is aangeduid als beschermd monument Xaveriuscollege en -kerk
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Xaveriuscollege en -kerk
Deze vaststelling is geldig sinds
De Collegelaan wordt qua naamgeving en straatbeeld bepaald door het Xaveriuscollege uit 1939 naar ontwerp van pater Lodewijk Taeymans S.J. (1874-1937). Pater Lodewijk Taeymans was één van de zes zonen van provinciaal bouwmeester P.J. Taeymans en broer van architect Jules Taeymans. Na een opleiding in de tekenkunst en de muziek trad Lodewijk in 1893 in de Sociëteit van Jezus. Een architectenopleiding heeft hij nooit gekregen. Na enkele kleinere opdrachten werd hij op het einde van zijn leven benoemd tot bouwkundig adviseur voor bouwwerken in de Belgische Jezuïetenprovincie. In 1933 werd deze aanstelling geconcretiseerd in een eerste opdracht met name het ontwerpen van een nieuw Sint-Jozefcollege te Turnhout (1934-1937). De ontwerpen voor het Xaveriuscollege dateren van 1936. Op aswoensdag 5 maart 1937, de dag van de eerste spadesteek voor dit nieuwe college overleed pater Lodewijk Taeymans te Alken.
Pater Lodewijk Taeymans maakte drie verschillende voorontwerpen voor dit gebouw gesitueerd op de hoek van de Kerkendijk en de Collegelaan. De uiteindelijke realisatie wordt een combinatie van elementen uit deze voorontwerpen. In dit plan zijn de kapel en het zwembad gesitueerd aan de uiteinden van beide straatvleugels, respectievelijk de Collegelaan en de Kerkenijk. Dit bood het voordeel dat deze zware investeringen konden worden uitgesteld tot na de bouw van de klooster- en klassenvleugels. De kapel, waarover hieronder meer, werd uiteindelijk gebouwd in 1964-1956. Van de bouw van een zwembad zag men uiteindelijk af.
Het Xaveriuscollege is van uitzonderlijk belang door vele vierkante meter muuroppervlakte, die bedekt zijn met monumentale houtskooltekeningen van de hand van Alfred Ost (1884-1945). Ost vervaardigde deze tijdens zijn verblijf in het Xaveriuscollege van 1941 tot 1944. Hoewel deze muurtekeningen als het ware toevallig tot stand gekomen zijn, zijn zij een bekroning van Osts levenslange betrachting als kunstenaar. Hij was immers van mening dat kunst geen koopwaar mocht zijn maar een dienst aan het volk. Hij verkocht vrijwel nooit zijn werk en leefde daardoor vrijwillig in armoede. Hij droomde van een volksmuseum. Door de oorlogsrantsoenering, die hem parten speelde, belandde hij in 1941 bij een bevriend Jezuïet in het Xaveriuscollege. Het Xaveriuscollege vormt voor Ost het gedroomde tekenblad.
Het werk van Ost in het Xaveriuscollege bleef onafgewerkt door onenigheid omtrent de vorm en de verspreiding van een "Huldealbum aan kunstschilder Alfred Ost en toondichter Arthur Meulemans bij hun zestigste verjaardag". Het boek had eigenlijk een incunabel moeten worden en een teleurgestelde Ost verlaat het college. Hij zal dezelfde techniek van muurtekeningen later nog in het Sint-Michielscollege in Vriesdonk toepassen.
De kapel werd in 1964-1965 gerealiseerd op de voorziene plaats aan de Collegelaan doch volgens een nieuw ontwerp van 1963 van professor ingenieur-architect Paul Felix (°1913) in samenwerking met H. en E. Denekens. De Xaveriuskerk werd op 12 maart 1965 ingewijd door Monseigneur Daem. Tegelijk werd de wijk rondom de Collegelaan erkend als zelfstandige kapelanie, zodat de kapel tot vandaag als parochiekerk dienst doet.
Het Xaveriuscollege is een massieve baksteenbouw van vier bouwlagen waarvan de gevels geritmeerd worden door lisenen vanop de puilijst. In tegenstelling tot het Sint-Jozefcollege in Turnhout, dat een complex is van rechthoekige vleugels op orthogonale plattegrond, heeft het Xaveriuscollege door de situering op de afgeknotte hoek van de straat een hoofdvolume van drie vleugels rond een driehoekige binnentuin met aansluitend drie uitwaaierende vleugels. Terwijl het Sint-Jozefcollege sterk horizontaal gelijnde gevels heeft is dit in het Xaveriuscollege alleen zo bij de inpandige klassen- en kloostergevels. De straatgevels zijn opvallend verticaal geritmeerd. Beide zijn massieve baksteengebouwen. De ramen, deuren, binnenramen en binnendeuren van het Sint-Jozefcollege zijn allen uit fijne ijzeren profielen samengesteld. In het Xaveriuscollege daarentegen zijn alleen de hoofdingang, de glasvlakken aan de trapzalen en de ramen aan de inpandige klassenvleugels van ijzer, de overige ramen zijn van hout vervaardigd, weliswaar met een bijna even ranke vormgeving. Dit geldt ook voor de binnenramen tussen gangen en klassen en binnendeuren in de gangen. De trappen met hun sierlijke ijzeren leuningen en hoofdbalusters zijn identiek in beide scholen. Ook de decoratieve vloer- en muurtegels vertonen sterke gelijkenis.
Het gebouw is zowel wat exterieur betreft als wat interieur betreft nog grotendeels in oorspronkelijke toestand. Hier en daar zijn wel al aan de zijde van de klassenvleugels enkele ramen vervangen door nieuwe in gemoffeld aluminium en kunststof. Ook de vloertegels in de voornaamste gangen werden vernieuwd.
Het Xaveriuscollege is vooral bekend om zijn vele muurtekeningen van de hand van Alfred Ost. De eerste tekeningen bracht hij bij wijze van proef aan in een klein lokaal. Eerst zijn de tekeningen nog op folioformaat, vervolgens maakt hij grotere en ten slotte bedekken ze de hele wand. Hij kreeg daarop de toelating om verder op de collegemuren te tekenen en waagde zich aan de 24 meter lange gang tussen de keuken en de refter met een monumentale Onze-Lieve-Vrouw omgeven door een huldigende menigte. Hij zal verder de muren van de gangen en traphal voorzien van groots opgevatte religieuze taferelen die verband houden met de Jezuïetengeschiedenis. Hij voltooit het werk echter niet. Het was de bedoeling de houtskooltekeningen in te kleuren. Slechts één tekening met de voorstelling van Christus Koning is echter ingekleurd. De tekeningen zijn niet gesigneerd, doch voorzien van een monogram "D.G.". Dit staat voor "Deo Gratias". Ost zag een kunstenaar als een werktuig van God in dienst van de evenmens. Ook de afkorting "E.V.L." treffen we aan. Dit staat voor "Ex Voto Lisae" en verwijst naar zijn onbeantwoorde liefde voor twee vrouwen, die allebei Lisa heetten.
De Xaveriuskerk is een baksteen- en betonbouw naar ontwerp van ingenieur-architect Paul Felix. In dit kerkgebouw komen de wezenlijke kenmerken van de moderne architectuur aan bod. Een sobere en functionele vorm, herleid tot het spel van licht in de ruimte. Ook het brutalistisch materiaalgebruik, een sobere waaier bestaande uit hout, gewapend beton, baksteen en glas die in hun onafgewerkte aspect mogen spreken.
In het interieur een natuurstenen vloer, sobere houten banken. Merkwaardig zijn ook de biechtstoelen. Die zijn uitgewerkt als rechthoekige dozen in witte formica met smalle bandvensters. Recent werd de naakte beton en baksteen van wanden en plafond geschilderd in wit en oker. Dit doet enigszins afbreuk aan het oorspronkelijk karakter van deze architectuur.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002255, Xaveriuscollege en -kerk
Auteurs: Malliet, An
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Collegelaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Xaveriuscollege en -kerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200494 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.