Loopt van de Rederskaai naar de Paardenmarktstraat. Bij het ontstaan van Zeebrugge beslist het schepencollege van Brugge op 7 augustus 1899 de benaming Graaf Jansdijk, waaronder deze dijk tot dan toe bekend was, te behouden. Door de geplande aanleg van een havengeul dwars doorheen de dijk, beslist het schepencollege later dat jaar, met name op 15 september, om de benaming Graaf Jansdijk op te splitsen in "Graaf Jansdijk-Oost" en "-West". Op 7 november 1902 wordt voor de ganse kustweg opnieuw de benaming "Zeedijk" ingevoerd, die later werd opgesplitst in "Zeedijk-Oost" en "-West". Tenslotte beslist de gemeenteraad op 15 maart 1952 om aan beide delen hun oorspronkelijke benaming, respectievelijk Graaf Jansdijk en Zeedijk terug te geven. Op een stadsplattegrond uit de Guides Cosyn, uitgegeven in 1956, wordt de Graaf Jansdijk echter nog als "Zeedijk-Oost" vermeld, als tegenhanger van de "Zeedijk-West", de huidige Zeedijk.
De straat is aangelegd op de begin 15de-eeuwse Graaf Jansdijk. Tijdens de regering van Jan zonder Vrees (1371-1419) worden namelijk - in aansluiting met de dijken in de Knokse en Blankenbergse Watering - ook de dijken van de Watering Eiensluis verstevigd en hersteld. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778) wordt de dijk vermeld als "Zee Dyck" maar op een kaart van Ph. Vandermaelen (1846-1854) als "Digue du Comte Jean". In 1868 wordt door de maatschappij "Spoorweg van Brugge naar Blankenberge" de spoorlijn Brugge-Blankenberge over de bedding van de Graaf Jansdijk doorgetrokken naar Heist. Vanaf 1902 vormt de hoek met de huidige Paardenmarktstraat de oever van de eerste havengeul waarvan in het verlengde een houten staketsel lag met op het uiteinde een lichtbaken (zie Loodswezenstraat). Tot in de jaren 1960 was de Graaf Jansdijk nog ingenomen door zee en duinen. Deels heraangelegd in het kader van het Kustactieplan II dat de omgeving van de oude vissershaven wil hervaloriseren (zie Rederskaai).
Heden loodrechte straat achter de recente appartementsbebouwing van de Rederskaai. De noordwestelijke straathelft wordt sinds de jaren 1960 geleidelijk aan volledig ingenomen door de Marinebasis van de Belgische Zeemacht en de bijhorende militaire tijdokken (zie nummer 1).
Aide-mémoire ferroviaire n° 1, Luik, 1975, p. 39.
COSYN P., Bruges-Zeebrugge-Damme, Brussel, 1956, p. 49.
HOORNAERT R., Honderd jaar Zeebrugge. Wel en wee van een parochie, 2000, p. 34-35.
SCHOUTEET A., De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, 1977, p. 73.
THIBAUT DE MAISIERES C., LEGEIN G., De zeemacht te Zeebrugge sinds W.O.-II, in Kontaktblad Gidsenbond Brugge & West-Vlaanderen, jaargang 16, nummer 6, 1995, p. 23-24.
Bron: GILTÉ S., VAN VLAENDEREN P. & VANWALLEGHEM, A. met medewerking van DENDOOVEN, K. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Dudzele, Lissewege en Zeebrugge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL25, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)