Sociale woonwijk van 87 gezinswoningen en 60 appartementen, in 1949 gerealiseerd door de Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen naar ontwerp van de Gentse architect Fritz Coppieters. De woningen werden gerenoveerd in 2005-2008 en in 2014 werden de appartementsgebouwen gesloopt.
Bouwgeschiedenis
In 1949 realiseerde de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen (sinds 1958 Gentse Maatschappij voor de Huisvesting) een nieuwe woonwijk als een westelijke uitbreiding van de grote interbellum tuinwijk aan de Zwijnaardse Steenweg. De plannen van de Gentse architect Fritz Coppieters voorzagen 87 rijwoningen en vier meergezinswoningen met in totaal 60 appartementen, en sloten zowel vormelijk als geografisch aan bij de huizen die dezelfde architect voordien reeds ontworpen had aan de Steenakker 100-132. In 2005-2008 werden de gezinswoningen gerenoveerd en in 2014 werden de appartementsgebouwen (aan de Groenewalstraat 2-48 en Steenakker 45-115) gesloopt.
Typering en beschrijving
De wijk is een vroeg voorbeeld van een naoorlogse volkswijk die voornamelijk bestaat uit traditionele, grondgebonden gezinswoningen met omhaagde private voor- en achtertuinen. Daarnaast werd relatief veel ruimte voorbehouden voor middelhoogbouw appartementen en gemeenschappelijke groenruimte. De woninggroepen zijn gevarieerd ingeplant, vaak schuin ten opzichte van de rooilijn en voornamelijk langs de kleine zijstraten, eerder dan de drukkere hoofdstraten (zoals de Keramiekstraat). Ook de woninggroep aan het begin van de Arduinstraat was volgens het oorspronkelijke inplantingsplan schuin ingeplant, evenwijdig aan dat in de Albaststraat. Bij de uiteindelijke uitvoering werd echter gekozen voor een inplanting evenwijdig aan de Arduinstraat waardoor men twee extra woningen kon realiseren. Zowel qua inplanting als qua architectuur vertoont deze wijk veel gelijkenissen met de enkele jaren later gerealiseerde wijk Malem, waar Fritz Coppieters ook aan meewerkte.
De gezinswoningen zijn voornamelijk huizen met drie slaapkamers voor vijf personen, naast één type met vier slaapkamers voor acht personen (kroostrijke gezinnen) en enkele duplexwoningen met één-slaapkamer-appartementen op de gelijkvloerse en eerste verdieping. Bij de planindeling trachtte de architect zoveel mogelijk om de woonkamer in het zuiden te plaatsen en de keuken in het noorden. Bergingen werden ondergebracht naast de woning of in de tuin, in een aansluitende vormgeving.
De architecturale vormgeving is heel homogeen: zowel de gezinswoningen als de appartementsgebouwen en de bergingen bestaan uit rode bakstenen volumes onder zadeldaken (pannen). De vormgeving werd door tijdgenoten (in het tijdschrift La Maison) omschreven als traditioneel en Zwitsers en werd geloofd omwille van de eerlijkheid en de schoonheid die verkregen werd door de soberheid, de juiste verhoudingen en het materiaalgebruik, eerder dan (burgerlijke) decoratie. De gevels werden vooral verlevendigd door het gebruik van wit voeg- en schrijnwerk (waaronder vensterluiken). Ondanks dit traditionele uiterlijk maakte de architect zoveel mogelijk gebruik van geprefabriceerde elementen zoals lateien, vensterprofielen, trappen, keukens en dakgebinten.
Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium niet geselecteerd als bouwkundig erfgoed omwille van de zware aantasting van de erfgoedwaarde (sloop van de appartementsgebouwen).
Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Gent - 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk Steenakker [online], https://id.erfgoed.net/themas/16929 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.