Pastorie met poortgebouw, gebouwd omstreeks 1747 naar het 18de-eeuwse model van 'vivre entre cour et jardin'; monumentaal poortgebouw met duiventoren ter afsluiting van binnenplaats met kleine oranjerie; in de achtertuin bevindt zich een fraai Lodewijk XV-paviljoen; een deel van de achtertuin werd later landschappelijk heraangelegd; monumentale ginkgo.
De pastorie-dekenij van Hoegaarden, volgens het jaartal onder het schelpmotief boven de inrijpoort gebouwd in 1747, beantwoordt aan het voor die tijd populaire model voor herenhuizen 'vivre entre cour et jardin'. De monumentale poorttoren met een duiventil en onder een mansardedak geeft toegang tot de binnenplaats. Een gekasseid pad leidt tussen twee grasveldjes – vroeger tussen 'plate-bandes' met boompjes (zie oude ansichtkaart) – naar de voordeur van het woonhuis. Zoals de meeste pastorieën is ook die van Hoegaarden een dubbelhuis van vijf traveeën, met de voor- en de achterdeuren in het midden, en twee bouwlagen onder een leien wolfsdak, van baksteen maar met witte zandsteen (Gobertange) voor de plint, de lichtjes uitspringende hoekkettingen, de omlijstingen van deuren en vensters, de steigergaten, de kroonlijst en de omkadering van het driehoekig fronton boven de middentravee. Vermeldenswaardig in de voortuin is de kleine oranjerie tegen het aanpalende huis links en een oude fatsia (Fatsia japonica). De achtertuin, 25 m breed en 65 m diep, eindigt bij een vrij uniek tuinpaviljoen aan de Doelstraat. Het is van baksteen maar de hoekpilasters, de kroonlijst en de venster- en deuromlijstingen zijn van witte zandsteen. Het heeft een vierkant grondplan met door pilasters afgeschuinde hoeken en een achthoekig leien klokdak. De oorspronkelijke inhoud van de nis boven het steekboogpoortje aan de tuinzijde, een terracottabeeldje van de godin Flora, maakt duidelijk dat het wel degelijk om een profaan lustpaviljoen ging en niet om een kapel. De ingang in de Doelstraat, een rechthoekig gat, werd in een later, minder frivool tijdperk aangebracht.
De achtertuin werd later tot op een diepte van ongeveer 35 m grondig onder handen genomen. Het golvende reliëf, dat culmineert in een heuveltje met een treures (Fraxinus excelsior 'Pendula') erbovenop, duidt op een aanpassing aan de landschappelijke mode, die vanaf 1850 ook de pastorietuinen infecteerde (zie ook bijvoorbeeld in Bierbeek, Korbeek-Lo, Roosbeek en Vertrijk). Het pad dat door dit tuingedeelte slingert, werd recentelijk met rood grind verhard en met betonelementen afgeboord. De ginkgo (Ginkgo biloba) aan de voet van het heuveltje behoort tot een jongere generatie dan de 18de-eeuwse ginkgo's die we voor de pastorie van Geetbets, in het Stadspark en de Veldbornstraat te Tienen en het Villerscollege in Leuven hebben aangetroffen en werd vermoedelijk omstreeks het midden van de 19de eeuw aangeplant. Opmerkelijk is ook een oude, liggende magnolia (Magnolia x soulangeana). Het achterste, vlakke gedeelte wordt momenteel gebruikt als moestuin en kippenren. Het tuinpaviljoen werd met zijn onmiddellijke omgeving bij het openbaar domein ingelijfd.
Merkwaardige boom (opname 8 augustus 2005)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
- 2. ginkgo (Ginkgo biloba) 365
- Bouwen door de Eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen – arrondissement Leuven, Brussel, Ministerie van Nederlandse Cultuur, 1971, p. 157.
- DE KEMPENEER J., Het regence-paviljoen in de Doelstraat te Hoegaarden, in Mededelingen Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, 7(1), 1967, p. 155-156.