Rechthoekig plein begrensd aan oostzijde door de Nieuwstraat en de Vijverstraat en aan westzijde door de Hulststraat en de Ramestraat, die de noordwestzijde van het plein verbindt met de Kortrijkstraat. In het eerste kwart van de 20ste eeuw tijdelijk gekend als "Gendarmerieplein" omwille van de vestiging van de rijkswacht in een aanpalend huis in de Vijverstraat (zie Vijverstraat nummer 1).
Zogenaamd naar de "ramen" opgesteld ter hoogte van de noordzijde van de huidige Vijverstraat, waar in de middeleeuwen het laken aan gespannen wordt om te drogen en te bleken nadat het gewassen is in de molenvijvers. Eerste vermelding in een stadsrekening van 1431, waarin staat dat Heinric van Anckelaere betaald wordt voor het leveren van spijkers gebruikt aan de "tonneputten" "in de Ramen ende Sente jans Strate", benut als waterreserve omwille van het steeds dreigende brandgevaar.
Volgens de stadsrekeningen van de periode 1500-1610 is de Rame een weiland tussen de Nieuwstraat en de Hoogstraat waar een beek doorstroomt die de verbinding vormt tussen de vijver van de Kortrijkstraat en de "Meulevyver" aan de Hoogstraat.
Nadat de ramen worden afgebroken, wordt in 1528 de grote weide omgevormd tot linnenbleekveld. In 1551 wordt tevens de "Raemput" gegraven op de hoek van de huidige Vijverstraat, dit ten behoeve van de wolwevers voor het spoelen van de "draperieën". Het gras op de weide wordt verpacht en overdag kan men er lijnwaad te drogen leggen.
De westzijde van het plein, aan de hoek met de huidige Hulststraat en de Ramestraat, is eertijds gekend als de "Veemarkt" of "Beestenmarkt" (1455), waar in 1510 de Sint-Sebastiaansgilde een nieuw schuttershof verwerft en waar ook het lokaal van de gilde en herberg "Sint-Sebastiaan" worden opgetrokken.
Tussen de Rame en de Hulst wordt in 1544 de "Passiekapel" gebouwd, waarvoor één van de doelen van de schietstand van de Sint-Sebastiaansgilde verwijderd dient te worden; in 1761 wordt het oefenveld van de schuttersgilde overgebracht naar het Hulstplein.
Niettegenstaande de lijnwaadnijverheid te Tielt in de 16de eeuw stagneert en de blekerij in onbruik raakt, verleent Filips II in 1565 een octrooi voor een lening om een nieuwe blekerij te bouwen op de Stoktheide, Tielts eerste "industriezone" waar zich naast vier molens ook vier steenovens bevinden (zie Blekerijstraat).
Vormt volgens het eerste landboek van Tielt-binnen van 1635 de kern van de gelijknamige "Raemcerc". Het bijhorende kaartje net als de kopergravure opgenomen in "Flandria Illustrata" van Antoon Sanderus (1641-1644) toont dat het Rameplein nog geen duidelijk afgebakende pleinstructuur heeft. Pas in 1763 worden de grachten op het plein gedempt en bomen en hagen aangeplant.
In 1789 stemt gewezen baljuw Constantijn Dierckens in met het doortrekken van de Vijverstraat over zijn erf "De Raeme" met de "Raempit" (zie nummers 22-23), en met het rechttrekken van de "straete loopende van de Houtmarckt (vroegere Veemarkt) naar d'Hulst", dit is de huidige Hulststraat. Hierbij verdwijnen zeven lindebomen naast de "Raemput" op de hoek van de huidige Vijverstraat en de Nieuwstraat. In de overeenkomst staat ook dat de stad binnen de zes jaar de nieuwe straat door het Rameplein over een breedte van tien à twaalf voet met straatstenen zal beleggen indien men de stenen gratis van het kasselrijbestuur kan verkrijgen.
Het stadsplan van Philip Jan Lemaieur van 1786 geeft weer dat het plein in het laatste kwart van de 18de eeuw langzaam zijn huidige rechthoekige vormt krijgt.
In de 19de eeuw verliest het Rameplein zijn idyllisch karakter door onder meer de bouw van de huizenrij aan de noordkant in 1826 naar ontwerp van Cassianus Van Gaver, het rooien van de resterende lindebomen in 1888 en de verkaveling van de Hulststraat en de gronden aan de zuidkant van het plein in 1889. In 1875 wordt het plein met kasseien geplaveid.
Een stadsplan getekend door onderwijzer Edmond De Slypere van circa 1880 geeft het nog gedeeltelijk door bomen omzoomde plein weer met aan de noordwestzijde de gebouwen van de Congregatie aan de Vijver (zie Kortrijkstraat).
Tot de Eerste Wereldoorlog wordt er op het Rameplein jaarlijks een grote veemarkt gehouden.
Aan het plein zijn op het einde van de 19de - begin van de 20ste eeuw vele herbergen gelegen, onder meer "De Koeivoet" op de hoek met de Nieuwstraat, "De Maandag" - later "De Casino", "Het Tonneke" - later gekend onder diverse benamingen, "De Lindeboom", "In Den Molen", "Sint-Sebastiaenshof" en "De Schutter", beide op de hoek met de Hulststraat, "De Dry Klokken", "Het Zangershof" - later gekend als onder meer "De Kaatsbaan". De meeste zijn gesloopt in de jaren 1970 of de uitbating is stopgezet. Aan de noordzijde bevindt zich eertijds de sigarenfabriek van Joseph Van Steenkiste, wiens woonhuis gelegen is aan de Kortrijkstraat (zie Kortrijkstraat nummer 44).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt op het plein een bunker gemetst, later afgebroken. Tevens wordt het herenhuis bewoond door onder meer nijveraar Octave De Lodder, opgeëist door de bezetter voor het onderbrengen van de administratie van de "Ortskommandantur-Tielt". Na de bevrijding biedt het huis een tijd lang onderdak aan het arrondissementscommissariaat (zie nummers 22-23).
Bij recent (2005) archeologisch onderzoek aan de zuidzijde van het plein zijn een zandwinningskuil met Romeins, laat- en postmiddeleeuws aardewerk en een kuil met Romeinse scherven en middeleeuws bouwafval aangetroffen.
Huidig plein thans volledig ingericht als bovengronds parkeerterrein. Voornamelijk woonfunctie met enkele handels- en horecazaken. Met uitzondering van de herenhuizen nummer 11 en nummers 22-23, overige heterogene bebouwing daterend uit de 20ste eeuw, onder meer enkele achterbouwen met garages van handelspanden in de Kortrijkstraat en recente nieuwbouw. De bebouwing aan de westzijde van de Ramestraat gaat mee met het Rameplein.
Nummer 11, half vrijstaand herenhuis in kern opklimmend tot minimaal de eerste helft van de 19de eeuw, zie volume reeds weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1847). Baksteenbouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen); verankerde zijgevel. Witgeschilderde houten kroonlijst op klossen. Lijstgevel vernieuwd in het derde kwart van de 20ste eeuw, zie nieuw bakstenen parement, vernieuwde muuropeningen in geprofileerde en witgeschilderde omlijsting onder kroonlijst, natuurstenen deuromlijsting met bekronend driehoekig fronton en brede poorttravee met balkonvenster.
Resterende bebouwing daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw aan de zuid-, de noordwest- en noordoostzijde in het verlengde van de oostelijke straatgevelwand van de Nieuwstraat.
Nummers 12, 13, 14, 15, 16, woonhuizen van twee à drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen) met gecementeerde lijstgevels. Natuurstenen onderdorpels van segmentboogopeningen (nummer 13, rechthoekige muuropeningen), waarvan enkele blind op de bovenverdieping. Bewaard houtwerk van T-ramen bij nummers 12, 14 en 15; nummer 14 met verticale roedeverdeling in bovenlichten. Nummer 12 met betegelde winkelpui met dieperliggende beglaasde deur tussen winkelramen, thans in gebruik als woonhuis. Nummers 18, 19, 20, enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder nieuw zadeldak (nok evenwijdig aan plein) met verspringende kroonlijst, bewaard bij nummers 18 en 20; nummer 19 verbouwd tot een travee. Bakstenen lijstgevels met segmentboogopeningen onder strek; muurankers bij nummers 19 en 20. Parement van nummer 18 met vlakke witgeschilderde siercementering, onder meer banden, omlijstingen op oren en keperboogvormige borstweringen van bovenvensters; natuurstenen onderdorpels. Nummer 18 met geschilderde rolluikkast van benedenvenster (T-raam).
Op de noordoostelijke hoek met de Ramestraat, baksteenbouw van twee bouwlagen onder haakse mansardebedaking met gecementeerde zijgevel langs het plein voorzien van schijnvoegwerk en geschilderd opschrift "MATRASSEN BILLIET WAELKENS"; nieuw ingebrachte poort en winkelraam. Het opschrift verwijst naar de fabrikant Victor Billiet-Waelkens die aan de Hulststraat eertijds een atelier heeft voor productie van matrassen en gewatteerde bedspreien (zie Hulststraat nummer 11) en zelf woont in de Kortrijkstraat.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Appartementsgebouw
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Burgerhuis
Is deel van
Tielt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Rameplein [online], https://id.erfgoed.net/themas/10835 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.