Mopertingen kent in de Romeinse periode een intense kolonisatie, in de hand gewerkt door de ligging aan de heirbaan Tongeren-Nijmegen.
De heerlijkheid wordt voor het eerst vermeld in 1275 als Mobertinghen. Het was een Brabants leen, dat ten hoofde ging bij de schepenbank van Maastricht. Om die reden eisen de Verenigde Provinciën de soevereiniteitsrechten over Mopertingen op, die hen in 1632 de facto worden toegekend. Bij het Verdrag van Fontainebleau (1785) gaat Mopertingen officieel over naar de Verenigde Provinciën .
De heerlijkheid is achtereenvolgens in bezit van de families van Mopertingen (14de eeuw), van den Bosch (1410), Vaes (1639) en van Eyll (17de eeuw).
Mopertingen maakte deel uit van de parochie Eigenbilzen. Het bezat een eigen kapel, met patronaatsrecht bij de plaatselijke heer. De tienden werden verdeeld onder de abdij van Munsterbilzen, die van Sinnich (Teuven) en het Sint-Servaaskapittel van Maastricht. In 1835 wordt Mopertingen een zelfstandige parochie.
Mopertingen is een landbouwdorp, zonder industrie, dat evolueerde naar een woonforenzengemeente.
Oppervlakte: 168 hectare. Aantal inwoners (1976): 2.685.
Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)