Begin 14de eeuw , zogenaamd "Ghentsce strate"; in 1313 verbreed met het oog op de aanleg van een marks voor de verkoop van oude kleren, vanwaar de naam "Oude Kleermarkt", "Oudecleemarc" (1324). Thans genaamd naar Arthur Merghelynck, achterkleinzoon van de bouwheer van het Hotel Merghelynck en stichter van het gelijknamig museum (nummer 2).
Gekasseide straat met aflijnende stoepen, beplant met jonge acaciaboompjes. Wederopbouwarchitectuur uit de jaren 1920-1930. Voornamelijk lijstgevels getuigend van verschillende stijlinvloeden, vaak voorkomende mansardedaken en zadeldaken met dakvensters in tuit- of trapgeveltjes. Diephuizen met doorsnee-trapgevel (onder meer nummers 3, 5, 6) en opvallende klokgevel aansluitend bij het breedhuis (nummer 8). Afwisseling van getrouwe reconstructie (nummer 2) en vrij nauwkeurig nagevolgde stijlvormen in samenhangende, eerder eclectische of gestileerde gevelopbouw (nummer 8); ook verwerking van meer eigentijdse elementen, onder meer art-deco-inslag (nummer 10).
Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)