Zeldzaam voorbeeld van een religieus gebouw in Lodewijk XV-stijl. Ligging met de zuidzijde aan de Bosstraat, op de rooilijn, en opgenomen in de straatwand.
HISTORIEK
De kerk was oorspronkelijk een vergroting van de bestaande Sint-Jacobskapel; deze kerk was waarschijnlijk een éénbeukige kerk, uitgevoerd in mergel- en kalksteen. De huidige kerk werd gebouwd in 1767 (chronogram boven het portaal) in opdracht van prior Jan Vossen, op dezelfde plaats.
Deze nieuwe kerk wordt toegeschreven aan J. Couven (Aken), of aan een leerling van hem. Na de confiscatie en de afbraak van het klooster tijdens de Franse periode (1797), kwam de kerk in het bezit van de parochiale kerkfabriek, die er in 1809 herstellingen aan uitvoerde en ze in 1856 verkocht aan de teruggekeerde kruisheren. In 1905 wordt de kerk gerestaureerd, en de gevels van een cementbepleistering voorzien. Restauratie door E. Martens (Maaseik) in 2004.
BESCHRIJVING
Het grondplan beschrijft éénbeukige kerk met een schip van vier traveeën en een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting; de noordgevel is voorzien van een aantal aanbouwsels, waaronder de sacristie.
Bakstenen gebouw met gecementeerde en beschilderde zuidgevel (straatzijde). Ingebouwde westelijke puntgevel met aandak, vlechtingen, top- en schouderstukken. De zuidgevel, op kalkstenen plint, is voorzien van hoge korfboogvensters in een gecementeerde omlijsting met schijnvoegen, en druiplijst boven een bekronend paneel met voluutversiering; lekdrempels op consoles. Getoogd portaal in een rechthoekige geblokte omlijsting van kalksteen, voorzien van een sluitsteen en een geprofileerde druiplijst; chronogram op de sluitsteen: IN CRUCE/ MUNDI/SALUS (1767). De overgang van schip naar koor gebeurt door middel van een gebogen muurvlak. De noordgevel gaat volledig schuil achter de hogervermelde aanbouwsels. De gevel is blind; hier sloten de voormalige kloostergebouwen op de kerk aan.
Bepleisterd interieur, voorzien van fraai stucwerk met rocaillemotieven. Overwelving door middel van gewelfkappen tussen gordelbogen, die neerkomen op licht uitspringende pilasters, voorzien van een dubbel kapiteel (Ionisch en Dorisch). De rechte koortraveeën zijn van een gelijkaardige overwelving voorzien, de koorsluiting is afgedekt met een straalgewelf.
Mobilair: schilderij op hoofdaltaar, gekruisigde Christus met Maria Magdalena en Theodorus van Celles of Augustinus Neerius, ten dele van Antoon van Dyck (1599-1641), voltooid door leerlingen; gerestaureerd in 1980 door L. Janssen. Eiken koorgestoelte in laatgotische stijl (begin 16de eeuw), thans in het Stedelijk Museum. Smeedijzeren hek vóór het koor (1909). Nieuwe zijaltaren in de stijl van het hoofdaltaar. Eikenhouten deur, rococo, in het koor. Preekstoel (19de eeuw). Twee biechtstoelen, vervaardigd door Doenzen (Rotem), (1856). De oostelijke biechtstoelen zijn afkomstig uit de voormalige kapucijnenkerk, rococo (midden 18de eeuw). Preekstoel, nu basis van het altaar (1856). Rococodoksaal met orgel. Gotisch wijwatervat, hardsteen (circa 1500). Stucwerk uit de periode van de bouw (1767), met kapitelen en basementen tegen de wanden en verschillende motieven op het plafond, waaronder het Oog van God, Grieks Kruis, Duif, wapenschild, I.H.S., A.M.R., reisstaf van Sint-Jacob en vaantje van Sint-Odilia.
- BOONEN M., Huisnamen te Maaseik, 1980, p. 95.
- DANIELS G., Iets over het Kruisherenklooster te Maaseik, (De Maasgouw, 1, 1879, p. 185-187).
- GERITS J., Gids voor Vlaanderen, Antwerpen, 1985, p. 666.
- HEERE L., De Kruisheren te Maaseik, Diest, 1958.
- HEERE L., Prieuré des Croisiers à Maaseik, in Monasticon belge. 1976: Liège. p. 243-251.
- HENDRICKX M., De St.-Jacobskerk te Maaseik, in De Kruisheren te Maaseik. 1476-1797, 1855-1955, Diest, 1955.
- JANSSEN R., Vijfhonderd jaar Kruisheren te Maaseik...een profieltekening, Maaseik, 1982.
- WESTHOVENS R. & CROUX W., Historische schoonheid van Maaseik. De Sint-Jacobskerk (Kruisherenkerk) op de Bosstraat, (De Maaseikenaar, 1, (4), 1970, p. 27-28).
- WOLTERS J., Notice historique sur la ville de Maeseyck, Gent, 1856, p. 54.