is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Cité Van Driessche
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Cité Van Driessche
Deze vaststelling was geldig van tot
Zogenaamd "Cité Van Driessche". Zijsteeg (loodrecht ten opzichte van de straat) met tweezijdige bebouwing, aanvankelijk doodlopend op de oude Leie-arm (gedempt in 1955). Getrokken in 1901 op gronden van architect Ch. Van Driessche en bebouwd tussen 1902 en 1913. Geconcipieerd naar Engels model met eclectische burgerhuizen oorspronkelijk voorzien van voortuintjes. Ze zijn alle naar ontwerp van architect Ch. Van Driessche. Heden zijn verschillende panden opzettelijk verwaarloosd en enkele reeds storend verbouwd.
In hun geheel vormen beide gevelwanden door materiaalgebruik (verschillend getinte baksteen gecombineerd met natuursteen en breuksteen voor de plint) en variërende gevelcomposities met uitgewerkte dakvensters, erkers en torentjes een uniek eclectisch ensemble. Typische gevelarchitectuur met een zeer gefragmenteerde differentiatie van het geheel, beantwoordend aan de noden van de oorspronkelijke bewoners, hoofdzakelijk kunstenaars.
Enkelhuizen van twee traveeën met twee bouwlagen meestal onder zadel- of pseudomansardedak met dakvenster of -kapelletjes. Volgens bouwaanvragen in ensembles van twee tot vijf huizen samen ontworpen.
Nummer 363, 365. Samen gebouwd in 1903, in zijn oorspronkelijke staat behouden. Nummer 363 gekenmerkt door rechterpuntgevel met overkragend dekschild op fraai houtwerk en links polygonaal hoektorentje met leien naaldspitsbekroning. Nummer 365 met centraal dakvenster onder gebogen fronton, rondboogvensters op de bel-etage met centraal balkon; rondboogdeur in geblokte arduinen omlijsting.
Nummer 367, 369. Gebouwd in 1902-1903, in oorspronkelijke toestand behouden. Nummer 367 gekenmerkt door links getrapt dakvenster boven de overkragende bovenverdieping. Nummer 369 met volledig breukstenen parement met centrale zware erker en bekronend dakvenster met vlakke puntgevel; hoefijzerboogvormige deur.
Nummer 371, 373, 375. Gebouwd in 1903-1904. Oorspronkelijk volgens bouwaanvraag was de gevelopstand van nummer 375 voorzien tussen deze van nummer 371 en 373. Nummer 371 gekenmerkt door een asymmetrische geveltop met getrapt topstuk. Nummer 373 met breed rechter zijrisaliet met bekronende neorenaissance getinte top en ijzeren balkon onder leien luifel op de bovenverdieping. Nummer 375 met overkragende linkertravee met vensternis en rechts bakstenen erker op zware consoles. Vernieuwde deur, poort en benedenvenster.
Nummer 377. Storende nieuwbouw.
Nummer 379, 381-383. Sterk verbouwd ensemble van 1906-1907. Nummer 379 met vermoedelijk anders uitgevoerd breed dakvenster. Nummer 381 aanvankelijk van drie traveeën met speels dakvenster links (behouden) en twee rechtertraveeën (heden nummer 383), vernieuwde ramen.
Nummer 383 met storend verbouwde begane grond. Rechtertravee oorspronkelijk met poort die toegang verleende naar een atelier.
Nummer 385. Laatste huis van de linker straatwand, daterend van 1913 en gekenmerkt door een brede topgevel met verdiepte rondboognissen waarin rondboogvensters gevat zijn en centraal ijzeren balkon aanzettend op de deelzuil van de gekoppelde rondboogvormige bel-etagevensters; verbouwde benedenverdieping.
Op de braakliggende grond naast nummer 385 gelegen verwaarloosd, volledig betonnen paviljoen, naar verluidt een zeer vroeg betonexperiment van Van Driessche dat nooit afgewerkt werd.
Nummer 387. Uiterste huis van de rechterstraatwand daterend van 1907, volledig opgetrokken uit natuursteen en gemarkeerd door een breed rechter zijrisaliet met bekronend dakvenster met onderbroken fronton; klassieke erker op de bovenverdieping. Rondboogdeur. Heden onbewoond en verwaarloosd.
Nummer 389-399 (links). Ensemble van vijf huizen daterend van 1904, met uitzondering van nummer 397 heden in ruïneuze toestand. Nummer 389 met belijnde bak- en natuurstenen art-nouveaugevel gekenmerkt door hoefijzerboogvormige vensters, op de bovenverdieping gekoppeld tot vierlicht. Overkragende kroonlijst op smeedijzeren consoles. Nummer 391 gemarkeerd door brede houten erker onder leien dakje, bekronend dakvenster. Nummer 393 met neogotisch getinte gevel gemarkeerd door linkerpuntgevel met verticaliserende vensternissen waarin ruime getoogde vensters onder spitsboogvelden gevat zijn. Nummer 397 met gevelbrede getoogde nis waarin rondboogdeur en vensters gevat zijn; bovenverdieping met centraal halfcirkelvormig erkertje op gietijzeren zuil bekroond met soort belvedère en aanvankelijk hoge naaldspits; fraai baksteenverband. Nummer 399 (links) met asymmetrische gevel en ranke puntgevel en rondboognis waarin deur en benedenvenster en bovenvensters gevat zijn.
Nummer 399 (rechts), 401. Ontworpen in 1903, nummer 399 in goede staat, nummer 401 vervallen. Nummer 399 (rechts) met lijstgevel van lichte baksteen gemarkeerd door een loggia met ijzeren leuning op de bovenverdieping en drielicht onder de overkragende kroonlijst op houten consoles. Nummer 401 gemarkeerd door hoger oplopende deurtravee en houten erker.
Nummer 403-409. Ensemble van vier huizen daterend van 1902-1903, nummer 403, 405 in ruïneuze toestand. Nummer 403 gemarkeerd door getrapt dakvenster en overhoeks bakstenen erkertje op de bovenverdieping. Nummer 405 in contrasterende witte baksteen met neotraditionele trapgevel met getoogde vensters onder donkere bakstenen booglijsten (gesloopt einde 1981). Nummer 407 met centraal, 1903 gedateerd, dakvenster met schoudergevel en zware bakstenen erker boven de rechterdeur. Nummer 409 gemarkeerd door rechts halfcirkelvormig dakvenster met bekronend bloemmotief overkragend boven het deurvenster met ijzeren leuning en brede getoogde boog op de benedenverdieping waarin deur en venster gevat zijn.
Nummer 411. Brede woning aansluitend bij het rechter hoekpand en daterend van 1902. Dubbelhuis met centraal getrapt dakvenster, zware bakstenen erker op monumentale consoles en lager aanbouwsel onder mansardedak links.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De nummers 401, 403 en 405, die zich op het moment van inventarisatie in ruïneuze en vervallen toestand bevonden, zijn niet bewaard en werd vervangen door een recente bouw. Samen met de toen al vernieuwde nummer 377, onderbreken deze woningen het eclectische ensemble. De overige panden van het ensemble werden heropgewaardeerd of gerestaureerd.
Het betonnen paviljoen naast nummer 385, waarvan sprake in de inventaristekst, is vandaag ook niet langer zichtbaar. De woning wordt geflankeerd door een recent garagevolume.
Eind jaren zeventig maakte Groep Planning plannen voor de renovatie van zes panden in dit beluik maar deze bleven onuitgevoerd. Tijdens de jaren tachtig werden wel twee ontwerpen van dit bureau uitgevoerd (in beide gevallen de verbouwing van twee panden tot één woning), met name de Woning Muyllaert-Aerts (waarschijnlijk nummer 383) tussen 1979 en 1985 en de Woning Maryns (nummer 393-397A) tussen 1986 en 1993.
Is gerelateerd aan
Hoekhuis ontworpen door Ch. Van Driessche
Is gerelateerd aan
Hoekhuis ontworpen door Ch. Van Driessche
Is deel van
Martelaarslaan (19e- en 20e-eeuwse stadsuitbreiding)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Cité Van Driessche [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18476 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.