is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Ter Balk
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Ter Balk
Deze vaststelling is geldig sinds
Gesloten hoeve op site van oude watermolen, historiserend gerestaureerd in neotraditionele stijl in het begin van de 20ste eeuw en een tweede maal tussen 1968-1969, rond 1905 omgeven door landschappelijk park van circa 4 hectare, met een voormalige molenvijver.
Ter Balkt wordt voor het eerst vermeld in een pachtcontract uit 1230 tussen de Antwerpse Sint-Michielsabdij, eigenaar sinds 1145 en grootgrondbezitter in de regio, en Henricus 'dictus Keyser', een molenaar. De bedding van de Molenbeek, die ontspringt aan de voet van het leemplateau bij Kortenberg en onderweg nog de Heersemmolen te Veltem-Beisem voedt, werd aan het einde van de 17de eeuw opgehoogd tot een echt aquaduct, dat verschillende kleinere beken overspant en nabij Ter Balkt een hoogteverschil van circa twee meter ten opzichte van het maaiveld bereikt. De molen wordt voor het eerst afgebeeld op een figuratieve 'caert van listers huys' uit 1661, een landschapsbeeld dat zonder grote veranderingen de 18de eeuw overleefde en tot op zekere hoogte nog in de huidige perceelsstructuur afleesbaar is. De Primitieve kadasterkaart opgemaakt in 1829 toont nog wel twee grote, driehoekige vijverpercelen met – afzonderlijk gekadastreerd – hun oevers, maar het water, nog als één grote vijver afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-1775), was verdwenen. De 'Balgmolen' vormde een bijna gesloten complex, waar de Molenbeek doorheen stroomde. Het stond in 1831 op naam van de weduwe van Jan Vonck uit Leuven en was omringd door drie tuinpercelen (nrs. 326, 328 en 329), weiland, bosjes en akkers. De voormalige vijvers (nrs. 322 en 324) werden respectievelijk als bouwland en weide geregistreerd. Op geen van de 19de-eeuwse stafkaarten wordt water afgebeeld, evenmin op die van 1909. Pas op de stafkaart van 1931 wordt de huidige vijver weergegeven.
Het gebouwencomplex werd grondig gerestaureerd – of juister gezegd herbouwd – in neotraditionele stijl in het begin van de 20ste eeuw en een tweede maal in 1968-1969. Daarbij werd gul gebruik gemaakt van gerecupereerd materiaal, dat meestal van elders afkomstig was. Het sobere, witgepleisterde woonhuis veranderde mettertijd in een schilderachtig, rijk versierd, neotraditioneel kasteeltje met opgeklampte en bespijkerde rondboogdeuren, ramen met kruiskozijnen, trapgevels, halsgevels met voluten en driehoekige frontons, getrapte dakkapellen, een achthoekig hoektorentje, jaarstenen en jaarankers die uiteenlopende jaartallen weergeven... de begane grond en het torentje grotendeels van witte zandsteen, de rest van baksteen met zandstenen speklagen.
Niet alleen het gebouw maar ook de omkadering veranderde. Op de stafkaart van 1931 verschijnt een vijver met drie (ondertussen verdwenen) eilandjes – het middelste toegankelijk via een brugje – en een uit twee lussen opgebouwd padenpatroon; de zuidelijke lus omvatte de vijver. De oude 'Dwars-balkstraat' (zo genoemd op de Primitieve kadasterkaart), die oorspronkelijk met een brede kronkel langs het gebouwencomplex liep, was al vóór 1892 verlegd zodat de tuin (perceel 329) met een halve hectare kon worden uitgebreid. De vergrote moestuin, afgebeeld (roze met zwarte stippen) op de stafkaart van 1892, is nu een grasveld, maar de bakstenen 'fruitmuur' langs de Waterstraat bestaat nog. Rond 1908 werd de straat volledig rechtgetrokken en vormde voortaan de noordgrens van het domein. Het tracé van de oude weg ten westen van het kasteel bleef echter bewaard in een 150 m lang, recht laantje, oorspronkelijk beplant met iepen (Ulmus glabra), die als gevolg van de iepenziekte tijdens het interbellum vervangen werden door Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), tijdens de winter 2003-2004 op hun beurt vervangen door zomereiken (Quercus robur).
Dit laantje en de oprijlaan ten noordoosten van het kasteel zijn de enige rechtlijnige elementen in de nieuwe aanleg, die circa 4 hectare beslaat. De samenstelling van het bomenassortiment dat, te oordelen naar de stamomtrekken (250 tot 300 cm, met enkele uitschieters), vermoedelijk in de late jaren 1920 werd aangeplant, is stereotiep voor latere landschappelijke parken: groene en vooral bruine beuk (Fagus sylvatica, F. s. 'Atropunicea'), zilverlinde (Tilia tomentosa), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), Amerikaanse eik (Quercus rubra), treurbeuk (Fagus sylvatica 'Pendula'). De toenmalige eigenaar, Jules Witman, liet ook de oevertaluds van de Molenbeek en de beemden ten oosten van het kasteel met sierbomen opsmukken, vandaar de dubbele rij Amerikaanse eiken, het groepje bruine beuken en, vooral, de merkwaardige gevormde Kaukasische vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia) in dat gedeelte.
Merkwaardige bomen (opname 21 mei 2003)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Cresens, André
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Kasteel Ter Balk
Is deel van
Nederokkerzeel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Ter Balk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134120 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.