Berten Coolens studeerde beeldhouwkunst aan de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten tussen 1946 en 1950. In 1949 was hij laureaat van de Paul De Vigneprijs; in 1951 van de Godecharleprijs. Vanaf 1959 was hij leraar beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. In 1961 werd hij daar ook leraar vormstudie binnen de afdeling architectuur.
In het Gentse straatbeeld zijn monumentale sculpturen van zijn hand bewaard. Al in 1949 realiseerde hij vijf bas-reliëfs voor de ingang van het casino in het Citadelpark (huidig S.M.A.K.). Deze stellen de scheepvaart, textielnijverheid, Maagd van Gent, bloementeelt en metaalnijverheid voor. Hij werkte eveneens mee aan het monumentale fries aan het Koning Albert I-park aan het Gentse Zuid. Deze fries werd tussen 1954 en 1957 gerealiseerd onder leiding van beeldhouwer Jozef Cantré, met hulp van Geo Verbanck en Gustaaf Van den Meersche. Behalve Berten Coolens werkten ook Robert Heylbroeck, Geo Vindevogel en Jan Antheunis mee aan de uitvoering. In 1957 werd een monument van zijn hand onthuld aan de Gentse Watersportbaan, ter herinnering aan de inwijding van het Urbanisatiecomplex van de Neermeersen en de nationale watersportbaan in 1955. Daar vlakbij bevindt zich een ander figuratief werk van Coolens, namelijk ‘De Verheerlijking van de Sport’, circa 1960 geplaatst bij het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding. Van dit beeld bestaan nog twee varianten. In de tweede helft van de jaren 1960 realiseerde Coolens onder meer sculpturen voor het Dr. Decroly Instituut (de site met de voormalige infirmerie van het Gentse Sint-Elisabethbegijnhof), en de gevel van een nieuw kantoorgebouw van de ACLVB.
Een voorbeeld van een publiek project buiten Gent waaraan hij meewerkte, is de keramiek die hij ontwierp voor de signaalmast van het Paviljoen van het Kortrijks Dakpannenkantoor op Expo 58. Het paviljoen was ontworpen door Geo Bontinck en uitgevoerd door de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene. In 1964 realiseerde hij het monument voor burgemeester Chalmet in Zelzate.
De beeldhouwkunst van Berten Coolens sluit aan bij de tendensen in de 20ste-eeuwse beeldhouwkunst en werd ook beïnvloed door het werk van zijn leraar Jozef Cantré en dat van de Engelse beeldhouwer Henry Moore. Coolens’ sculpturen geven uiting aan een geestelijke beleving, waarbij het beeld drager is van de betekenis en een dialoog aangaat met de ruimte. In sommige werken kwam hij vanuit de emotie tot een eigen abstractie, geïnspireerd door de natuur en haar oervormen. Berten Coolens werkte vaak in ‘taile direct’ en had respect voor de expressie en eigenschappen van elk materiaal. Zijn sculpturen onderscheiden zich door hun persoonlijk karakter.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bijlokekaai 1-8, 7B-G, Godshuizenlaan 2, 2B, Jozef Kluyskensstraat 2-6 (Gent)
Gebouwencomplex, waarvan de noordkant wordt ingenomen door het Burgerlijk Hospitaal uit 1864-1880 naar ontwerp van architect A. Pauli. De oude, tot de 13de eeuw opklimmende hospitaalgebouwen met kapel liggen deels geïncorporeerd tussen 19de-eeuwse gebouwen aan de oostkant. Centraal strekt zich een rechthoekig beplant plein uit waaraan in het zuiden de oude abdijgebouwen uit de eerste helft van de 14de eeuw palen, het huidig cisterciënzerinnenklooster en het Oudheidkundig Museum. In de verschillende tuinen zijn nog relicten van de historische aanplant aanwezig. De aanleg van de boomgaard dateert uit de 17de eeuw.
Jan Hoetplein 1 (Gent)
Feest- en Floraliapaleis, gebouwd in 1912-13 naar ontwerp van architect O. Vande Voorde, ingehuldigd voor de wereldtentoonstelling van 1913 en waar sindsdien de wereldberoemde vijfjaarlijkse bloemententoonstelling, de Floraliën gehouden werden. Het casino ten oosten werd volledig vernieuwd in 1949. Het feestpaleis werd gedeeltelijk heropgebouwd en uitgebreid aan de westzijde in 1952 naar ontwerp van de stadsarchitect J. Trefois. De behouden centrale ruimte, oorspronkelijk grote of koude serre, later hal genoemd, met drie beuken en negentien traveeën is overspannen door een merkwaardig metalen spant met een lichtkap boven de zijbeuken en vijf klimmende lichtkappen boven de brede middenbeuk.
Grote Markt (Zelzate)
Hardstenen gedenkteken met gesculpteerd hoofd, ontworpen door Berten Coolens, hulde aan burgemeester Jozef Chalmet 1897-1962.
Watersportlaan 2 (Gent)
Van eind 1958 tot eind 1960 werden de nieuwe gebouwen van het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding opgetrokken aan de Watersportlaan naar plannen van ingenieur-architect Jules Trenteseau.
Begijnhofdries 42, Gravin Johannastraat 2 (Gent)
Barokgebouwen uit de tweede helft van de 17de eeuw. Ingrijpende restauratie- en aanpassingswerken in het laatste kwart van de 19de eeuw. Nu gegroepeerd rondom een vierhoekige binnenplaats met aanpalende tuin links. Infirmerie ten zuidwesten, opgevat als een bak- en zandsteenconstructie van twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak, waarvan de huidige gevelaspecten dateren van na de verbouwingswerken. Voorgevel van negen traveeën met bewaarde centrale barokdeur van zandsteen. Het Huis van de Grootjuffer situeerde zich in de westvleugel van twee bouwlagen onder zadeldaken, opgetrokken uit bak- en zandsteen. Noordvleugel van twee bouwlagen onder zadeldak. Voormalige kapel van de infirmerie in de zuidoosthoek, opgevat als een eenbeukig bak- en zandstenen gebouw met twee traveeën onder zadeldak, voltooid in 1683. Zijingang van het instituut voorbij de straatbocht: barokportaal afkomstig van het karmelietenklooster in de Vrouwebroersstraat, naar hier overgebracht in 1881-83.
Koning Albertlaan 93 (Gent)
Kantoor, ontworpen door architect Robbert Rubbens in 1966. Het pand sluit aan bij het ten noorden gelegen Secretariaat en de kantoren van de ALCVB, die gebouwd werden in 1936 en in meerdere fasen werd uitgebreid in de naoorlogse periode. De gevel is expressief vormgegeven door twee rijen van vijf vierkante reliëfpanelen met voorstellingen van verschillende nijverheden op de borstweringen.
Belvédèreweg 1-305, Europalaan 1-264, Jubileumlaan 2-572, Neermeerskaai 1-308, Nekkersberglaan 4-704 (Gent)
Hoogbouwwijk in het groen, van 1959 tot 1965 gerealiseerd aan de watersportbaan door de stad en de Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen naar ontwerp van Jules Trenteseau, Geo Bontinck, Victor Coolens, Adrien Bressers, Robert Bernard De Tracy, Robert Rubbens en Fritz Coppieters.
Graaf van Vlaanderenplein 40, Woodrow Wilsonplein 1 (Gent)
Het gebouw voor de Elektriciteits-, Gas- en Waterdiensten (E.G.W.) van de stad Gent werd ontworpen door de Gentse architect Geo Bontinck als propagandacentrum en administratief complex. Het E.G.W.-gebouw is representatief voor de functionalistische architectuur van Geo Bontinck en voor de utiliteitsgebouwen opgetrokken in de jaren 1950 in een moderne architecturale vormgeving. De architectuur sluit aan bij de classicistische tendens in de moderne architectuur tussen de jaren 1945 en 1955 waarbij een evenwicht werd gezocht tussen het klassieke idioom en het functionalisme. Bij het gebouw hoort een gesculpteerd fries in witte steen, gerealiseerd onder leiding van beeldhouwer Jozef Cantré.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Coolens [online], https://id.erfgoed.net/personen/12054 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.