Twee woningen als één geheel gelegen in de Gallatasbossen, tussen de Brandstraat en de Bruggesteenweg. Maakt deel uit van een samenstel met een boswachtershuis (zie nummer 71) en koetshuis omstreeks 1900 toebehorend aan de familie de Ghellinck (de Walle) en de Ghellinck d’Elseghem. Deze familie heeft banden met het geslacht della Faille die in 1653 eigenaar wordt van het leengoed "Goed te Gallatas" met pachthoeve (zie Haantjesstraat nummer 7), land, bossen, meersen, vijvers en veldgebied. Jachtverblijf, volgens kadastergegevens gebouwd circa 1844. Nummer 71, het boswachtershuis dateert van rond 1866, het koetshuis van "1868" zie jaarsteen.
In de tweede helft van de 19de eeuw woont er boswachter De Vogelaere uit Vosselare. Tijdens de oorlogsjaren (tot 1947) bewoond door het gezin van Jonkheer Guillaume Van Pottelsberghe de la Potterie en Jeanne de Ghellinck d' Elseghem, die in 1947 aan de overkant van de Bruggesteenweg het landhuis Reedpool (zie nummer 82) bouwen.
De gebouwen staan gegroepeerd op een begraasde open plaats in het bos. Erlangs loopt vanaf de Bruggesteenweg een kerkwegel (wandel- en fietspad) die enerzijds toegang geeft tot de huizen en anderzijds naar de Brandstraat in Doomkerke loopt. Vanaf de kerkwegel vertrekt een dreef richting "Goed te Gallatas".
Verankerde baksteenbouw van anderhalve bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen) en zeven traveeën. Beraapte en roodbeschilderde gevels boven een gecementeerde plint met imitatievoegen. De zuidgevel is symmetrisch uitgewerkt met centraal een deur geflankeerd door afwisselend een venster en deur, in de noordgevel zijn twee deuropeningen. Op de begane grond rechthoekige en op de verdieping halfronde muuropeningen met geprofileerde, witbeschilderde omlijstingen. Enkele halfronde vensters zijn blind met trompe-l'oeil beschildering. Vensters met bewaard schrijnwerk, op de begane grond schuiframen met grote roedeverdeling, de luiken zijn nog gedeeltelijk aanwezig. Halfronde vensters op de verdieping met vleugelramen. Stoep met klinkers rondom het huis.
Koetshuis met stallingen ten westen, met in de oostelijke eindgevel jaarsteen "1868". Rode, verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) met beraapte westgevel. Oostgevel met korfboogpoort geflankeerd door twee segmentboogvormige openingen met kleine nissen wellicht dienend voor het houden van duiven. In de topgevel een rondboogvenster met grote roedeverdeling, gevorkt in het bovenlicht en geflankeerd door nog eens drie duivennisjes. Brede dakrand steunend op houten liggers. De overige gevels hebben segmentboogvormige en rechthoekige muuropeningen. Poort, vensters, staldeuren en luiken met bewaard schrijnwerk. In de noord- en zuidgevel brede en gevelhoge uitsparingen onder de dakrand gebruikt als opslagruimte. Rondom het gebouw een stoep met klinkers en cementtegels.
Een laag, langwerpig, landgebouw ten zuiden van de kerkwegel is naar verluidt een voormalige fazantenkwekerij of faisanterie.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1844/10, 1866/20.
- BRAET M., Familie Constant Devooght en de Gallatashoeve te Doomkerke, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 19, nr. 2, 2002, p. 123-124.
- BRAET M., Het oude Goed della Faille, het leen te Galentas en familie de Kerckhove d'Ousselghem, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nr. 3, 2006, p. 151-158.
- DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nr. 4, 1993, p. 172.
- LAUWERS W., Van Lovendegem naar Doomkerke De oorlogsjaren van familie Willy van Pottelsberghe – de Ghellinck, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 21, nr. 4, 2004, p. 186, 188, 190.