is aangeduid als vastgesteld landschapsatlasrelict 's Herenbos, Heihuizen en Zalfen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als erfgoedlandschap Vliegveld Malle
Deze aanduiding is geldig sinds
Het gebied ’s Herenbos, Heihuizen en Zalfen bestaat uit het uitgestrekte boscomplex van ‘s Herenbos en Heihuizen en de landbouwgronden rondom en de hoeven van het gehucht Zalfen. Het ’s Herenbos is door de N14 (Lierselei) van het kasteeldomein de Renesse gescheiden en is historisch verbonden met dit kasteeldomein.
De oorspronkelijke structuur van het gebied wordt gevormd door de wisselwerking tussen de ondergrond, de bodem, het reliëf en de waterhuishouding. Deze ‘natuurlijke structuur’ is de vertrekbasis van alle latere ontwikkelingen van het gebied. Dit zijn de belangrijkste elementen van de oorspronkelijke structuur: De aanwezigheid van een hoogterug of Kempische cuesta die van west naar oost door de Antwerpse Kempen loopt en in Malle net ten noorden van het kasteeldomein en het centrum van Oostmalle gelegen is. De dorpskernen van de gemeente Malle (Westmalle en Oostmalle) liggen net ten zuiden van deze 29-30 meter hoge cuestarug. Ten noorden van Oostmalle-dorp en dus op de cuestarug, is het landschap vlak en open. Immers de kleiplaat vormt de grens met de cuesta. Klei is een vruchtbare ondergrond. Dit verklaart waarom hier de belangrijkste landbouwactiviteiten plaatsvinden. Ten zuiden van de cuesta is het landschap meer gesloten en bebost, want de ondergrond bestaat er uit zandformaties. ’s Herenbos, Heihuizen en Zalfen is in deze zandige depressie gelegen. De waterscheidingslijn tussen het Schelde- en Maasbekken ligt net iets ten noorden van de gemeente Malle. Het gevolg is dat de beken van noord naar zuid afwateren en zo kleine bijriviertjes van de Kleine Nete vormen.
Het geologische substraatmateriaal in de provincie Antwerpen bestaat uit losse sedimenten van zand en klei. Door het proces van differentiële erosie werden de zachte zandlagen afgevoerd en bleven de harde kleilagen als een heuvel in het landschap achter. Zo ontstonden binnen de provincie Antwerpen twee zogenaamde cuesta’s, de cuesta van de Klei van Boom in het zuiden van de provincie en een kleinere cuesta van de Kleien van de Kempen in het noorden. Het reliëf van een cuesta bestaat uit een lange heuvel met ten zuiden een relatieve steilrand en ten noorden een zeer zacht afhellende rug. De beide cuesta’s verlopen oost-west en min of meer evenwijdig aan elkaar. Tussen de cuesta’s komt een zeer uitgestrekte depressie voor. Het middengedeelte van de provincie Antwerpen behoort hoofdzakelijk tot deze depressie. Het gebied ’s Herenbos, Heihuizen en Zalfen ligt op de zuidflank van de Kempense microcuesta. De hoogte van deze cuestarug reikt tot circa 30 meter in het westen en circa 40 meter in het oosten. Het reliëf binnen het gebied is vrij vlak. Het hoogste punt is gelegen in het zuidoosten van de ankerplaats (Heihuizen); het laagste in het zuidwesten ter hoogte van Zalfen.
De ondergrond ten zuiden van de cuestasteilrand bestaat uit herwerkte zanden van de Formatie van de Kempen. Ter hoogte van ’s Herenbos, Heihuizen en Zalfen zijn dit olijfgrijze tot bruine, kleihoudende zanden van het Lid van Malle.
De bodem is ontstaan uit het Quartair eolisch dekzandmateriaal afgezet tegen het einde van de laatste ijstijd. De bodems variëren binnen het gebied van vochtig zand tot nat zand en droog zand op de hoogst gelegen delen van het bosgebied van Heihuizen. Langs de waterlopen van de Lopende beek en de Koeischotseloop bestaat de bodem plaatselijk uit nat zandleem. De zandbodems rondom het gehucht Zalfen zijn sterk antropogeen beïnvloed.
Alle beken in het gebied zijn bovenlopen van de Molenbeek-Bollaak, een deelbekken van het bekken van de Kleine Nete. De waterlopen zijn allen noord-zuid georiënteerd door de ligging op de zuidelijke flank van de oost-west gerichte heuvelkam. De Lopende Beek is ter hoogte van het ’s Herenbos een sterk meanderende waterloop. De beek ontspringt ten noorden van het centrum van Oostmalle en stroomt zuidwaarts doorheen het kasteeldomein de Renesse en ’s Herenbos en ontvangt voor het verlaten van dit gebied de Delftebeeken de Bossnepbeek. De Koeischotseloop vormt de oostgrens van het gebied. Deze beek ontspringt ter hoogte van het kanaal Dessel-Schoten (St. Jozef Rijkevorsel) en stroomt verder zuidstraats om ter hoogte van het vliegveld van Malle uit te monden in de Molenbeek. De Salpheneloop of Zalfense beek is een gekanaliseerde waterloop die de landbouwgronden rondom het gehucht Zalfen ontwatert. De grondwatertafel ligt over het algemeen niet diep. Het gebied is dan ook vrij nat. Dit verklaart de vele drainagegreppels in de bossen.
Het gebied ’s Herenbos, Heihuizen en Zalfen kan naar bodemgebruik opgedeeld worden in drie eenheden: het voormalige jachtbos ’s Herenbos; het bos-, akker- en weilandencomplex van Heihuizen; het gehucht Zalfen met de omliggende akker- en weilanden.
Historiek
De geschiedenis van ’s Herenbos is verbonden met de ontwikkeling van het aanpalende kasteeldomein de Renesse, aansluitend bij het dorpscentrum van Oostmalle.
Van het kasteeldomein de Renesse is er voor het eerst sprake in documenten uit de 15de eeuw, toen de familie van Berchem eigenaar was van het domein en Willem van Berchem tussen 1431 en 1464 een kasteel te Oostmalle liet bouwen. De dochter van Willem van Berchem, Elisabeth van Berchem was in 1459 gehuwd met Wouter van Hamal, de heer van Elderen. Hun dochter Anna van Hamal huwde in 1501 met Frederik De Renesse, toenmalig raadsheer van Karel V. Oostmalle zou tot op het einde van het Ancien Régime in handen blijven van familie de Renesse. In 1542 werd het kasteel verwoest. Drie jaar later werd begonnen met de bouw van een nieuw kasteel in het domein van Jan van Renesse, zoon van Anna en Frederik van Renesse, die sinds 1538 heer van Oostmalle was geworden.
Frederik de Renesse, zoon van Jan van Renesse, breidde in 1602 het domein uit door de aankoop van de halve heerlijkheid van het klooster van Onze-Lieve-Vrouw-Presentatie. Het betrof het huidige ’s Herenbos, maar kreeg de naam ‘Nonnenbosch’, genoemd naar de vorige eigenaars.
In 1635 keerden “de heren van Oostmalle”, Oostmalle de rug toe en vestigden zich in ’s Herenelderen. Hun hoge en lage rechten in Oostmalle lieten zij hierbij uitoefenen door de baljuw, die ze op het kasteel lieten wonen. Hun vertrek betekende het begin van het verval voor het kasteel omdat er geen geld meer werd vrijgemaakt voor het onderhoud. In 1793 werd het opperhof en de kasteelhoeve afgebroken. De gracht die tussen het opperhof en neerhof lag werd met de afbraakmaterialen gedempt. Van het vroegere opperhof blijven vandaag enkel de funderingen over. Het in verval geraakte kasteeldomein met de omliggende bossen en weilanden werd op 6 oktober 1830 verkocht aan burggraaf Leonard Du Bus de Gisignies.
Na de dood van burggraaf Bernard Aimé Du Bus (zoon van burggraaf Leonard Du Bus de Gisignies) volgde zijn zoon Bernard Daniël hem op. Hij was burgemeester van Oostmalle van 1870 tot 1879 en van 1885 tot 1891 en gebruikte deze positie om het familiepatrimonium te consolideren door gronden te ruilen of te kopen. Zo kwam onder andere het huidige parkbos Wolfschot bij het domein.
De dochter van de burggraaf huwde in 1896 met graaf Maximiliaan de Renesse-Breidbach waardoor het domein dat de familie de Renesse 100 jaar eerder verkocht had, terug in familiebezit kwam. Thierry de Renesse, één van de zonen van Maximiliaan, is de eigenlijke bouwmeester van de huidige toestand van het domein. Hij liet het ’s Herenbos aanleggen als lusttuin. Daarvoor liet hij de ‘Broeckstraet’, die van oudsher door het bos liep als publieke verbindingsweg tussen Oostmalle en Zalfen, afschaffen. Deze afschaffing van de weg betekende het begin van de aanleg van de tot op vandaag nog herkenbare parkstructuren in het ’s Herenbos. De aanleg van het park werd in 1940 afgerond en omvatte het bouwen van een Franse landschapstuin centraal in het bos op de aslijn (vroegere Broeckstraet) tussen het kasteel en de Sint Antoniuskapel te Zalfen.
Het vroegere Nonnenbosch evolueerde van een natuurlijk jachtbos, via een bos voor houtexploitatie tot een idyllisch bos, ingericht als romantisch buitenverblijf. De beekvallei bleef het meest intact en vertegenwoordigt vandaag nog steeds de rijkste flora van het gebied.
Tijdens de tweede wereldoorlog was het kasteeldomein slachtoffer van een Engels bombardement. Een deel van de linkervleugel van het kasteel werd vernield en een aantal bommen sloegen ook in, in het park. Een tornado in 1967 richtte nog meer schade aan. Verschillende bomen werden ontworteld en de centrale dreef die de verbinding vormde met het ’s Herenbos werd volledig vernield.
Na zijn dood in 1973 liet graaf Thierry de Renesse zijn eigendommen over aan de familie Degroux. Deze lieten na onderhoud aan het domein uit te voeren. Vooral het ingerichte ’s Herenbos kwam volledig in verval.
Het kasteel de Renesse werd in 1982 beschermd als monument en kort daarop aangekocht door de gemeente Malle samen met 27 hectare park. Het achterliggende parkbos (Wolfschot) werd in 1988 aangekocht door de Vlaamse Gemeenschap. In 1985 werd de v.z.w. “Domein de Renesse” opgericht die instaat voor het beheer van de gemeente-eigendom. Kort nadien werd de restauratie van het kasteel in verschillende fasen opgestart.
Op de historische kaarten is de evolutie van het gebied goed te volgen. Op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden van Graaf de Ferraris (1771-1777) staat het ’s Herenbos vermeld als Nonnenbosch. Deze naamgeving verwijst naar de oorspronkelijke eigenaars, namelijk het klooster van Onze-Lieve-Vrouw van Presentatie in Oostmalle. Het is in die tijd reeds een uitgestrekt bos omgeven door heide met in het centrum van het bos, op de locatie van de huidige centrale vijvers, een strook heide, die het bos als het ware in twee snijdt. Op dit stuk heide was de vroegere verbindingsweg (Broekstraat) tussen het centrum van Oostmalle en het gehucht Zalfen gelegen. Het bos zelf, was in tegenstelling tot de meeste bossen in de Kempen in die periode, geen economisch bos, vermits de aanplantingen voornamelijk bestaan uit loofhout en slechts in beperkte mate uit naaldhout. Het bos was dan ook een aangelegd jachtbos voor de heer van Oostmalle en zijn bezoekers.
Op de kaart van Vandermaelen (1854) is het uitzicht van het bos gewijzigd. De drevenstructuur is zeer opvallend en het bos kent een uitbreiding naar het oosten, op de kaart aangeduid als ‘Leege Vennen Bosch‘. Het bos werd omgezet naar een exploitatiebos. De huidige Lopende beek, die centraal door het bos loopt, wordt ‘Bleykery geheten. De Bossnepbeek staat vermeld als ‘Wolfschoot’. Ter hoogte van het gehucht Zalfen is de Sint-Antoniuskapel herkenbaar. Het landschapsbeeld is er nagenoeg ongewijzigd gebleven.
Op de Militaire geografische kaarten (1872 en 1925) valt op dat de bebossing zeer sterk is toegenomen ten nadele van de resterende heide. ’s Herenbos is een parkbos dat één geheel vormt met het aangrenzende kasteeldomein de Renesse, het geen benadrukt wordt door de centrale dreef. Ook Heihuizen is nagenoeg volledig bebost. De weg van Oostmalle naar Herentals doorsnijdt Heihuizen. De bebossing heeft zich ook uitgebreid in de beekvallei.
De topografische kaart van het Militair Geografisch Instituut uit 1970 en het orthofotoplan uit 1971 geven een beeld weer van het domein ten tijde van Thierry de Renesse. Het landschapsbeeld is niet drastisch gewijzigd. De bebossing is nagenoeg stabiel. Tussen het ’s Herenbos en het bosgedeelte van Heihuizen ligt centraal een open weilandgebied, noord-zuid georiënteerd. Ook het orthofotoplan uit 1990 laat geen fundamentele veranderingen meer zien.
Huidig bodemgebruik
Het ‘s Herenbos evolueerde van een bijna natuurlijk jachtbos, via een bos voor houtexploitatie naar een ca. 100 ha groot verwilderd kasteelpark, gekenmerkt door de centraal lopende en meanderende Lopende Beek en aanplantingen van loof- en naaldhout. Het wordt gestructureerd door lange dreven, waaronder de Kleine en Grote Kruisdreef, die van de Lierselei tot aan de Salphensebaan lopen en de talrijke kleinere verbindingsdreven. De overige dreven in het bos zijn meer herkenbaar als relicten van de toenmalige tuinarchitectuur. De parkaanleg van 1940 komt het sterkst tot uiting in het centrum van het bos. Hier werd een symmetrisch, strakke, Franse landschapstuin aangelegd met weidse vergezichten en watervlakken met bijhorende beelden. De andere parkelementen uit deze periode zijn onder meer de buxustuin, de doolhof, de reeënweide midden in het bos, het jachthuisje, het kanaal omgeven met haagbeuken, schuur en stalletjes.
Het noordelijk deel van het ’s Herenbos bestaat hoofdzakelijk uit naaldhout (Pinus-aanplantingen) met ondergroei van struiken. Het zuidelijk deel van het bos is hoofdzakelijk loofbos met als voornaamste boomsoorten zomereik en beuk.
Historiek
Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Graaf de Ferraris (1771-1777) is Heihuizen in het oosten van het gebied, centraal nog een onontgonnen heidegebied. Enkel de vruchtbaardere beekvallei van de Koeischotseloop bestaat uit enkel hoger gelegen akkers en graslanden lager aan de beek. Minder dan honderd jaar later kent Heihuizen een grote metamorfose. De kaart van Vandermaelen (1854) toont dat een opvallend groot wegen en drevenpatroon werd aangelegd in de heide, zodat grote rechthoekige percelen ontstonden die zuidwest-noordoost georiënteerd zijn. Het grootste gedeelte van de percelen bestaat nog uit heidebegroeiing. Aansluitend op het ’s Herenbos werd de heide reeds vervangen door naaldbos. Een aantal decennia later (kaarten van het Militair Geografisch Instituut) is Heihuizen nagenoeg volledig bebost. De weg van Oostmalle naar Herentals doorsnijdt Heihuizen. De bebossing heeft zich ook uitgebreid in de beekvallei.
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) vermeldt dat binnen het akkergebied van Aasten dat ooit als urnenveld geïnventariseerd is prospecties en werfcontroles vijf sites hebben opgeleverd met lithisch materiaal. In de vallei van de Koeischotseloop werden bij prospectie twee sites gevonden: een concentratie van lithisch materiaal en twee neolithische bijlfragmenten. Door het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP) werd in 1998 een archeologische inventaris en waardering opgemaakt in het kader van de Ruilverkaveling ‘Malle-Beerse-Lille-Vorselaar’. De vallei van de Koeischotseloop behoorde tot het projectgebied.
Huidig bodemgebruik
Heihuizen is een voorbeeld van een typische heideontginning in de Kempen. Het bestaat uit een complex van voornamelijk Grove dennenbestanden, afgewisseld met grote percelen loofhout. Zomereik en beuk zijn de dominante boomsoorten. De ondergroei in de naaldbossen bestaat voornamelijk uit pijpenstrootje. Op een aantal plaatsen komen relicten van de oorspronkelijke vegetatie voor. Soorten als struikhei, dophei en gagel zijn er een indicatie van.
Historiek
De eerste vermelding van Zalfen ‘Zalhuffle in de parochie van Malle’ werd gevonden in het archief van de Sint-Bernardusabdij in een document van 6 oktober 1278 waarin het Kapittel van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen de verdeling van de graantienden op ‘Zalhuffle’ tussen de kanunniken vastlegt. De plaatsnaam in zijn oudste vorm ‘Zalhuffle’ zou verband houden met ‘huffel’ wat ‘modderige weide’ betekent. Gezien de lagere ligging van Zalfen ten opzichte van het centrum van Oostmalle is deze verklaring aannemelijk. Hoe groot of hoe belangrijk het gehucht Zalfen was, is moeilijk te achterhalen, maar volgens een onbekende bron zouden er in 1442 drie grote boerderijen hebben gestaan.
De geschiedenis van de Sint-Antoniuskapel gaat terug tot 1625. In die tijd werd de streek geplaagd door een pestepidemie. De legende wil dat zo’n 60 inwoners van Oostmalle met de ziekte uit het dorp waren weggevlucht naar de heide op Zalfen. Adriaan Mattheeusen, een inwoner uit Zalfen, die enkele van zijn kinderen aan de epidemie verloor was verplicht ze in de heide te begraven en richtte ter herdenking een kapel op. Al spoedig deed de kapel dienst voor lijkdiensten en werden de doden op het ernaast gelegen kerkhof begraven. De kapel werd al snel een aantrekkingspool voor bedevaarders. Om deze reden werd ze in 1727 vergroot tot haar huidige uitzicht.
Uit vergelijking van historische kaarten blijkt dat het landschap rondom het gehucht Zalfen de laatste tweehonderd dertig jaar nauwelijks veranderingen heeft ondergaan. Op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden van Graaf de Ferraris bestaat het gehucht Zalfen uit een aantal naast elkaar liggende hoeven omgeven door akkers aansluitend aan de hoeven. Opvallend is dat de meeste akkers omgeven zijn door hagen. Heidegronden, enkele graslanden en kleine akkertjes scheiden het gehucht van het Nonnenbosch. Anno 2008 zijn de enige veranderingen een beperkt bijkomende bebouwing (boerderijen, woningen), een schaalvergroting van de akkers en vooral bijkomende bedrijfsgebouwen bij de gemoderniseerde hoeven.
Ter voorbereiding van de Ruilverkaveling Zoersel werd door het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium in 2002 een archeologische inventaris uitgevoerd. Hierbij werd ook Zalven geïnventariseerd. Tijdens de veldkartering werden geen vondsten gedaan. Maar de archeologen schatten het archeologisch belang van het gebied rond Zalfen heel hoog in. Dit hangt samen met de cultuurhistorische waarde van het gebied en de toponymie. Ook het voorkomen van plaggenbodems wijst erop dat de kans op bewaring van archeologische sporen zeer groot is.
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) vermeldt dat er “waarschijnlijk een vroegmiddeleeuwse woonkern” verbonden was aan de Sint-Antoniuskapel.
Huidig bodemgebruik
Het huidige landbouwgebied bestaat vandaag uit: een aantal karakteristieke Kempische hoeven met bijgebouwen langs de Salphensebaan; de Sint-Antoniuskapel; graslanden, weilanden en akkers; en niet verharde veldwegen.
Bron: Aanduidingsdossier ankerplaats ''s Herenbos, Heihuizen en Zalfen', definitieve aanduiding 27/01/2010. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Timmers, Eddy
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: 's Herenbos, Heihuizen en Zalfen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135364 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.