is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kasteel de Neufcour van Eizeringen met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Neoclassicistisch kasteel met aanhorigheden, ter vervanging van een strak-geometrische structuur uit het einde van de 18de eeuw omgeven door relicten (oude bruine beuken, bouwvallig kasteel) van een landschappelijk park, oorspronkelijk 7 hectare, aangelegd circa 1820.
Strakke geometrie
De oudste vermelding van een kasteel ("belle maison de campagne") in het gehucht Eizeringen komt voor in een huwelijkscontract uit 1729, waarbij het door de heer van Ter Rijst (Heikruis), Jean-Pierre de Kempis, als bruidschat wordt geschonken ter gelegenheid van het huwelijk van zijn dochter Marie Anne Charlotte Thérèse met Sebastiaan Antoon Huysman (1703-1763), raadsman en meester bij het Rekenhof. De "Cense Huysman" op de Ferrariskaart (1771-1775) bestaat uit een gesloten vierkanthoeve en, ten zuiden daarvan, een 'huis van plaisantie' dat uitkijkt over een siertuin met padenkruis binnen de contouren van een halve cirkel. De drie evenwijdig opgestelde gebouwen ten oosten van het landhuis zijn vermoedelijk de stallen, het koetshuis en de woning van de huisbewaarder-tuinier. Een 100 m lang dreefje vanuit het zuiden (de enige noemenswaardige, rechtstreekse toegang) leidt naar de ruimte tussen de hoeve en het landhuis, die vermoedelijk als een soort ere-erf fungeerde – een ordening die beantwoordt aan een in de 18de eeuw populair concept ("vivre entre cour et jardin").
Op een eerste versie van de kadasterkaart (later zullen de percelen worden hernummerd), niet gedateerd maar waarschijnlijk vóór 1818, heeft de omgevingsaanleg rond het château d'Iseringen (in plaats van "cense") meer allure gekregen: de op de Ferrariskaart afgebeelde parterretuin wordt weergegeven als een rechthoek van ongeveer 70 are groot (nr. 319 op de kaart), gevat in de vertakking van de dubbele toegangsdreef (nr. 324), die bijna loodrecht op het kasteel naar de steenweg Asse toe loopt. De hoeve bevindt zich op het kruispunt met een tweede as, loodrecht op de eerste, gevormd door twee parallelle dreven die de hoeve, drie percelen (nrs. 321, 323 en 324) én het kerkpleintje van Eizeringen omvatten. Eén van deze dreven is de openbare 'Capelle straet', die in de jaren 1850 zal worden opgeheven. Opzij van de as tussen de kerk en de hoeve worden opnieuw de kasteelaanhorigheden afgebeeld in de vorm van een groot gebouw met L-vormige plattegrond (nr. 327; koetshuis en stallen?) en een klein gebouw (nr. 326; tuiniers woning of portiersloge?). Bij deze kaart werd geen legger gevonden waarin de functie en het gebruik van de percelen gespecificeerd worden, maar de strakke geometrie en de (vanuit het landhuis gezien) axiale symmetrie suggereren een bescheiden voorbeeld van een klassieke aanleg, die op dat moment al uit de mode is.
Neoclassicisme en landschappelijke aanleg
Na het overlijden van de weduwe van Sebastiaan Huysman in 1771 was Eizeringen in onverdeeld bezit gebleven, tot het in 1818 werd toegewezen aan een van de kleinkinderen: Léonard François-de-Paule Ghislain Huysman de Neufcour (1742-1824). Het kasteel van Eizeringen wordt daarom ook soms het kasteel van Neufcour genoemd. Het was waarschijnlijk zijn zoon Joseph (1780-1848), ooit gemeenteraadslid en schepen van Brussel, burgemeester van het 10 kilometer verderop gelegen Herfelingen en eigenaar volgens het Primitief kadaster, die het axiaal-symmetrische aanlegpatroon liet opruimen, samen met de aanhorigheden ten oosten van het kasteel. Rondom het kasteel werd een perceel 'lustgrond' van zeven hectare gevormd, nummer 331 van het Primitief kadaster (1831), ongetwijfeld een informele, landschappelijke aanleg. De huidige, neoclassicistische verschijningsvorm van het kasteel dateert vermoedelijk ook uit die periode, hoewel de eerste en enige wijziging – waarbij in de plattegrond het middenrisaliet in de zuidgevel verschijnt – pas in 1869 door het kadaster wordt geregistreerd. Het gebouw is van op de steenweg Asse-Edingen zichtbaar: geelgeschilderd baksteenmetselwerk, hoge rechthoekige vensters met druiplijsten, twee hoge bouwlagen met een souterrain onder schilddak, in de zuidgevel onderbroken door het middenrisaliet, waarin drie van de negen traveeën verenigd zijn en dat bekroond wordt door een driehoekig fronton met het wapenreliëf van de familie Huysman. De wagenhuisvleugel (met vijf rondbogen) die het ereplein tussen de hoeve en het kasteel afsluit werd vermoedelijk ook onder Joseph Huysman gebouwd, ter vervanging van de verdwenen bijgebouwen ten oosten van het kasteel (hoewel hij op alle 19de-eeuwse kaarten ontbreekt en pas wordt ingetekend op de kadastrale opmetingsschets van 1957). Zijn ambities betroffen overigens het hele gehucht: hij financierde in 1840 de heropbouw van de bouwvallige Sint-Ursulakapel tot een echte parochiekerk en de bouw van een pastorie en onder zijn impuls werd Eizeringen in 1843 een onafhankelijke parochie.
De circa 1830 opgestelde Primitieve kadasterkaart noch de topografische kaart van Vander Maelen geven enige aanduiding over de structuur en het uitzicht van de door Huysman aangelegde landschappelijke tuin, maar een figuratief "Plan des biens vendus par Mr le Baron de Beeckman" door landmeter P. Weemaels van 1868 sluit vermoedelijk nog nauw aan bij de oorspronkelijke situatie. De beboomde oprijlaan vanaf de steenweg Asse-Edingen bleef behouden. Op het punt waar deze laan vóór 1818 na 200 meter vertakte en in perfecte symmetrie de parterretuin voor het kasteel omlijstte, begint het landschappelijk park met een grote, lichtjes oplopende, min of meer ovale rotonde, omsloten door de op- en afritten naar en van het kasteel, die zich vertakken naar de uithoeken van het park. Het gros van het park ligt ten oosten van deze rotonde. Hier bevindt zich het laagste gedeelte van het domein, deel van het diffuse brongebied van het sterk vertakte bekenstelsel dat na diverse naamsveranderingen (Klapscheutbeek, Kasteelbeek) bij Ternat in de Molenbeek-Bellebeek uitmondt. De twee kleine vijvers die Huysman hier liet uitgraven worden nog wel afgebeeld op een verkoopsaffiche uit 1921, maar niet meer op de stafkaart van 1930.
De rechtstreekse (zij het slingerende) verbinding tussen het kasteel en de nieuwe dorpskerk zou de paternalistische instelling van Joseph Huysman kunnen typeren. De octopusachtige structuur van het padenpatroon, de stoffering van het park (inclusief het ovalen bloemperk voor het kasteel) en ook de manier van voorstelling (combinatie van plattegrond en vogelperspectief voor de bomen) is kenmerkend voor het midden van de 19de eeuw. Zuilvormige bomen, hoogstwaarschijnlijk Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), vaak in groepjes van drie en dicht bij de paden, zorgen voor 'Italiaanse' ambiance. Italië was vanouds een belangrijke inspiratiebron voor de ontwerpers van landschappelijke parken. Enigszins archaïsch (of historiserend?) is de vierkante siertuin met padenkruis, centraal rond punt en snoeiboompjes links van de oprijlaan, buiten het landschappelijk park, in de kadastrale legger (perceel 194/4) als boomgaard en vanaf 1869 als "hof" vermeld – mogelijk een moestuin met sierelementen. Rechts van de oprijlaan ligt een onregelmatig-vierhoekig perceel met eveneens een padenkruis (perceel 328/2), volgens de legger "kwekerij" (boomkwekerij, pépinière). De stafkaart van 1879 geeft een beeld dat nagenoeg volledig overeenstemt met de kaart van Weemaels.
Aftakeling
Na de dood in 1860 van Rosalie Huysman, de langst levende zuster van Joseph, werd Eizeringen toegewezen aan baron Albert de Beeckman de Vieusart, een neef van één van haar zusters. Hij verkocht het domein (zonder de hoeve) in 1868 aan de uit het Gentse afkomstige baron Joseph van Pottelsberghe de la Potterie, die het kasteel permanent ging bewonen (wellicht voor de eerste keer in de geschiedenis) en enthousiast de rol op zich nam van dorpsheer-weldoener (financiering van zangkoor en fanfare, bouw van een Lourdesgrot enzomeer). In 1921 werd het domein door zijn erfgenamen opnieuw te koop gesteld. Het plan op de verkoopsaffiche door landmeter Frans Van den Notelaer lijkt als twee druppels water op dat van Weemaels, een halve eeuw eerder. Het kasteel met een deel van de tuinen werd aangekocht door de toenmalige pastoor van Strijtem, Louis Van den Houte, die er een rusthuis wilde vestigen, maar al snel in geldnood geraakte en daarom de oudste parkbomen liet vellen. Een jaar later verkocht hij onder druk van het bisdom het domein aan de 'Kanunnikessen-Missionarissen van Sint-Augustinus', beter bekend als de 'Zusters van de Jacht', die het als noviciaat in gebruik namen tot ze in 1928 naar een nieuw klooster in Heverlee verhuisden. Het kasteeldomein werd verkocht aan de 'Zusters van Sint-Jozef' (in 1967 gefusioneerd met de franciscanessen van Strijtem), die in het kasteel een kostschool voor jongens onderbrachten.
Het gebouw, dat sinds 1945 leegstaat en in 1978 een slopingsaanvraag overleefde, verkeert in een stilaan onomkeerbare staat van verval. De monumentale trappartijen voor de ingangstraveeën zijn grotendeels verdwenen en de oostgevel is in de jaren 1980 ingestort. Van de 17de- of 18de-eeuwse vierkanthoeve resten slechts drie vleugels; de schuur die de zuidwestvleugel vormde werd in 1940 na stormschade afgebroken. Pogingen om het gebouw een nieuwe functie te geven (onder meer in 1999) hebben voorlopig niets opgeleverd, evenmin als de bescherming als monument op 6 september 1993. Van het 'landschappelijk' padennet is niets meer overgebleven. Een bosje met vijf oude bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') in de noordpunt van het domein is het enige restant van de 19de-eeuwse sierbeplanting. In de hoogspanningscabine langs de Frans Baetensstraat herkent men het oorspronkelijke achthoekige tuinpaviljoen. Een met sierstruiken (Aucuba japonica 'Variegata', Prunus laurocerasus, Rhododendron ponticum...) omgeven Heilig-Hartbeeld getuigt van de 'kerstening' van het domein na 1922.
Merkwaardige bomen
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel Neufcour van Eizeringen
Is deel van
Sint-Kwintens-Lennik
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Neufcour van Eizeringen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134750 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.