Brede, rechte straat vanouds met een lichte bocht op het einde leidend van de Academiebrug nabij het Augustijnenklooster tot de stadsvesten aan de Vogelenzang. In het eerste straatgedeelte tot de Kriekerij bleven heel wat trap- en andere topgevels uit de 17de en de 18de eeuw bewaard. Voorts komen enkele verbouwde oude kernen voor, onder meer nummer 4; verder voornamelijk in reeksen opgetrokken 19de-eeuwse rijhuizen met eenvoudig versierde en bepleisterde lijstgevels (nummer 16, 18, 59, 61, 63, 75, 77, 79). In 1881 werden een aantal verbindingsstraten getrokken naar de Kolveniersgang welke bebouwd werden met identieke arbeidershuizen. Nabij Vogelenzang werden sinds begin 19de eeuw fabrieksgebouwen opgetrokken, onder meer de katoenfilature de Hemptinne. Op de hoek van de Kriekerij werd in de 13de eeuw de abdij "Terhaegen" opgericht en verder strekten zich later de hovingen uit van het victorienenklooster van de Groene Briel, beide later samen gevoegd tot het huidige klooster met schoolgebouwen en ziekenhuis van de zusters van Liefde; de hoofdzakelijk neogotische bakstenen vleugels beslaan thans bijna de hele straatkant. Ter hoogte van de gedempte en heden beplante vesten op de Vogelenzang eindigt de Molenaarsstraat op een reeks arbeidershuizen van twee traveeën en twee en een halve bouwlaag met veelal aangepaste gevels.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)