijst. Rondboogvensters met een rode druiplijst rustend op hardstenen imposten op de eerste bouwlaag van de volumes onder zadeldak; segmentbogige vensters met rode bakstenen omlijsting op de verdieping en in het volume onder plat dak De overkragende daklijsten zijn door houten uitgewerkte windborden afgelijnd. Zijpuntgevels van het centrale volume met ronde oculus. Mooie sierankers in het hoofdvolume.
DE BOT H., Stationsarchitectuur in België, deel I: 1835-1914, Turnhout, 2002, p. 74-76.
FRANCHOO A., Inhuldiging van het nieuw station te Varsenare op 23 oktober 1910, in Brugs Ommeland, jg. 12, nr. 3, 1972, p. 97-99.
FRANCHOO A., In de schaduw van een dorpstoren, s.l., 1980, p. 125 e.v.
PACKO L., losse info.
Bron: HOOFT E. met medewerking van BOONE B., CALLAERT G., DE BODT V. & SANTY P. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Het seinhuis werd gesloopt.
Geoportaal Onroerend Erfgoed, Orthofoto’s 2009-2019, Jabbeke [online], https://geo.onroerenderfgoed.be (geraadpleegd op 6 september 2021).